Het felgekleurde baantje met kombochten en rechte stukken van tapijt was niet te missen voor bezoekers van het EK Indoor Atletiek. Net als de blauwe baan binnen in het Omnisport, lag het minibaantje er mooi strak bij. Daar wilde iedereen die langs liep wel even een rondje op lopen. Ook heel wat volwassen politici, vrijwilligers en atletiekfans konden de verleiding trouwens niet weerstaan. Het hele weekend was Frank Futselaar daar met een team te vinden om lopers aan te sporen een nieuw record op het bord te krijgen.
Openbare atletiekbaan
In aanloop naar het EK Indoor Atletiek in Apeldoorn was Futselaar ook al druk om met die mobiele kombochten meer mensen enthousiast te maken voor het hardlopen. Het idee voor dat kleine stadion was bij hem en zijn compagnon Kees Adema ontstaan bij het hardlopen in Arnhem.
“Ik doe dat als professioneel atleet en Kees deed dat met een fanatieke groep hardlopers die hij trainde om onder de 3 uur op de marathon te komen. Beiden liepen we tegen het feit aan dat we in Arnhem weinig goede plekken hebben om tempo’s te trainen. Een atletiekbaan is goed, maar daar staat een hek omheen en kun je niet zomaar trainen. Je moet een lidmaatschap hebben of het is overdag gesloten. Dat vonden wij jammer, ook omdat het daardoor heel moeilijk wordt om zo aan atletiek te beginnen. Eigenlijk zou zo’n baan openbaar moeten zijn, vonden wij.”
Extra boost van kombocht
Zo kwamen ze op het idee om in Arnhem een openbare atletiekbaan aan te leggen. Al snel kwam Futselaar met de ingeving dat een kombocht daar een extra toevoeging bij kon zijn. “Omdat ik zelf ook de ervaring heb van het crossen en indoor lopen dat een heuveltje en een kombocht een apart gevoel geeft. Als we zo’n baan aanleggen dan moeten we daar een kombocht in maken, vonden we. Dan komen mensen terug voor dat gevoel van die bocht en kunnen ze daar weer plezier op ervaren.”
Het plan om die vaste openbare baan te realiseren heeft veel voeten in de aarde, maar de twee initiatiefnemers hopen dat het in 2026/2027 gerealiseerd wordt in Arnhem.
Reizend atletiekstadion
In de tussentijd bedachten de twee hardloopfanaten een verplaatsbare versie van hun atletiekbaan met mobiele kombochten die zo in een wijk geplaatst kunnen worden. Het EK Indoor Atletiek was daar de perfecte aanleiding voor.
“Sportbedrijf Arnhem, de Atletiekunie, Urban Tracks en Bordbusters hebben de nek uitgestoken en ons heel erg geholpen dit te realiseren. En nu zijn we een reizend atletiekstadion. Je merkt wat voor enthousiasme dit oplevert. Je kan het zo gek maken als je wil. Je kan een rondje doen en een tijd neerzetten of je kan er ook echt op gaan trainen als je zou willen. Voor kinderen is dit een unieke ervaring en volwassenen vinden het ook leuk.”
Wijklopen
Futselaar ziet nog veel meer kansen met de kombochten. Zeker in Arnhem, wat echt een hardloopstad is. “In Arnhem organiseren de buurtsportcoaches van Sportbedrijf Arnhem de Run4Fun wijklopen die verbonden zijn aan elkaar met een stempelkaart. Hierdoor kunnen kinderen een half jaar lang overal in de stad meedoen aan verschillende wedstrijden. We willen graag dat kinderen via de wijklopen in aanraking komen met atletiek. Door het mobiele atletiekstadion in te zetten als side-activiteit naast de bestaande wijkloop kunnen we op een laagdrempelige manier alle onderdelen van de atletiek (rennen, springen en gooien) naar alle kinderen in Arnhem brengen.”
Futselaar vervolgt: “We doen dit samen met de lokale verenigingen Ciko’66 en Loopland Gelderland zodat de kinderen meteen weten waar ze moeten zijn als ze vaker aan atletiek willen gaan doen. Dat dit werkt laat het verhaal van Sune zien. Zij traint nu wekelijks bij Loopland Gelderland en was het uithangbord bij de EK atletiek van de maatschappelijke activatie. Ze mocht zelfs een rondje rennen op de echte baan in het Omnisport als startschot van de professionals. Zoals een kind bij voetbal de aftrap doet. Sune had de dag van haar leven.”
Nieuwe energie
Wat Futselaar betreft reist het atletiekstadion nog even verder. In een enthousiaste post liet hij weten: “Het mobiele atletiekstadion kan overal ingezet worden. We nemen gymlessen over op scholen, organiseren jeugd atletiektoernooien en kunnen evenementen een boost geven.”
Hij heeft het er maar druk mee. En dat alles tussen zijn trainingen door. “Ik train twee keer per dag. In de ochtend train ik 1,5 tot 2 uur en einde middag of in de avond train ik ook 1,5 tot 2 uur. Daartussen blijft zeker nog ruimte over voor andere dingen als ik iets kan doen waar ik energie van krijg. Daar rust ik van uit. Ik moet daar ook mijn grenzen in bewaken. Dat heb ik inmiddels wel geleerd.”
