En wat als smart-technologie uiteindelijk ook onze geliefde marathonsport heeft bereikt, bedacht ik me tijdens een intervaltraining door het kronkelige Rembrandtpark in Amsterdam. Ik verkeerde in een melancholieke bui, waardoor de urgentie van de inval me verraste. Het was de training van
de vallende bladeren. Het fietspad waar ik over liep, was volgelopen met plassen. Met vuile kuiten zou ik weer teruggaan naar huis. De avond begon al te vallen. Ik kon de vogels in de bomen onderscheiden. Dit was hardlopen zoals hardlopen moet zijn. Je voelt je hartslag, je ziet je adem wolkjes maken en de voet maakt lekker contact met natte aarde. Een bocht nemen kost kracht en dat voel je. Leven.
Vergeleken daarmee had wat Kipchoge in Wenen deed de uitstraling van een sciencefictionfilm. Vergezeld door tien eliterenners dartelde hij lichtvoetig strak geregisseerde rondjes door een landschap dat speciaal was klaargemaakt om geschiedenis te schrijven. Die hazen – een soort van
Star Trek-commandogroep – liepen in een V-formatie die knappe koppen aan de TU Eindhoven hadden bedacht. De luchtweerstand werd tot een minimum beperkt, wat vreemd is want als er iets is wat je nodig hebt als loper is lucht, maar blijkbaar kunnen de goden het zonder af. Die zijn
gewichtsloos. Ik vond het allemaal prachtig, deze samenkomst van mens en techniek. Op de sociale media werd de prestatie met chagrijn ontvangen. Door alles zo te controleren verloor de marathon zijn authenticiteit. De lol was er vanaf. De marathon een veredelde tien kilometer. Adieu afzien, lijden en sterven.
Wat ik zag, is dat de love-story tussen Afrikaans talent en westerse wetenschap zeer vruchtbaar is gebleken. Ook commercieel gezien. De sportmerken weten dat niemand een schoen koopt om een tien kilometer te lopen, je koopt een schoen om een marathon te lopen. De marathonschoen is
een relikwie geworden, een potentieel vliegend tapijt dat de atleet over het asfalt laat vliegen. Wie schoenen koopt, koopt een lichtvoetige droom met een gezellig prijskaartje eraan. Hoe harder Kipchoge ontkent dat het door de schoen kwam, hoe meer mensen richting winkel trekken. Met bewondering keek ik naar Sifan Hassan. Een brok snelheid, vuurloper. De kritiek aan haar adres dat ze de gevallen coach Salazar bleef steunen, beantwoordde ze met twee wereldtitels. Ze had niks te verbergen. Salazar bracht in zijn groep wetenschap en talent bij elkaar. Hassan wilde
van de dopingaantijgingen niks weten. Terecht, want zolang ze niet betrapt is op doping, is ze onschuldig. De vraag die gesteld moet worden, is of de wetenschap gewoon niet veel slimmer is geworden dan de atleet. Het zijn niet alleen de schoenen en de windtunnel, het zijn ook medicijnen en preparaten, voedsel en vitamines. Je bent wel gek als atleet om daar niet je voordeel mee te doen. En de Afrikaanse lopers doen wat westerse lopers al jaren deden: meegaan in verandering en innovatie.
Wat de laatste onwaarschijnlijke successen van de Afrikaanse atleten laten zien, is dat het hardlopen zijn tijd ver vooruit is. De laatste kilometer van mijn training zit ik aan mijn limiet, daarvoor hoef ik niet eens op mijn horloge te kijken. Ik doe nog wat rek- en strekoefeningen en het voelt alsof ik voor het allereerst heb getraind. De hartslag zakt gestaag, de benen vermoeid drentel ik terug naar huis. Ik verheug me op morgen. En misschien wordt het tijd voor nieuwe schoenen. Een mens houdt van verandering, ook wanneer het niet nodig is.