Ernst Kuipers: bestuurder in de schijnwerpers, loper in eenzaamheid

Ernst Kuipers is sinds de coronacrisis een bekende Nederlander. Bijna dagelijks vertelt hij ons, als voorzitter van het Landelijke Netwerk Acute Zorg, over de ic-opnames. En zit hij aan tafel bij onder meer Op1, Jinek en Beau om te praten over bijvoorbeeld het belang de maatregelen te versoepelen om de economie draaiende te houden, “anders maak je alles stuk, mensen houden dat ook niet vol”. En dat hij in het begin van de crisis zijn hardlooprondjes miste, vertelde hij aan tafel bij Jinek. Die rondjes heeft hij nodig om zijn werk te kunnen doen, bekent de bestuursvoorzitter van het Erasmus MC. In het Rotterdamse academisch ziekenhuis, op anderhalve meter afstand, vertelt Kuipers dat hij eigenlijk al zijn hele loopbaan consequent drie keer per week rent.

“Kijk, vanuit een heel medische vertaling, en dat moet je me maar vergeven; het is nou eenmaal mijn achtergrond, is er eindeloos veel bewijs dat lichamelijk actief zijn ontzettend belangrijk is. Voor je fitheid, het voorkomen van ziektes en klachten.” Kuipers studeerde geneeskunde, werd internist en specialiseerde zich als maag, darm, leverarts (MDL arts). Hij werkte als MDL-arts in het VUmc in Amsterdam, en in Nashville Tennessee (USA). Werd in 2000 benoemd als hoogleraar en afdelingshoofd MDL in het Erasmus MC in Rotterdam. Die afdeling bouwde hij uit van een unit van een paar medewerkers naar een afdeling waar nu driehonderd mensen werken. Naast afdelingshoofd MDL werd hij manager van inwendige geneeskunde en heeft vele bestuursfuncties, waaronder die van voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg. Hij verruilde de witte doktersjas in 2011 voor het nette pak van een bestuurder, als lid van het bestuur van het Erasmus MC. Sinds 2013 is hij er bestuursvoorzitter.

Voldaan gevoel

In zijn carrière heeft hij veel gedaan aan preventie van vooral darmkanker. Hij maakte zich vanaf 2002 hard voor een bevolkingsonderzoek naar darmkanker, wat er sinds 2014 in Nederland is. Kuipers staat voor preventie in de gezondheidszorg. Maar die preventieve waarde van bewegen is niet de reden dat hij zich drie keer in de week in het zweet werkt. “Het helpt mij om me fit te voelen en mijn werk vol te houden. Ik voel me er gewoon prettiger bij. Al is dat van te voren niet altijd. Als het regent of als ik eigenlijk geen zin heb. Maar ik weet dat als ik het niet doe, ik me ook niet goed voel. Dus dan ga ik toch lopen, of kijk ik even op buienrader. Soms stel ik het met een half uur uit. In de winter, als het ernaar uit ziet dat het slecht blijft, ga ik gewoon. Eenmaal in een goed tempo rennend, maakt het niet uit dat ik drijfnat word. Lekker douchen na afloop en dan dat heerlijke voldane gevoel.”

Al van jongs af zit het sporten in Kuipers. Zeilen als jonge jongen die opgroeit aan het IJsselmeer. In zijn studietijd in Groningen wordt de zeilboot een racefiets en fietst hij intensief, het liefst in de bergen. Tot de kinderen kwamen en er naast zijn drukke baan als arts geen tijd meer is voor lange afstanden of mooie bergritten. “In de zomer kun je nog ’s avonds gaan fietsen, maar ‘s winters lukt dat niet. Alleen af en toe een ritje in de zomer, dat is het niet voor mij. Dus werd het hardlopen.”

Bescheiden

Kuipers rent heel gedisciplineerd en consequent al die jaren drie keer in de week. “Het klinkt bijna saai”, zegt hij met een lach. Doordeweeks twee keer een afstand van vijf tot zes kilometer en in het weekend veertien tot zeventien. “Het liefst dan ’s ochtends zodat ik het niet uitstel.” Af en toe verlengt hij die langere afstand tot een halve marathon. In het weekend loopt hij altijd bij hem in de bossen. En altijd alleen. “Erg hè?”, weer met een, bijna verontschuldigende, lach. “In mijn baan praat ik al bijna de hele dag met mensen. Niet dat ik er vervolgens wars van ben om met mensen te zijn, maar het is gewoon ook heel prettig om in je eentje te lopen.”Tegenwoordig rent af en toe wel een van zijn vier zoons mee. “Dan is het natuurlijk altijd wel leuk om te laten zien wat ik als ‘ouwe’ vader nog kan”, zegt Kuipers met een knipoog.

Hij loopt geen wedstrijden. Dat is niets principieels het is gewoon zo. Het lijkt verrassend, kijkend naar Kuipers’ loopbaan. Hij werd onder meer uitgeroepen tot zorgmanager van het jaar in 2017 en voert dit jaar voor het tweede jaar de lijst van invloedrijkste personen in de zorg aan. Bij de opsomming van de prijzen, roept Kuipers: “Houd op!” Over zijn rol als bestuurder is hij bescheiden. Zo’n prijs als zorgmanager van het jaar win je niet als bedrijf, maar als organisatie, zei hij toen hij die titel kreeg.

Bruggenloop

Wel nam Kuipers bijna deel aan de Bruggenloop van 2017. Het Erasmus MC doet al sinds jaren met een groot aantal medewerkers mee aan die loop. “Dat organiseren we altijd samen met de ondernemersraad. We begonnen met driehonderd gesponsorde plaatsen. Die waren zo vol. Ook de vierhonderd in het jaar erop. Op enig moment zei de voorzitter van de ondernemingsraad: ‘Als je achthonderd slots ter beschikking stelt, krijgen we die ook zo vol.’ Ik heb toen gezegd dat dat goed was, maar ‘dan verwacht ik wel dat jij ook meeloopt’. Hij was zo alert om direct tegen mij te zeggen: ‘Dan moet jij ook, Ernst.’ Daar heb ik uiteraard ‘ja’ opgezegd. Die zondag zat ik aangekleed en wel in de auto op weg naar de loop. Maar het sneeuwde die dag ontzettend, het was met minder dan vijftig kilometer per uur over de snelweg glibberen.” Hij werd gebeld dat de Bruggenloop was afgelast. Dat was heel jammer: “Ik had er zo mijn zinnen opgezet.”

Tot een nieuwe poging mee te doen aan een event is het niet gekomen. “Ik denk dat het vooral de vrijheid is om zelf te kunnen bepalen wanneer je gaat. De deur uit te kunnen en te lopen waar je naar toe wil. Afhankelijk van hoeveel zin in heb bepaal ik mijn rondjes. Meestal zijn het allerlei variaties van rondjes.” Kuipers kent zijn loopomgeving als zijn broekzak en geniet ervan om naar stille plekken te lopen. “Dan kom je veel wild tegen. Regelmatig herten en soms een wild zwijn.”

Telefoon mee

“Elke vorm van lichamelijke inspanning is goed voor je. Iedereen doet dat op zijn manier. Bewegen leidt af, is goed voor je gezondheid en je kunt meer hebben.” In de eerste twee weken van de crisis, toen Kuipers helemaal niet aan zijn hardlooprondes toe kwam, pakte hij bewust wat vaker de trap naar de veertiende etage. “Dat is natuurlijk vergeleken met hardlopen niets, maar het helpt je even. Je doet even wel wat. Dat zijn de simpele dingen. Maar op een gegeven moment werd ik er ook onrustig van. Dan moet ik weer gaan hardlopen en ik kreeg het gevoel mijn conditie te verliezen.” Die twee weken waren de langste periode waarin hij niet liep.

Weer beginnen met hardlopen was na die twee weken continu bereikbaar zijn wel even zoeken, bekent Kuipers. Normaal gesproken loopt hij nooit met telefoon of oortjes, “daar ben ik wars van”. Maar toch ging de telefoon de eerste paar keer mee. “Dan hoor je ‘pling’ en dan nog eens ‘pling, pling’. Toch maar kijken naar al die berichtjes en terugbellen. Dan sta je twintig minuten te bellen. Toen ben ik maar weer terug naar huis gegaan. Ik had er vijf kilometer op zitten terwijl ik ging voor anderhalf uur rennen.” Uiteindelijk vond hij meer ruimte, waarschuwt hij bepaalde personen dat hij even anderhalf uur onbereikbaar is, of schakelt hij zijn telefoon door naar iemand die voor hem waarneemt. “En soms ga ik ’s morgens heel vroeg voor het werk. Met deze lange zomerse dagen kan dat.” Kuipers heeft een hekel aan rennen in het donker, vertelt hij, “in de winter loop ik ’s avonds op de loopband”.

Ook zijn medewerkers stimuleert hij te gaan sporten. Door onder meer als team mee te doen aan evenementen als de Bruggenloop, de Marathon Rotterdam, of fietstochten voor het goede doel. Daarnaast is er in het nog relatief nieuwe gebouw – het werd in mei 2018 geopend – op de eerste etage een fitnessruimte waar medewerkers tegen een gereduceerd tarief kunnen sporten.

Adembenemend uitzicht

En toch even over dat gebouw. Midden in het centrum van Rotterdam staat het, zo’n 400.000 vierkante meter aan ruimte voor ziekenhuis, universiteit en onderzoek. Met een passage waar zoveel licht en ruimte is dat het lijkt alsof je buiten loopt. Er werken 14 duizend medewerkers en normaal gesproken zijn er 3600 studenten en tienduizenden patiënten. Het uitzicht over de stad vanuit Kuipers’ kantoor is adembenemend. Vol trots vertelt Kuipers over hoe hij de nieuwbouw van de opslag bij Museum Boijmans Van Beuningen heeft kunnen volgen. “En daar zie je nog net het puntje van de Erasmusbrug en daar achter dat cruiseschip de Maastoren.”

In de vensterbank prijkt nog een prijs, die voor beste gebouw 2019. Het academisch ziekenhuis won die prijs in de categorie ‘stimulerende omgevingen’. Prijzen in het hardlopen zijn er niet voor Kuipers, prijzen streeft hij sowieso niet na. “Maar ik kan mezelf wel pushen om meer te geven tijdens een training. Ik haal mijn uitdaging in de afstand of houd een wedstrijdje met mezelf.”

Marathon

Sinds een jaar of tien loopt hij met een horloge, een ‘gebruikte’ van zijn echtgenote. “Dat begon vooral om de afstand te kunnen zien. Want zo’n borstband vind ik maar niets.” Tegenwoordig loopt hij met een zonder band waarop je vanalles kunt volgen: hartslag, tijd, afstand, snelheid. “Dat horloge houd je eerst drie weken dag en nacht om zodat hij je herkent, om hem vervolgens niet meer af te doen.” Hij kijkt er tijdens het rennen iedere kilometer op. “Wordt een gewoonte. En dan moet het soms toch nog even sneller dan de vorige kilometer.”

Soms vragen vrienden of hij wel eens een marathon heeft gelopen. “Nee, nooit. Daar moet je langere tijd intensief voor trainen en veel kilometers maken. Die tijd heb ik gewoonweg niet. Een marathon lopen op een heel langzaam tempo, dat is niets voor mij.”

Trainingsschema

Terugkijkend denkt Kuipers dat hij zich, toen hij begon met rennen, misschien meteen bij een goede loopclub met trainer had moeten aansluiten. “Ik ben door schade en schande wijs geworden. Nu is het zo goed, nu hoeft dat niet meer. Mensen reageren soms ook wel verbaasd dat ik geen blessures loop, maar ik weet ondertussen, even afkloppen, aardig goed dat als ik ergens iets voel, dat ik dan daar goed moet rekken. En natuurlijk dat een goede warming up helpt en tijdig nieuwe schoenen kopen.”

“In de loop der jaren zoek je eens wat op en je leest wat. Krijg je af en toe een trainingsschema doorgestuurd: wissel af met interval of heuveltraining in plaats van elke keer dezelfde afstand op het zelfde tempo. Nog zo’n eye-opener: rust. Iemand die zei, jaren geleden, ‘ga ook eens af en toe wat langzamer lopen’.”

Die rust en ontspanning nemen is sowieso belangrijk, gaat Kuipers verder. Die vindt hij door te lezen en hout te hakken. “Waar ik woon is altijd wat te hakken, ik heb een houtvoorraad voor jaren.” Hij lacht en vertelt: “Mijn secretaresse antwoordde bij een interview over onze samenwerking, op de vraag of ‘Ernst wel eens wat verkeerd doet’: ‘Ernst heeft na zoveel jaar nog steeds niet begrepen dat er maar 24 uur in een dag zitten. Dat moet hij nog een keer leren.’”

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?