Abdi Nageeye & Koen Naert schitteren in Rotterdam

Koen Naert (29) was voor even de snelste marathonman van België, Abdi Nageeye (30) die van Nederland. Twee jonge vaders bovendien. Tijdens de NN Marathon Rotterdam verbeterden beiden hun persoonlijk record met zo’n twee minuten. En evengoed iets van een dubbel gevoel, allebei. Dubbelportret van twee atleten die zo’n beetje in alles verschillend zijn.

Abdi Nageeye schiet in de lach van verbazing. ‘Ik zag een filmpje op instagram. Was ‘ie zijn spaghetti aan het wegen. Waarom? Bij mijn recovery shakes of sportdrankjes doe ik dat precies. Staat er 500 ml op het zakje, doe ik dat. Dat snap ik. Maar mijn eten wegen?’

Het is Koen Naert ten voeten uit. Nauwgezet, zeker in de laatste weken en dagen voor een marathon. Voor het koken, vertelt zijn echtgenote Elise, weegt hij zijn eigen portie spaghetti en dan die voor haar en hun zoontje Finn. En na het koken weegt hij opnieuw zijn portie af. Elise moet er zelf ook een beetje om lachen: ‘Omdat ik begrijp dat anderen dat gek vinden.’

In de Belgische pers werd Koen Naert daags voor de Europese titelstrijd in Berlijn van augustus 2018 zelfs ‘maniakaal’ genoemd. Handen schudden deed hij niet, vanwege die kleine kans een besmettinkje op te lopen, en meerdere keren per dag waste hij zijn handen met desinfecterende zeep. Nauwgezet hield hij zich die dagen aan de stipt voorgeschreven hoeveelheid vocht en voeding. Op vastgezette tijden at hij zijn West-Vlaamse eierkoeken; licht verteerbaar en boordevol koolhydraten.

Maar obsessief of ziekelijk – als in maniakaal – is hij niet. Naert: ‘Ik woon en train nu eenmaal niet op hoogte. Ik moet een andere manier zoeken om de kloof met de wereldtop te dichten. Met aandacht voor details’ Dat hij daarin perfectionistisch is, geeft hij grif toe. ‘Ik word zo elk jaar beter. Als iets werkt, doe je dat een volgende keer weer. Dat bouwt zich dan op, het wordt nog gedetailleerder, dieper, meer. Nóg een beetje minder vet, die en die koolhydraten, die drank – net iets meer of net iets minder.’

En zo kwam hij ook uit bij het wegen van zijn spaghetti. En het dagelijks mediteren. ‘Ik ben ervan overtuigd dat me dat vooruit helpt. Naar een dalend stressniveau, naar tegengaan van vermoeidheid en anders in het leven staan. Positief dus. Ik ben er heel rustig van geworden.’ In de weken voor de marathon doet hij het twee keer per dag. ‘Niet altijd makkelijk, maar in zeven jaar tijd heb hij nooit een dag overgeslagen. Altijd wel één keer twintig minuten mediteren, dus. Daarin ben ik heel consequent.’

In de dagen voor een marathon heeft hij een lijstje waarop alles staat wat hij moet doen en meenemen. Zo vergeet hij niks en doet hij wat nodig is. ‘Het geeft me gemoedsrust voor de start. Dat is belangrijk voor mij.’

Golazo

‘Daarin verschillen we behoorlijk,’ zegt Abdi Nageeye. In zijn dagen voor een marathon volgt hij een gebruikelijke route of ritueel. ‘De ene dag rust, de andere nog veertig minuten joggen. Tussendoor gewoon lekker eten, gezond. Veel drinken. Ik heb mijn eigen sportdrankjes, dat wel. Die dagen gaan eigenlijk vanzelf. Geen stress, simpel. En zeker geen lijstje.’

Vergeleken bij Naert is Nageeye losjes in zijn benadering. Daarom ook duurde het lang voor hij besloot zijn intrek te nemen in het trainingskamp in het Kaptagat. Hij trainde wel in het kamp in Kenia met de wereldtoppers van het NN Running Team, maar reed toch dagelijks die dertig kilometer van en naar zijn appartement in de stad Eldoret. Kaptagat was hem te sober, te saai.

Nageeye vindt het moeilijk om maandenlang naar één doel toe te werken, onder zo’n streng regiem. Het heeft, denkt hij, misschien wel met zijn Somalische achtergrond te maken. ‘In die cultuur zie je niet zo snel dat iemand heel hard voor iets werkt. Elke dag snoeihard trainen voor een marathon? Niemand zegt daar: Goed bezig, Abdi. Nee, ze zouden me in huis vastbinden aan mijn voet. Ze zouden me net zo lang te eten geven tot ik een beetje zou zijn aangekomen. Natuurlijk zijn ze trots op Mo Farrah (in Somalië geboren Brit, pve) als hij weer Olympisch of wereldkampioen wordt. Maar zijn weg daar naartoe wordt niet gezien.’

Sinds november geeft Nageeye zich dan toch over aan het sobere regiem van Kaptagat en is alleen in de weekeinden nog in Eldoret. Géén inspannende autoritten over donkere wegen meer, maar extra rust. Geen afleiding of vertier, maar nog meer focus op het hardlopen. Nageeye wist dat hij die volgende stap in zijn ontwikkeling moest maken, na een jaar van teleurstellingen.


Ze zouden me net zo lang te eten geven tot ik een beetje zou zijn aangekomen

Abdi Nageeye

In januari bracht voedingsdeskundige Armand Bettonviel een bezoek aan Kaptagat, broedplaats der kampioenen. Hij zag dat er nog wel wat viel te verbeteren, vertelt Nageeye. ‘Hij keek er echt van op. Maar ja, we zitten daar wel met Eliud Kipchoge aan tafel die de marathon in 2.01.39 heeft gelopen… Ik denk ook niet dat het zover komt dat we de spaghetti gaan wegen.’

Een plagerijtje richting Koen Naert, voor wie hij overigens niets dan respect heeft. ‘Hij is vorig jaar in Berlijn wel Europees kampioen geworden omdat hij die aanpak heeft.’

Jaloers is Nageeye niet op Naert. ‘Ik heb het in Berlijn zelf laten liggen, zo voel ik het. Het was mijn kans op een internationale medaille. Ik heb het onderschat in de aanloop. Ik dacht: ik kan 2.07 lopen, dan word ik kampioen. Wie doet me wat? Piece of cake. In de voorbereiding had ik wel blessures. Geen probleem, dacht ik. Stom. Als ik last kreeg van mijn knie, deed ik er wat ijs op. Ik had niet zo’n zin om naar de fysio te gaan. Uiteindelijk miste ik negen trainingsdagen voor de EK.’

En zo heeft hij ook moeite om de dagelijks voorgeschreven oefeningen te doen bij een blessure. ‘Stelt niks voor, je moet het gewoon even doen. Maar ik heb daar zo’n hekel aan, ik doe het gewoon niet. Lukt me niet.’

In Berlijn stapte hij na 37 kilometer uit, met zicht op zilver. Het was niet zijn knie die opspeelde, Nageeye kreeg last van zijn luchtwegen. Een bacteriële infectie, bleek later. Terwijl de kanshebber voor de Europese titel de teleurstelling probeerde te verwerken, danste Koen Naert op een roze wolk naar het goud. Nota bene in een persoonlijk record van 2 uur 09.51 minuten.

Volkomen onverwacht, ook voor de Belgische pers. ‘Tot Berlijn had hij weinig aandacht gekregen,’ vertelt Hans Jacobs van Het Nieuwsblad. ‘Bij het grote publiek was hij dan ook niet bekend. Nu vraagt hij ook niet om die aandacht, hij werkt graag in de luwte. Zo heeft hij zijn account bij Strava afgesloten. Mensen die daar meekeken met zijn trainingen gingen allerlei opmerkingen te posten. En dat wil hij niet.’

Golazo

Geboren in Roeselare is Koen Naert een echte West-Vlaming, waar hij nog altijd woont. ‘Hij heeft,’ vertelt Jacobs, ‘dan ook echt die mentaliteit van de streek. Niet kletsen, maar werken. De stiel van de hardwerkende boer op het land.’ Toen hij afgelopen winter werd uitgenodigd voor verkiezing van De Flandrien, de jaarlijkse sportprijs van Het Nieuwsblad voor de beste Belgische sportprestatie, stond hij tussen de wielerhelden en voetbalsterren. Hij was als een kind zo blij dat hij erbij mocht zijn, vertelt Jacobs. Hij werd overigens tweede, achter Eden Hazard. ‘Maar het scheelde weinig.’

Die onbekendheid van vóór Berlijn was overigens niet zo vreemd. Koen Naert was in de jaren voordien nooit opgevallen. Als baanatleet was hij op de 10.000 meter elfde geworden op de EK’s van Helsinki (2012) en Zürich (2014). Een jaar later kwalificeerde hij zich op de marathon (2.10.31) voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro (2016), waar hij als 22e finishte.

Sport Vlaanderen had Naert overigens eerder al laten vallen. Het was nota bene de Wallonische tegenhanger die hem oppikte en vanaf begin 2016 de financiële mogelijkheid gaf om als fulltime atleet door het leven te gaan. Naert kijkt niet om in wrok, dat zit niet in hem. De Waalse overheid bood hem de kans die hij greep en dat was dat. Wel twijfelde hij over het opgeven van zijn functie als verpleegkundige in het brandwondencentrum in Neder-over-Heembeek. ‘Die job doe ik graag,’ zegt Naert. Zijn collega’s zeiden hem een jaar of wat voor zijn sport te kiezen om dan terug te keren. ‘En ik dacht ook dat ik misschien spijt zou kunnen krijgen als ik niet alles uit mijn carrière haal.’

Na drie maanden als fulltime atleet reed hij in de auto naar zijn kinesist in Leuven, op 22 maart 2016, toen hij op de radio hoorde over de terreuraanslag op Zaventem en het metrostation Maalbeek (Brussel) waarbij meer dan dertig doden vielen en honderden mensen gewond raakten. Hij belde zijn oude collega’s, bood zijn diensten aan en draaide de auto om. Tot ’s avonds laat hielp hij de slachtoffers. ‘Het is,’ zou hij later zeggen, ‘nu eenmaal een stuk van mijn leven.’

De vijf daders van de walgelijke slachtpartij waren teruggekeerde Syriëgangers, aanhangers van IS. In het boek Abdi Nageeye, atleet zonder grenzen vertelt de hoofdpersoon over de juichend mensen op 11 september 2001 die hij in Damascus zag, na de aanslagen in de VS. Hij is dan 12 jaar. ‘Misschien had ik nu wel voor IS gevochten,’ zegt Nageeye aan het einde van een relaas over de drie jaar van propaganda en haat die hij in Syrië meemaakte. En wat dat dus met de gedachtewereld van een jonge knaap doet.

Het levensverhaal van Nageeye, opgetekend door André van Kats, gaat vooral over zijn lange reis. Van zijn geboortestad Mogadishu naar Den Helder, dan plotseling naar Syrië en vervolgens terug naar Somalië, gevolgd door zijn vlucht vol gevaren naar Ethiopië en weer naar Nederland. In Oldebroek, ondergebracht bij een pleeggezin en vijftien jaar oud, wordt de atleet Abdi Nageeye geboren. Waarna hij opnieuw voortdurend op andere plekken in de wereld uitkomt, nu vanwege zijn sport. Want via Apeldoorn en Nijmegen, trekt hij naar de trainingsgroepen in Addis Ababa en de Rift Valley.

Zijn woonplaats is nu Eldoret, Kenia. Daar ook woonde hij met zijn Somalische vrouw en twee jonge kinderen, voor zij verhuisden naar Mogadishu. Met iemand van 30 jaar die zo vaak verkaste, had het boek net zo goed de titel Atleet zonder thuis kunnen hebben. Want op de vraag waar zijn thuis is, zegt Nageeye: ‘Dat weet ik niet.’

In het verleden hield hij de boot een beetje af bij nadere vragen over die omzwervingen. Nu legde hij alles op tafel, zonder aan te kunnen geven wat er nu anders is. Wel zegt hij: ‘Toen André me benaderde dacht ik alleen, dat ik toch nog niks heb bereikt. Geen medailles ofzo. Ik heb nog veel doelen, hoge doelen. Nee, zei André, het gaat om jouw verhaal. Je hebt zo veel meegemaakt. Dat hoeft niet te wachten tot je met een medaille van de wereldkampioen om je nek hebt.’

Nageeye vertelt openhartig over zijn leven en met name de Somalische cultuur, Van Kats schreef het met vaart op. De lezer heeft maar één adem nodig om bij de laatste regels uit te komen. Begin april, daags voor de NN Marathon Rotterdam, werd het boek gelanceerd. En daar vloeiden die laatste regels van Atleet zonder grenzen soepel over in zijn plannen voor die marathon. Ze gaan over het ‘mietje’ dat hij jarenlang was, omdat hij wel meetrainde met de Kenianen, maar in de marathon steeds veilig voor de tweede groep koos. Achter de kopgroep met Kenianen dus. Bij zijn volgende marathon, belooft hij zijn boek, gaat hij mee met de kopgroep. In Kaptagat hadden ze gezegd: ‘Abdi, now you are a men.’

Nageeye neemt zijn belofte mee naar Rotterdam. Al sturen de hazen aan op een tijd van 62.30 op de halve marathon – vér onder zijn persoonlijke toptijd van 2.08.16 – Abdi is erbij, zegt hij. ‘Soms moet je gewoon durven.’ En trouwens, wat nou risico? ‘Na 35 kilometer ben je toch moe. Dan kun je maar beter snel vertrekken.’

Golazo

De bravoure die hij heeft meegebracht naar Rotterdam heeft te maken met een voortreffelijke voorbereiding in Kaptagat, die in januari al resulteerde in een nieuw Nederlands record op de halve marathon (60.24) in Japan. Hij had in Kaptagat ook geluisterd naar Eliud Kipchoge die hem zei niet voortdurend op z’n klokje te kijken tijdens de trainingen. ‘Loop op je gevoel, Abdi,’ had hij gezegd. Als hij na afloop alsnog op z’n stopwatch keek, stonden daar tijden die hem aangenaam verrasten. Ook kon hij goed mee in de trainingsgroep. Zo goed, dat hij wel wist hoe zijn trainer Patrick Sang zou reageren als hij andermaal voor de ‘veilige’ tweede groep zou kiezen. ‘Hij zou me nog net niet uitlachen.’


Na 35 kilometer ben je toch moe. Dan kun je maar beter snel vertrekken


Abdi Nageeye

Trainen op hoogte deed ook Koen Naert. In Flagstaff (Arizona) liep hij alleen. ‘Een harde stage, net als in de voorbereiding op Berlijn. Elise en Finn waren er bij, net als mijn manueel therapeut, maar lopen doe ik alleen. Ik zie die mooie foto’s wel van die groepen in Kenia. Maar ik luister liever naar mijn lichaam. Ben ik een dagje wat minder, bepaal ik zelf het tempo en niet de groep. Ik beslis. Het is toch je eigen lichaam dat je gidst naar de goede prestatie.’

Die kopgroep met Nageeye is Naert te gortig. ‘Soms moet je een risico nemen, maar ik wil op dit moment in mijn carrière de gok niet wagen. Met mijn persoonlijk toptijd van 2.09.51 is een groep die halverwege in 64 minuten doorkomt al een risico. Abdi zit natuurlijk in Kenia in die snelle trainingsgroep en ze zullen hem zeker hebben gestimuleerd. We zullen het zondag zien. Maar een doorkomsttijd van 62.30 bij een persoonlijk record van 2.08.16 is…’ Dan verschijnt er een lachje op z’n gelaat en zegt: ‘… tja, dat is heel snel.’

Normaal gesproken, zegt hij, is hij voorzichtig met uitspraken vooraf. Immers; niet kletsen, maar doen. Toch berst Naert zelf ook van het vertrouwen: ‘Ik kan niet wachten tot zondag.’

Opvallend, aan de vooravond van de marathon geeft hij iedereen een hand. ‘Maar het tuitje van m’n bidon raak ik niet aan met mijn handen. En straks was ik opnieuw mijn handen met desinfecterende zeep. Een nieuw protocol, ja. Ik heb lang in de zorgsector gewerkt en ben er mee bekend. Vaak de handen wassen is iets waarover ik niet hoef na te denken. Een levensstijl, eigenlijk.’

Hij heeft zijn lijstje weer bij zijn, werkt zijn protocol af. Die Vlaamse eierkoeken? ‘Die liggen boven, op de hotelkamer.’ Hij speelt geen spelletje met zichzelf, zegt hij. ‘Het is een manier van controle. Als alles op papier staat, kan ik niks vergeten. Ik wil niks aan het toeval overlaten, want in de marathon is al zoveel waarop ge geen vat hebt. Het weer, de hazen, de vorm van de dag, de mensen die uw bidon bij de drankposten klaar zetten… De dingen waar het wél kan, heb ik graag in de hand.’

Perfectionistisch in alles? Elise: ‘Als het om zijn sport of werk gaat wel. Voor de rest komt hij altijd te laat. Als we op familiebezoek of zo gaan, dan is hij te altijd te laat.’


Ik wil niks aan het toeval overlaten, want in de marathon is al zoveel waarop ge geen vat hebt

Koen Naert

Zijn echtgenote had haar aandeel in de Europese titel van Naert. Op alle van zijn bidons met sportdrank, die hij onderweg bij de drankposten oppakte, schreef ze een persoonlijke boodschap. En nu door de muur, had er bij 35 kilometer op de bidon gestaan. ‘Het is elke keer weer een mooi moment, ook omdat er op elke bidon een foto van Elise en Finn staat en dat geeft me een goed gevoel als ik zo aan het afzien ben. Zeker aan het einde van een marathon als ik het zwart voor de ogen zie en overal pijn heb. Daar hoef ik dan even niet aan te denken.’

Als op zondagmorgen om tien uur het startschot klinkt, is alles daar voor een prachtige editie van Rotterdam. Weinig wind, mooi zonnetje maar niet te warm en ook het publiek is andermaal in topvorm. ‘Crazy, overal riepen de mensen mijn naam,’ zou Naert later zeggen. Toch grijpt Nageeye na weinig meters al naar de zij. Steken. ‘Flink erop drukken en goed doorademen,’ zegt hij naderhand. ‘Geleerd van onze fysio in Kenia.’ Nageeye vermoedt dat hij in de dagen en uren vooraf wat veel sportdrankjes heeft gedronken. Hij moest er zelfs van boeren.

Nee, zoiets zou Koen Naert niet gauw overkomen. Maar ook hij heeft een moment van schrikken, als bij een van de eerste drankposten een medeloper struikelt omdat Naert hem per ongeluk van achteraan aantikt. Even twijfelt hij, alsof hij wil stoppen om zich te ontfermen over de gevallen Keniaan. Het is de verpleger in hem, die wil helpen.

Twee dagen eerder nog had hij over de gevaren bij die drankposten vertelt. Dat hij al honderden meters voor de lange tafels zich aan het positioneren is. ‘Wij zijn daar mee bezig, maar Afrikaanse atleten… Het is oei, een tafel. En plots gaan ze naar rechts, lopen u voor de voeten of geven u een duw. Ik weet niet waar die soms met hun gedachten zitten.’ Maar nu was hij het, die een vergissing maakte door te snel naar links uit te wijken.

Het risico van Abdi Nageeye pakt subliem uit, met een nieuw Nederlands record in 2.06.17. En gestart in die ‘veilige’ tweede groep verbetert ook Koen Naert zijn oude toptijd met twee minuten. Meer dan dat zelfs, want zijn persoonlijk record gaat van 2.09.51 naar 2.07.39.
Missie geslaagd voor Nageeye en Naert. En toch zijn beiden niet helemaal tevreden.

Golazo

Nageeye liep zijn na het uiteenvallen van de kopgroep na zo’n 30 kilometer lang met lichte krampen in de hamstrings. Die hield hij eronder, maar versnellen ging niet. Met 2.06.17 kan hij echt wel terugkeren in Kaptagat, maar met 2.05 zal hij nog verder in aanzien stijgen. Ook Naert zit met een dubbel gevoel, want het Belgisch record van Vincent Rousseau (2.07.20) lag binnen zijn bereik. De laatste tien kilometer had hij de versnelling ingezet. ‘Ik moet mij kans grijpen, dacht ik. Want durven loont, dat weet ik wel uit Berlijn. Ook daar versnelde ik de laatste tien kilometer. Dat zou ik voor die tijd nooit hebben gedurfd.’

Naert deed het, maar liep lang alleen. ‘En dat is mentaal zwaar. Je probeert positief te denken. Ik dacht aan Eliud Kipchoge die bij zijn wereldrecord ook zo lang alleen liep.’ En er waren nog de boodschappen van Elise op de bidons. Leef, pak alles dat je kan… stond er bij 35 kilometer. Uit het liedje van André Hazes jr. dus. En bij 40 kilometer: En nu door de muur. We wachten op u.

Het avontuur zit er op voor beiden. Even daarvoor nog schóten ze over de Coolsingel naar een toptijd, nu bewegen ze zich als oude mannen voort. Nageeye trekt de rits dicht van zijn trainingspak van het NN Running Team, dat hem een zorgeloos bestaan als atleet biedt. Koen Naert draagt een pak van Asics boven zijn Vaporfly, de marathonschoen van Nike. Het is geen slordigheid van de man van de perfectie. De Europees kampioen mag dragen wat hij wil. Niet dat dat een voorrecht is. Naert heeft simpelweg geen contract met een sportmerk.


Ik dacht aan Eliud Kipchoge die bij zijn wereldrecord ook zo lang alleen liep

Koen Naert

Abdi Nageeye verheugt zich al op zijn lievelingsmaaltje met dadels en kamelenvlees bij terugkeer in Kenia, eenvoudig te verkrijgen in dat deel van Eldoret waar veel Somaliërs wonen. Koen Naert mag bij terugkeer in West-Vlaanderen aan de frieten. Op advies zelfs van de voedingsdeskundige zelfs, want net als na Berlijn vorig jaar mag hij best wat kilootjes aankomen. En hij hoeft ze echt niet te wegen.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?