Bart van Nunen: De marathonloper als koorddanser

Topsport is balanceren op een koord. Altijd is daar het risico om ervanaf te vallen. En ook al is hij met zijn 24 jaar nog jong voor een marathonloper, Bart van Nunen heeft met dat balanceren al volop ervaring.

Hart en ziel

‘Het is nogal wat’, concludeert de man die op 19-jarige leeftijd Nederlands kampioen op de halve marathon werd. Bart schetste de paradox die volgens hem topsport en in het bijzonder de marathon zo mooi maakt. Hij komt erop naar aanleiding van zijn tweede marathon, Berlijn 2019. De voorbereiding was goed geweest, ‘een hoop hard werken en een verjaardag zonder taart’, maar het liep die dag niet. En dat terwijl hij zich toen en daar had willen kwalificeren voor de Spelen van Tokio, waarvan we op dat moment nog dachten dat ze deze zomer zouden plaatsvinden. Om dat doel te bereiken, moest hij onder de 2.11.30 duiken. Zeker niet onmogelijk, gezien zijn debuut een jaar eerder, waarin hij 2.13.09 liep.

‘Nu kan ik er prima over praten en vind ik het ook helemaal niet meer erg. Het is in het verleden en ik heb er een hoop van geleerd. Ik denk dat het op een bepaalde manier ook precies is wat ik toen nodig had. Ik vind het ook wel ontzettend mooi aan de sport. Al het gevoel wordt eigenlijk vergroot. Na die marathon [Berlijn 2019; red.] kon ik het nog wel een beetje relativeren, maar elke keer voelde ik toch weer die pijn. ’s Ochtends als je dan opstaat, dat je bijna niet omhoogkomt omdat je van die verrotte benen hebt. En dat je dan niet die euforie hebt, maar gewoon het gevoel van: ik ben helemaal kapot en ik heb het verprutst. Die twee of drie weken erna dacht ik er nog een paar keer per dag aan, dat je denkt van: ah, nee! Dat vind ik eigenlijk ook wel weer heel erg mooi. Dat zo groot als die euforie kan zijn, het dal ook zo diep kan zijn.’

foto: David Stegenga

‘Na die eerste marathon heb ik voor mijn gevoel vier weken op een wolk geleefd’, weet Bart nog goed. ‘Je kan het natuurlijk ook maar een of twee keer in een jaar doen. Je stopt er zoveel in. Niet alleen in geld of trainingsuren, maar ook zoveel wil. Hart en ziel ergens in stoppen, maandenlang. Eigenlijk zelfs jaren. Als dan het moment daar is en het lukt, dat geeft zoveel euforie.’ Die dag in Berlijn klopte alles. Het was de editie van de Berlin Marathon waar Eliud Kipchoge zijn wereldrecord liep. Van Nunen maakte er, ondanks een sanitaire stop (!), een heerlijk debuut. ‘Mijn coach [Grete Koens; red.] had gezegd dat ik na 30 kilometer moest versnellen. Dus toen ben ik gewoon gegaan.’

Koens en haar pupil hadden vooraf bedacht dat 2.13 mogelijk moest zijn. Nu moest Bart kiezen of hij met een groep meeging die op 2.11 vertrok of een de 2.15-groep. Hij koos voor de laatste. ‘Ik was dus relatief langzaam weggegaan.’ Pardon, langzaam? ‘Haha, ja dat is natuurlijk nog steeds heel hard voor de meeste mensen. Maar het leek me niet slim om in mijn eerste marathon meteen weg te gaan op een schema van twee minuten sneller.’ Een fantastische marathonervaring om lang van na te genieten.

‘Maar als het moment daar is en het lukt niet, dan is het dal zo diep. Dat vind ik er mooi aan.’ Er staat veel op het spel. ‘Als je dan het hoofd koel kan houden, dan is dat ontzettend knap.’

Liefhebber

Het is in deze tijd haast onmogelijk om het niet te denken: gelukkig wist hij vlak na die mislukte marathon in Berlijn nog niet wat we nu weten. Dat de voorjaarsmarathons met nog een kans op kwalificatie van de kalender zouden verdwijnen. Maar hoewel de 24-jarige student bedrijfskundige informatica duidelijk niet immuun is voor de teleurstelling die ook bij topsport hoort, lijkt hij ook niet het type dat bij de pakken neer gaat zitten. Hij vertelde in de vorige editie van RunningNL al over de manier waarop hij doortraint in coronatijd.

En waarom ook niet? ‘Ik hou heel veel van het hardlopen zelf. Het is een leefstijl, qua voeding, qua training.’ Bart was al lekker in vorm en deze periode staat voor hem in het teken van onderhoud. Eigenlijk ook weer op een randje balanceren. Het randje van niet te veel doen, omdat je je kostbare energie wilt bewaren voor later, als het er echt om gaat. Maar ook niet te weinig doen, zodat je te veel vorm verliest. ‘Het zou zonde zijn om nu te gaan luieren.’ Luieren. Zou hij dat dan kunnen? ‘Nee, haha!’ Inderdaad, niet kunnen en ook niet willen.

foto: David Stegenga

De blik is nu gericht op de marathon van Valencia begin december. Ook weer een risico. De internationale atletiekfederatie IAAF heeft bekendgemaakt dat er vanaf 1 december weer kwalificatie voor de olympische marathon mogelijk is. Die periode loopt tot en met 31 mei 2021. Valencia moet plaatsvinden op 6 december. ‘Niets is zeker natuurlijk wat betreft de marathonkalender. En dan is het ook nog eens Spanje, niet dat ze daar niet getroffen zijn door corona…’

Over het randje

Trainen voor de marathon op topniveau is een weg vol valkuilen. Het is volgens Bart zoeken naar een balans tussen ‘veel doen en fit blijven’. Zeker als je voor een marathonloper nog vrij jong bent, is het oppassen dat je niet te veel doet. Hij zit nu op een niveau waar hij trainingsweken van 170 kilometer draait, waar het voor toplopers niet ongebruikelijk is om weken van 200 kilometer te maken. Het is natuurlijk verleidelijk om te denken: dat moet ik ook doen. ‘Gedrevenheid kan zeker een valkuil zijn’, weet Bart.

Hij zal de eerste jonge atleet niet zijn die zichzelf over de kop jaagt. ‘Als je iets wilt bereiken, moet je er vol voor gaan. Je moet discipline hebben, maar je kan niet altijd maar meer doen, je kan niet altijd maar gekker gaan. Het kan dus wel, dat heb ik ook wel ervaren, maar het is niet handig.’ Op welke vlakken was dat? ‘Toen ik wat jonger was ook wel voeding. Bij vrouwen speelt daar nog vaak onzekerheid mee. Bij mij kwam het voort uit het koste wat kost willen presteren. Dan ga je bepaalde voedingsstoffen mijden, van bepaalde dingen minder eten zodat je lichter blijft.

‘Nu werk ik met een goede voedingskundige, zodat ik zeker weet dat ik voldoende binnenkrijg. Liever meer eten dan weinig. Als je daarbij goed traint, ben je uiteindelijk toch wel op gewicht. Je verbruikt zo veel.’ Zeker lopers die het tot de nationale en internationale top van het langeafstandslopen weten te schoppen, zullen sowieso al niet veel aanleg voor zwaarlijvigheid hebben. ‘Mijn dieptepunt was tijdens de wereldkampioenschappen voor de jeugd (WJK) in het Amerikaanse Eugene in 2014. Toen was ik zo mager. Als ik toen 54 kilo woog, is het veel. Nu weeg ik 62 of 63 kilo, bij dezelfde lengte ongeveer.’

Schoonheidsideaal: broodmager

Het is bij mannen op de marathon zo’n beetje het schoonheidsideaal, een zo pezig mogelijk lichaam en die scherp afgetrainde kop. ‘Dat is gewoon het probleem, die stereotypering, dat moet eruit. Als je als loper een beetje serieus bezig bent: eet gewoon voldoende. Zorg dat je voldoende binnenkrijgt. Eet gevarieerd. Je hoeft niet allemaal gekke dingen te doen, je hoeft geen chiazaad te eten om hard te kunnen lopen. Gewoon normaal, voldoende eten. Dan kom je het verst. Anders kun je ook zo veel kapot maken. Mijn bloedwaardes waren compleet van slag na die WJK in 2014.’

‘Ik heb via mijn toenmalige coach wel wat begeleiding gehad, maar dat waren niet de juiste mensen daarvoor, denk ik achteraf. Kijk, er wordt gewoon heel erg gewerkt vanuit stereotypes. Dit is hoe we het altijd doen. Je ziet iedereen met die afgetrainde kop, je moet gewoon zorgen dat je er zo uitziet, dan beweeg je je makkelijker en sneller voort. Maar zo werkt het niet.’

foto: David Stegenga

‘Na die periode ben ik nog best lang op relatief laag gewicht gebleven, heb ik nog een hoop lopen klooien met voeding. Daar zijn best wel veel pijntjes uit voortgekomen en kreeg ik die klachten in aanloop naar de EK.’ Op de dag dat Bart hoorde dat hij gekwalificeerd was voor deelname aan de halve marathon tijdens de EK in Amsterdam in 2016, deed zich ook een voetblessure voor. Hij wist zich nog op tijd te prepareren, maar dat was nogal een haastklus, weet hij achteraf. Tijdens het revalideren op Papendal leerde hij zijn huidige coach Grete Koens goed kennen.

‘Ik was totaal niet belastbaar, ik was zwaar ondervoed. Krachttraining mocht ik tot dan nooit doen, omdat het te risicovol zou zijn, als er iets misging zou ik geblesseerd kunnen raken. Het moet onder goede begeleiding gebeuren, maar je hebt het wel echt nodig.’ Op Papendal kreeg hij te horen dat er snel iets moest veranderen. Toen hij met Koens praatte over haar visie op training, bedacht Bart dat dit zijn beste optie was. ‘Dit was waar ik moest zijn.’

Egoïstisch

‘Als topsporter krijg je vaak te horen dat je egoïstisch moet zijn, dat je voor jezelf moet kiezen, maar als je dat vervolgens doet, wordt dit je niet altijd in dank afgenomen.’ Het afscheid van Addy Ruiter, de coach die hem van jongs af aan had begeleid, viel hem niet makkelijk, ze hadden samen een mooie weg afgeleid. Maar het was tijd. Bart voelt aan alles dat hij, onder begeleiding van Koens en trainend op Papendal, op zijn plek is.

Marathonloper Van Nunen heeft Nederlandse titels op zak. Hij is met succes over het koord gelopen en is er ook al hard vanaf gevallen. Liep een geweldige marathon en moest in het zicht van de haven gesloopt uitstappen. Je zou haast zeggen dat hij als 24-jarige al een topsportleven erop heeft zitten. De waarheid is dat het voor Bart nog maar pas begint. Met het startschot van de marathon van Valencia? Laten we het hopen.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?