1. Gebruik de omgeving
Doe alsof je iets speciaals spot in de omgeving. “Heb je die vos daar gezien in de bosjes? Verdorie, hij is net weg!” Ondertussen kom jij even op adem.
2. Kijk op je horloge
Kijk vaak op je horloge en vertraag je pas. Zo lijkt het erop dat je een strak loopschema volgt, waarbij je in een bepaalde hartslagzone blijft of een afgesproken tempo volgt.
3. Strech tussendoor je spieren
Stretchen is een uitstekend middel om je training te onderbreken en even op adem te komen. Andere lopers weten toch niet hoe lang je al op pad bent.
4. Doe een valse interval
Een variant op punt 2. Kijk op je horloge, voer het tempo op en val vervolgens helemaal stil. Doe alsof je het laatste blok van een zware intervaltraining achter de rug hebt. Schud vervolgens met je hoofd om duidelijk te maken dat het een slechte interval was. Zo versterk je het effect.
5. Versnel in het zicht van anderen
Een klassieker. Daar maakt vrijwel iedereen zich schuldig aan. Zit je helemaal kapot? Zet dan een tandje bij en haal die loper voor jou (zeker als het een bekende is) in. Daarna kies je natuurlijk een andere route, waarna je overgaat op punt 1 of 3. Succes gegarandeerd!