Hub Westhovens: Architect van het bewegingsapparaat

Zijn naam wordt zelden genoemd, hij werkt meestal in de schaduw. Het maakt dat zijn naam – vooral in het buitenland – tot haast mythische proporties is uitgegroeid. Duitse roddelpers omschreef hem eens als Wunderheiler en in een Franse krant werd hij omschreven als het Lourdes van de atletiek, naar het bekende bedevaartsoord. Maar zijn aanpak heeft niets te maken met magie en religie. Een simpele houten stok is zijn gereedschap. Op bezoek bij osteopaat Hub Westhovens in Gulpen.

De naam van ‘wonderdokter’ Hub Westhovens wordt in verband gebracht met sporters van wereldformaat. Zelf doet hij er zelden uitspraken over. Deels vanwege zijn beroepsgeheim en deels omdat zijn aanwezigheid niet altijd op prijs gesteld wordt. Hij was bij het WK voetbal in Rusland actief bij spelers van maar liefst 7 verschillende landen. De medische staf van zo’n land ziet hem vaak niet graag komen. ‘Het lijkt dan alsof ze hulp nodig hebben’, vertelt Westhovens.

1+1=3

De sterrenstatus die hij heeft bij topsporters, heeft hij mede te danken aan zijn samenwerking met de beroemde Duitse orthopeed Hans-Wilhelm Müller-Wohlfahrt die jarenlang als clubarts aan Bayern München en het Duitse nationale elftal verbonden was, maar ook in zijn eigen praktijk talloze topsporters van wereldformaat over de vloer kreeg. Het contact tussen het duo ontstond toen Arjen Robben voor Bayern München ging spelen. Robben vertrouwde toen al op de diensten van Westhovens en zodoende kwamen ze met elkaar in contact. ‘Müller-Wohlfahrt werkt veel met injecties, waarmee hij bepaalde spanningen en blokkades probeert weg te krijgen. Dat lukt niet altijd. Ik maak de gewrichten los om te kijken of de spieren op die manier voldoende ontspannen. Als we samenwerken maken we van 1 + 1 drie.’ Inmiddels werkt het tweetal al ruim 7 jaar samen. ‘Ik vlieg iedere week voor twee dagen op en neer naar München’, vertelt Westhovens in zijn praktijk in Gulpen.

Daar in dat kleine dorp, diep verscholen in de Zuid-Limburgse heuvels, heeft hij zijn uitvalsbasis. De praktijk straalt in niets de glamour uit die je zou verwachten van een man die zich begeeft tussen topvoetballers. Het gebouw is sober en functioneel. Zijn aanpak heeft dezelfde modernistische stijl als zijn praktijk: form follows function. Geen magie of andere hogere machten, what you see is what you get.

houten stok

Met een simpele houten stok, die hij licht vasthoudt tussen duim en wijsvinger, laat hij je in een spiegel zien hoe je staat. De stok hangt verticaal naar beneden vanaf het voorhoofd. Elke afwijking of scheefstand van bijvoorbeeld bekken of schouder wordt onmiddellijk duidelijk.

Het is de basis van iedere behandeling, die daarna nog verder gaat, maar telkens vanuit diezelfde aanpak. Alles wat hij ziet of voelt, laat hij jou ervaren. Als een architect zorgt hij ervoor dat de hele constructie weer in het lood staat. En net als een architect, houdt hij overzicht over de hele constructie. En daarin zit het verschil met de aanpak van anderen. Een klacht op een specifieke plek heeft namelijk vaak een oorzaak op een andere plek in het lichaam. Om een voorbeeld te geven noemt hij de enkel.

het vergeten gewricht

‘Ik noem de enkel al bijna 40 jaar het vergeten gewricht. Een vastzittende enkel is een heel groot probleem dat bij lopers allerlei andere klachten gaat geven. En die klachten worden dan behandeld. Je ziet veel hamstringproblemen en knieproblemen, waarvan de oorzaak uiteindelijk terug te voeren is naar de enkel. Dit geldt zowel voor zowel langeafstandslopers als sprinters. Bij de sprinters heeft het tot gevolg dat ze in de knieholte de doorbloeding dichtdrukken en dit gaat ten koste van de snelheid.

Bij de lange afstandslopers zie ik met name dat ze door de blokkade niet de volledige kracht uit de kuit kunnen gebruiken. Dus gaan ze vanuit het bovenlichaam trekken en zie je dat ze een stijve rug hebben na een training. Vervolgens ontstaan hamstringproblemen of er ontstaat een scheurtje. Dat wordt dan vervolgens behandeld, maar als ze weer vol gaan belasten, komen de klachten gewoon weer terug.’

‘Als een sporter, loper of wie dan ook de beweging met de enkel niet meer kan maken (de voet/enkel blijft hangen op 90 graden), dan gaat hij zijn voet anders neerzetten om die beweging toch te kunnen maken en knikt hij over de binnenkant af. Dan zet je te veel spanning op drie pezen in het onderbeen, dusdanig dat ook je ader wordt afgeknepen. (Dat zie je ook bij mensen die te veel proneren en geen correctie hebben.) Met als gevolg dat je een minder goede doorbloeding hebt en stijve kuiten krijgt. Doordat de sport iets draait met de knie, wordt ook te veel spanning gezet op de spier die verbonden is met je buitenmeniscus, en dan trekt de buitenmeniscus iets naar achteren. Van de tien sporters met een vastzittende enkel hebben er acht een beperking in de knie, waardoor ze niet de volle strekking van de knie kunnen benutten. Vandaaruit gaat de sporter weer compenseren en krijgt dan last van de onderrug.’

functionele kijk

De enkel is slechts één van Westhovens’ voorbeelden van hoe één gewricht een hele keten van klachten kan veroorzaken. Dat is volgens hem dan ook de essentie van osteopathie. Westhovens is geschoold als klassiek fysiotherapeut, maar verdiepte zich al vroeg in zijn carrière in de accupunctuur. Het was echter niet gemakkelijk om deze twee vakgebieden te combineren. ‘Ik heb de westers geschoolde studie fysiotherapie gedaan en als fysiotherapeut gewerkt. Daarnaast heb ik accupunctuur gestudeerd, een onderdeel van de oosterse geneeswijze. Aan de oosterse kant zie je dingen die je aan de hand van energie moet verklaren. Terwijl de osteopathie de brug daartussen geslagen heeft. Dus de dingen die ik aan de andere kant zie, kan ik nu verklaren met anatomie. Want de grondlegger van de osteopathie zegt dat osteopathie maar uit drie zaken bestaat. Ten eerste: leer je anatomie. Ten tweede: als je denkt dat je het beheerst, leer het nog een keer. En ten derde: als je denkt dat je het goed beheerst, ga je leren hoe alles samenwerkt, dus de onderliggende verbindingen tussen al die structuren.’

Volgens Westhovens levert dit een functionele kijk op het menselijke bewegen op. ‘De reguliere geneeskunde richt zich volledig op de topografische anatomie. Ze leren wat de juiste situatie is en worden daarna getraind om pathologie te herkennen. Wij zijn gespecialiseerd op de analyse van de functionele problemen die aan de pathologie ten grondslag liggen en die vaak niet op een scan te zien zijn. Neem bijvoorbeeld een ontstoken pees. Zelfs de zwaarste spierblessure kunnen we binnen 3 maanden genezen. Waarom kan iemand dan 2 jaar rondlopen met een ontstoken pees? De osteopathie is een methode die naar het totale lichaam kijkt vanuit de functie. Dan ben je veel beter in staat om te analyseren wat er vanuit het lichaam moet gebeuren om deze klacht op te roepen. Dat is wat de osteopathie mij leert. En omdat ik vanuit de functie redeneer, kan ik het aan de hand van anatomie verklaren en begrijpelijk maken voor artsen.’

Darstellung

Terug naar de spiegel, want Westhovens ziet meer dan alleen je houding. Hij kijkt met een bredere blik. Het mooiste woord uit de Duitse taal vind ik het woord ‘Darstellung’. Zij hebben het over ‘Die Art wie jemand sich dar stellt’, de kunst van hoe iemand zich presenteert. Het woord Darstellung zegt heel wat meer dan alleen maar je houding. Het zegt iets over hoe iemand er energetisch uitziet, hoe je lichaamsopbouw is en of je er bijvoorbeeld zelfverzekerd uitziet. Zie je er moe uit of ben je juist heel energetisch? Al die classificaties geef je aan met het woord Darstellung. Dat is wat ik altijd met de mensen doe, als de mensen met functionele problemen komen. Want heel vaak ben je zelf de veroorzaker van je eigen klacht. Neem bijvoorbeeld nekklachten. Ik durf te zeggen dat 95 procent van de mensen met nekklachten gewoon de la hebben openstaan’, vertelt Westhovens waarbij hij zijn hoofd overdreven naar voren duwt. ‘Een hoofd weegt 5 kilo, als dat de hele dag voorover staat, wat denk je wat dat voor een spanning geeft.’

Dit geldt ook voor lopers, zo gaat Westhovens verder. ‘Als ik lopers op straat zie, zie ik dat ze vaak een wandeltechniek gebruiken in plaats van een looptechniek. Vooral diegenen die langzaam lopen. Op het moment dat ik sneller dan 12 km/u ga lopen, gaat dat al niet meer, dan moet je al de echte hardlooptechniek hebben. Maar veel lopers die rustig joggen, gebruiken de wandeltechniek. Bij de hardlooptechniek is het gewicht altijd op de voorste voet. Bij de wandeltechniek is het centraal tussen de beide voeten. Het centrale zwaartepunt is altijd achter de voorste voet en zij krijgen daardoor knieklachten omdat ze naar achter hangen en er veel te hard aan die bovenbeenpees wordt getrokken.’

huilbaby

Dit maakt dat veel mensen bij Westhovens terecht komen met vage klachten die blijven aanhouden. En dat zijn niet alleen sporters. ‘Ik behandel ook operazangers met zang- en stemproblemen. Op het moment dat er hoog in de nek wat vastzit, heeft dat ook invloed op de stem. Als er in de rug wat vastzit, kan dat invloed hebben op het middenrif waardoor ze voor de lange uithalen geen lucht hebben. En ik behandel ook topviolisten en pianisten van over heel de wereld.’ En hoezeer hij er ook van kan genieten dat hij deze toptalenten kan helpen, het meest gelukkige wordt hij misschien nog wel van huilbaby’s. ‘ De behandeling van de huilbaby is de mooiste behandeling die ik doe. Ik maak met één behandeling drie mensen gelukkig. De baby slaapt weer en de ouders ook.’

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?