Hardloop schoenen

Dit jaar wissel ik voor het eerst in jaren van schoenmerk. Hakim Najib van Runnersworld Utrecht stelde voor dat ik eens wat nieuws zou proberen. Helemaal gerust erover ben ik niet. De laatste keer dat ik van schoenmerk wisselde is me slecht bekomen. Het nieuwe paar schoenen ging na twee keer trainen in de doos met overbodige schoenen. Het schijnt helemaal niet zo erg te zijn om veel reserveschoenen te hebben. Hardloper en cabaratier Dolf Janssen vertelde me een keer dat hij meer twintig paar in de kast heeft liggen. Hij grijpt dus nooit mis.

Mijn meest intense herinneringen heb ik aan mijn eerste twee paar hardloopschoenen. Als puber liep ik de verplichte rondjes om de singel van de middelbare school op heel eenvoudige sneakers, ik finishte steeds als eerste. Dat was niet omdat ik zo snel was, mijn klasgenoten bakten er helemaal niks van. Maar ik genoot wel van het hardlopen! De concierge die me zag finishen adviseerde me aan atletiek te gaan doen. In de Bristol kocht ik het lelijkste paar schoenen dat er was. Lekker goedkoop. Felgroene Lotto’s; het merk sponsorde in die tijd ook het Nederlands elftal. De schoenen leken goed te zitten. De dag erop was er een hardloopwedstrijd op de wielerbaan van de Rotterdamse Wielren Combinatie Ahoy, op een steenworp afstand van mijn huis. In mijn fluorescerende trainingspak verscheen ik aan de start. Er waren wat deelnemers, voor mijn gevoel had ik al gewonnen. We zouden vier rondjes lopen. Het eerste rondje ging nog wel, bij het tweede rondje begon ik druk op mijn grote teen te voelen. De pijn werd met elke stap die ik zette intenser. De voeten begonnen te brandden. Het derde rondje liet ik voor wat het was; ik zeeg neer op de grond en trok mijn schoenen uit om de oorzaak van de pijn te inspecteren: een opgezwollen teen die bloedde.

Om te voorkomen dat ik weer schoenen zou kopen die een maatje te klein waren, toog ik naar een echte sportwinkel, de Daka Sport aan de Bergweg. Alles in de winkel rook naar topsport. Ik kocht voor een voor mij duizelingwekkend bedrag een paar Nike Pegasus. Een snellere schoen heb ik daarna niet meer gelopen, wat een verschil met de lompe Lotto’s! Ze waren wit met een blauw en vernoemd naar het vliegende paar uit de Griekse mythologie. Heel lang heb ik op die schoenen gelopen – ik moest de aankoop er eerst uitlopen. Grind, cross, strand, weg en tartan:  als je hard genoeg gaat, maak je toch geen contact met de ondergrond.

Het hardloopseizoen begint traditiegetrouw met nieuwe kleding en nieuwe schoenen. Het afgedankte paar heeft in de winter te lijden gehad. Ze mogen met pensioen. Overtollige schoenen leg ik neer bij de vuilcontainer; na een uurtje zijn ze weg, meegenomen door een liefhebber die ze een tweede leven geeft.

Het paar schoenen waarop ik mijn snelste marathon liep heb ik wel bewaard. Oranje Brooks. In diezelfde periode leerde ik ook mijn vrouw kennen. Van Saida had ik een blauw oogje gekregen – het Mediterrane symbool om het boze oog mee af te zweren. Door het oogje stak ik een speldje en verbond het aan de achterkant van schoen. Bijgelovig ben ik niet, maar ik ben ervan overtuigd dat meer nog dan alle trainingsuren en de goede afwikkeling van de schoen, het dat oogje was, dat me aan de snelle tijd hielp in de marathon van Amsterdam.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?