Bob Verbeeck: De man die Europa in beweging wil brengen

Een anonieme klassering tijdens een scholencross op 13-jarige leeftijd bleek voor Bob Verbeeck het begin van een levenslange carrière in de sport. Het bracht hem onder andere een studiebeurs in de Verenigde Staten, olympische deelname én een eigen bedrijf. Met dat bedrijf, Golazo, wil hij ook de rest van Europa in beweging krijgen. Een portret van een oud-atleet, ondernemer, verzamelaar en overtuigd Europeaan.

Golazo is een van de snelst groeiende ondernemingen in Europa. Steeds meer sporters zijn inmiddels bekend met het bedrijf. En als ze dat niet zijn, dan zijn ze het wel met evenementen als de Marathon Rotterdam en de 4 Mijl van Groningen of de Hardlopen met Evy-app. Het is slechts een kleine greep uit het uitgebreide portfolio van het oorspronkelijk Belgische bedrijf. Het toont de veelzijdigheid van dit bedrijf dat zich ten doel heeft gesteld om iedere Europeaan minimaal een half uur per dag te laten bewegen. Een missie die werd geformuleerd door oprichter Bob Verbeeck. RunningNL zocht hem op in het hoofdkantoor van Golazo in het Belgische Paal om uit te zoeken wat deze man beweegt.

sportpater

Hij is 13 jaar als hij voor het eerst deelneemt aan een veldloop. Het gebeurt op aandringen van een van zijn docenten: ‘sportpater’ Jerome van Landeghem, de man die al in de jaren zestig de deugden van beweging predikt. Verbeeck is geen uitzonderlijk talent en moet genoegen nemen met een klassering in de anonieme middenmoot. Maar op dat drassige veld in Belgisch Limburg raakt hij onmiddellijk bevlogen door het lopen. Hij sluit zich aan bij de Looise Atletiekvereniging en dan gaat het snel. ‘Na twee jaar werd ik voor het eerst Belgisch kampioen,’ zo herinnert Verbeeck zich.

Ik was toen 15 jaar en verkocht in mijn eentje net zoveel steunkaarten als de rest van de club bij elkaar.

In 1978 weet hij zich voor het eerst te kwalificeren voor een buitenlands toernooi. Verbeeck reist af naar de Europese kampioenschappen voor junioren in het Poolse Bydgoszcz. Hij wordt vijfde en weet zich daarmee in de kijker te lopen van de scouts van verschillende Amerikaanse universiteiten die Europa afstruinen op zoek naar jeugdig atletiektalent dat de kleuren van hun universiteit wil verdedigen. Hij kiest voor een sportbeurs aan de Iowa State University. Hij traint daar onder andere met een aantal Keniaanse atleten. Hij raakt bevriend met atleten als Yobes Ondieki, de eerste atleet die onder de 27 minuten wist te duiken op de 10.000 meter. ‘Ik heb ook veel met Patrick Sang, de trainer van wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, getraind. Hij was toen steepleloper.’

Olympische Spelen

Zijn beste jaar is 1984. ‘Ik heb 10 jaar moeten lopen om mijn beste niveau te halen. Dat is die befaamde 10.000-urenregel.’ Hij loopt dat jaar 3.36 op de 1500 meter en 13.24 op de 5000 meter. Het is ook het jaar van de Olympische Spelen in Los Angeles. De Spelen waarin Carl Lewis het record van Jesse Owens evenaart met 4 gouden medailles. Verbeeck reist af naar de Spelen en weet zich te kwalificeren voor de halve finale op de 5000 meter. Een jaar later behaalt hij zijn belangrijkste titel. Verbeeck wordt Europees indoorkampioen op de 3000 meter. Het is meteen het laatste jaar als topsporter. ‘Ik was een voorvoetloper en begon in die periode last te krijgen van blessures. Ik ben toen gestopt met topsport. Ik ben wel nog verder blijven trainen. Ik liep in 1988 nog een keer 28.10 op de 10.000 meter, maar toen liep ik al bijna geen wedstrijden meer omdat ik volop aan het studeren was. En ik werkte bovendien als assistent statistiek op de universiteit met een specialisatie in databasemanagement.’

Bob Verbeeck verslaat Peter Elliott in Brussel (1984)

Met het einde van zijn topsportcarrière komt het ondernemerschap voorzichtig in zicht. Toch blijkt het niet direct een roeping. Je zou verwachten dat het vlammetje van het ondernemerschap ontwaakt in de Verenigde Staten, het land van de onbegrensde denken. Maar niets is minder waar. ‘Mijn droom was om voor een topbedrijf als Procter & Gamble te werken. Ik was wel in de Verenigde Staten voor mijn sport, maar ik heb nooit gedacht aan een bedrijf in de sport. Het woord sportmarketing bestond niet. Er waren geen bedrijven die via de sport hun geld verdienden. Een bedrijf als het onze bestond nergens ter wereld. Het was de tijd dat de New York Road Runners [de organisatie achter de New York City Marathon; red.], LeChampion en Brussels Promotion werden opgericht, maar dat waren allemaal stichtingen en verenigingen.’ Na zijn studie gaat Verbeeck ook daadwerkelijk aan de slag bij Procter & Gamble. ‘Ik werd inkoper chemicaliën, voornamelijk fosfaten en enzymen voor de wasmiddelen. Dat was een hele boeiende job en ik reisde veel. Toch besefte ik al snel dat ik daar niet de rest van mijn leven wilde slijten.’

elektriciteitswinkeltje

Het is dan 1990. Verbeeck besluit samen met zijn vrouw een eigen bedrijf te beginnen: Consultants in Sports, kortweg CIS. Terugkijkend moet Verbeeck erkennen dat het vuur van het ondernemerschap al een aantal jaren als een veenbrand onder de oppervlakte smoorde. ‘Ik kom uit een familie van mijnwerkers. Mijn vader was de eerste in zijn familie die nog verder mocht studeren na zijn lagere school. Hij mocht naar de technische school en werd elektricien. In eerste instantie werkte hij bij Tessenderlo Chemie, de chemische fabriek in het dorp. Na de oorlog is hij een eigen elektriciteitswinkeltje begonnen. Hij ging dan bij mensen thuis elektriciteit plaatsen. Eerst alleen en daarna met een aantal medewerkers. En zo heeft mijn vader in de gouden periode na de oorlog zijn zaak uitgebouwd. Het ging bij ons thuis dan ook vaak over de winkel,’ vertelt Verbeeck.

Bob Verbeeck aan het werk tijdens de Nike Classic in Tessenderlo

‘Dat ondernemende heb ik wel van hem geërfd. Op de atletiekvereniging moesten we een keer steunkaarten verkopen. Ik was toen 15 jaar en verkocht in mijn eentje net zoveel steunkaarten als de rest van de club bij elkaar. Dus dat verkopen heeft er altijd wel ingezeten, ook al was ik niet van plan om een eigen zaak te hebben.’ Ook als hij in 1986, 4 jaar voor de oprichting van CIS, voor het eerst een wedstrijd organiseert, vat Verbeeck niet direct het plan op om er een onderneming van te maken. Sterker nog, het organiseren van die wedstrijd is uit noodzaak geboren. Toch is de oplossing die hij verzint exemplarisch voor zijn ondernemende geest. ‘Ik was in 1985 gestopt als topatleet. Nike wilde dan ook mijn contract ontbinden, maar ik had dat geld echt nodig om te overleven. Ik heb toen bij Nike voorgesteld dat ik zou stoppen met topsport maar de vergoeding zou behouden en in ruil daarvoor een wegwedstrijd voor hen zou organiseren. Dat werd de Nike Classic in Tessenderlo.’ Een wedstrijd die tot op de dag van vandaag georganiseerd wordt.

Dam tot Damloop

Het evenement slaat meteen aan. ‘In die tijd waren er nog bijna geen wegwedstrijden. Het was het absolute begin. Ik weet nog dat wij gehoopt hadden op een eerste editie met 1000 deelnemers, maar het werden er meteen al 2000. Je had de 20 van Brussel die, als ik het mij goed herinner, iets van 5000 deelnemers hadden en daarna kwamen wij al met de Nike classic. En dat in een dorpje van 3.000 inwoners.’ Verbeeck was in staat om zijn toelage te houden en zag dat het mogelijk was geld te verdienen met het organiseren van evenementen. De basis voor CIS is met die wedstrijd gelegd.

Met Nike heeft hij een mooie opdrachtgever. Al snel komt daar nog een grote multinational bij. Hij gaat wedstrijden organiseren voor Lipton. Het merk is onderdeel van Unilever, dat in die tijd nog onder de naam Van den Bergh Foods actief is. Hij is dan ook al snel in Nederland actief. ‘Twee jaar na de oprichting van CIS werkten we ook voor Nike Nederland en Lipton en organiseerden we ook een loop in Scheveningen. Dat deden we samen met Truus van Amstel. Samen hebben wij ook de eerste elektronische tijdwaarneming gedaan bij de Dam tot Damloop. En toen deed de organisatie de tijdsregistratie nog handmatig op papiertjes schrijven. Wij hadden een eigen systeem ontwikkeld, met behulp van een systeem met barcodescanners die je in de winkels gebruikt. Bovendien hebben we ook Nike bij de Dam tot Damloop binnen gebracht.’ Nike zou uiteindelijk tot en met 2011 aan dit evenement verbonden blijven.

Octagon

Het is een tijd van pionieren. ‘Je moest bijvoorbeeld flyers versturen. De mensen vulden dan de flyer in, moesten die opsturen in een envelop met een postzegel. Dan stuurden wij weer een brief terug met de bevestiging dat ze waren ingeschreven. En soms zat er geld of een cheque in de envelop. Maar in de meeste gevallen werd er ook nog apart via de bank overgeschreven en die twee moest je dan matchen. Wij waren ook de eersten die met een database werkten.’ Zijn specialisatie op de universiteit komt hem al snel goed van pas. ‘We waren de eersten die informatie invoerden en ook nog eens bewaarden. Nu heeft iedereen het over data, maar toen deed niemand dat.’ Verbeeck leert in die tijd het vak van onderop. ‘Ik heb alles in dit bedrijf gedaan. Van data entry tot speakeren, van goodiebags vullen tot de medewerkersfeestjes, noem het maar op.’

Nu heeft iedereen het over data, maar toen deed niemand dat.

We zijn dan nog steeds ruim een decennium verwijderd van de oprichting van Golazo. Dit zal pas in 2007 gebeuren, nadat hij in het begin van dit millennium in eerste instantie een deel van zijn bedrijf verkoopt aan het Amerikaanse sportmarketingbureau Octagon. Niet veel later zal hij ook de rest van het bedrijf aan hen overdragen. Verbeeck is dan 42. Het bedrijf lijkt in goede handen en hij wil zijn eigen rol afbouwen en zich richten op iets nieuws. Hij koopt de Memorial Van Damme, de wedstrijd die inmiddels is uitgegroeid tot het jaarlijkse slotspektakel van de Diamond League.

Maar al snel blijkt het minder te gaan bij Octagon en bovendien blijken er verschillen van inzicht over de te varen koers. ‘Ik vond dat we meer evenementen zelf moesten organiseren, zelf in eigendom hebben en ook zelf exploiteren. Octagon vond dat te risicovol. En ik vond ook dat we meer een digitale weg richting het internet moesten omarmen. Zij vonden dat de basis consultancy moest zijn. Toen heb ik het bedrijf kunnen terugkopen. Maar toen heb ik in overleg met mijn echtgenote besloten dat ik me ging focussen op België.’ Dat werd de geboorte van Golazo. ‘Toen we begonnen hadden we zo’n dertig tot veertig evenementen. Die hebben we in een periode van ongeveer zeven jaar uitgebreid naar 200 met de nadruk op running op alle niveaus en cycling.’ Daarnaast ontwikkelt het bedrijf zich ook op andere vlakken. Denk hierbij aan de conditietesten en trainingsschema’s van Energy Lab en de representatie van topatleten.

verzamelaar

Zo opgesomd ontstaat een beeld van Verbeeck als een slimme en strategische ondernemer. Dat is zeker het geval, maar het beeld is tegelijkertijd te eenzijdig. Niet elke beslissing is te verklaren vanuit rendementsdoelstellingen en kwartaalcijfers. Waarom blijft Golazo bijvoorbeeld een atletiekklassieker als de Nacht van Heusden organiseren, waar hij geld op toe moet leggen? ‘Zo blijven we ook de Crosscup organiseren, no matter what. Een normaal bedrijf zou al lang gezegd hebben dat het waanzin is om die 7 veldlopen te blijven organiseren. Ik zou bijna willen zeggen dat wij in Europa nog het enige bedrijf zijn dat zich bezig houdt met veldlopen.’ Om hem te begrijpen en uiteindelijk ook om Golazo goed te kunnen begrijpen, dient ook een andere kant van hem te worden belicht.

Verbeeck is al die jaren ook een liefhebber van de sport gebleven. En een liefhebber verzamelt. Hij bouwt aan een verzameling van evenementenklassiekers zoals de Memorial van Damme, de Marathon Rotterdam en de Marmotte. De entree van het kantoor in Paal is een klein museum van bijzondere sportmemorabilia. In het kantoor in Rotterdam hangen bij de ingang twee oude fietsen die hij van een lokale handelaar in vintage rijwielen kocht. In zijn kantoor stond lange tijd de fiets waarop Sven Nijs, de legendarische Belgische veldrijder, zijn laatste wedstrijden reed. Hij heeft een fiets van Bradley Wiggins, van Fabian Cancellara en nog tientallen andere fietsen.

30 minuten

Dit gaat zo goed dat Verbeeck toch weer besluit om zijn vleugels uit te slaan. In 2013 komt Golazo naar Nederland. Er volgen activiteiten in onder andere Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Daarmee komt het bedrijf opnieuw in het vizier van grote internationale spelers. Verbeeck kiest dit keer voor ‘de vlucht vooruit’ zoals hij het zelf omschrijft. Golazo blijft zelfstandig, maar besluit de internationale expansie versneld door te voeren. In dat licht moet ook de beslissing worden gezien om een aantal externe investeerders aan het bedrijf te verbinden. Verbeeck omringt zich sinds een aantal maanden met een aantal gerenommeerde ondernemers uit België en Nederland. Zo sluit onder andere Robert van der Wallen zich aan, de man die enkele jaren geleden zijn eigen bedrijf Brand Loyalty van de hand deed. ‘Het is niet te doen om hun financiële inbreng. Het bedrijf heeft nu een aantal extra vertegenwoordigers die allemaal een enorm netwerk hebben binnen Europa en die nu ook onze missie uitdragen. En die toegang tot beslissingsnemers zeker makkelijker maken, zodanig dat we toegang hebben tot bredere netwerken en tot bredere communities die we dan hopelijk ook aan het bewegen krijgen. De belangrijkste reden voor deze beslissing is dat ik ervan overtuigd ben dat we in dit grotere bedrijf ook extra expertise aan boord moeten halen. Het fijne van het groeien van het bedrijf is dat we in onze missie beter begrepen worden.’

Gezondheidszorg is eigenlijk geen gezondheidszorg, het is eigenlijk ziektezorg. Je krijgt zorg als je ziek bent. Er wordt heel weinig gedaan om je gezond te houden.

Die missie is de afgelopen jaren steeds verder uitgekristalliseerd. ‘Wij willen ijveren voor een gezondere wereld. En dat kun je niet alleen doen. Als je iedereen aan het bewegen wilt krijgen, dertig minuten per dag, dan heb je veel partijen nodig. Dan heb je niet alleen je eigen evenementen nodig, maar eigenlijk ook partijen zoals steden en het bedrijfsleven. Samen ga je een traject in waarbij je ervoor gaat zorgen dat mensen elke dag gaan bewegen. Dat doen we nu door onze eigen evenementen en zullen in de toekomst ook meer en meer gebruik maken van technologie door virtual events, digitale challenges en tracking te omarmen. En door een goede dialoog op te starten met mensen die grote communities hebben of die grote communities verbinden. Dat kunnen mediakanalen zijn, of merken. Zo hebben we net in Nederland een belangrijk partnership afgesloten met KLM. Dit is een fantastische partner voor ons. KLM heeft honderdduizenden klanten die na een vlucht er ook goed aan doen om te bewegen.’

preventieve gezondheidszorg

Ook al wordt de missie van Golazo steeds duidelijker, dit betekent niet dat dit ook geldt voor de werkwijze van het bedrijf. De geformuleerde missie zorgt ervoor dat het bedrijf komende jaren veel nieuwe initiatieven zal blijven ontplooien. ‘Als je aan mensen vraagt in welke sector Golazo zich bevindt, zullen de meesten het antwoord geven dat Golazo in de sportsector zit. Het wordt gezien als een sportbedrijf, terwijl ikzelf vind dat we eerder in de preventieve gezondheidszorg zitten. En daar gaan we nog veel sterker op inzetten. We zijn veel meer een bedrijf dat moet zorgen dat mensen niet ziek worden of op zijn minst minder snel ziek worden. Op het moment dat de mensen ziek zijn, is het problematisch, dan is het dikwijls uit onze handen, dan komt de echte gezondheidszorg. Bewegen is de beste remedie om niet ziek te worden. Dat is duidelijk voor iedereen. Daarnaast heb je natuurlijk ook een aantal andere facetten. Gezond eten, doelen stellen in je leven, weten waarvoor je leeft, invulling geven aan je dag, je sociale structuur, met wie omgeef je je, wie geeft jou energie en aan wie geef jij energie, stressmanagement. Uiteindelijk zal Golazo in de volgende jaren zich ook meer gaan profileren in deze domeinen, maar het begint bij bewegen. Want ik ben ervan overtuigd dat als je meer gaat bewegen, je ook meer op je voeding gaat letten. Dat je sowieso je dagindeling gaat aanpassen, dat je met bewegen andere mensen leert kennen. Het zijn allemaal effecten van bewegen die uiteindelijk leiden tot een gelukkiger en gezonder leven.’

Hij heeft ook nog wel een boodschap voor die partners. Verbeeck is van mening dat de focus op topsport nog veel te weinig doorgetrokken wordt naar de maatschappij. ‘Ik zie die kentering als je kijkt naar de Scandinavische sport. De focus ligt daar op beleven en veel minder op het aantal olympische medailles. Die medailles zijn belangrijk, maar er is een veel te kleine focus op de preventieve gezondheidszorg. Op dit moment gaat maar 10 procent van het budget van de gezondheidszorg naar preventie. Gezondheidszorg is eigenlijk geen gezondheidszorg, het is eigenlijk ziektezorg. Je krijgt zorg als je ziek bent. Er wordt heel weinig gedaan om je gezond te houden.’ Hij ziet daar ook een belangrijke taak voor de overheden.

de waarden van de verlichting

Nu Verbeeck zich steeds Europeser gaat oriënteren met Golazo, heeft hij ook nog een andere boodschap voor overheden. Zoals hij een rotsvast geloof heeft in de helende werking van beweging, zo blijkt hij ook een felle pleitbezorger van een verenigd Europa. ‘Ik zie Europa echt als mijn land. Ik vind ook dat we een sterk Europa nodig hebben voor heel wat verschillende dingen. Enerzijds economisch maar ook politiek en ook op het gebied van veiligheid denk ik aan een sterk Europa. Ik geloof heel fel in een verenigd Europa met alle complexiteit die er is. Ik vind ook wat er op dit moment gebeurt met de Brexit onbegrijpelijk, en ook de nationalistische impulsen in de landen. Dus we gaan door best een moeilijke periode, maar ik ben echt een overtuigd Europeaan. Ik denk dat wij als continent enorme waarden hebben die we absoluut moeten verdedigen. Dat zijn de waarden van de verlichting.’

Ik zie Europa echt als mijn land. Ik geloof heel fel in een verenigd Europa met alle complexiteit die er is.

Zijn toekomst en die van Golazo liggen in een sterk en verenigd Europa, zoveel is duidelijk. Maar hoe die toekomst er precies gaat uitzien, kan hij nog niet zeggen. ‘Golazo wordt veel Europeser, zeer zeker. Waar gaat de nadruk op liggen? Over wat we doen, kan ik nu moeilijk wat zeggen. Dat weet ik niet, dat zie ik nog niet. Ik weet dat onze missie om mensen in beweging te krijgen altijd centraal zal staan. En wat we dan doen is eigenlijk secundair. Misschien nog meer massa-evenementen of over 10 jaar zijn we misschien wel één bedrijf, samen met Strava en Zwift. Maar eigenlijk maakt dat niet uit, als we maar trouw zijn aan onze missie.’

230 Watt

En hoe zit het ondertussen met zijn eigen beweging? Zijn gewicht had hij niet altijd onder controle in het verleden, geeft hij eerlijk toe. ‘Het eerste jaar bij Procter & Gamble kwam ik maar liefst 28 kilo aan. Dat was een catastrofe.’ Die periode ligt reeds lang achter hem. In de jaren nadien heeft hij het sporten weer opgepakt. Hardlopen is er niet meer bij, hij richt zich vooral op wandelen en fietsen. Hij probeert zelf het goede voorbeeld te geven, door zich te houden aan zijn eigen richtlijn van 30 minuten bewegen per dag. ‘Ik sport gemiddeld 4,5 uur per week. ‘Ik kies meestal voor een intensieve work-out. Ik sport meestal op een hartslag van 140 tot 150 slagen per minuut. Dat is vrij intensief gezien mijn leeftijd. Gisteren heb ik 45 minuten 230 Watt getrapt, dat is omgerekend 34 kilometer per uur dus dat is nog best hard. In het weekend doe ik dat gewoonlijk als de cyclocross op tv is, dan doe ik dat gewoonlijk op mijn rollerbank met de cyclocrossers mee. Dat is natuurlijk heel Belgisch’, zegt hij glimlachend. En hij heeft nog een goede tip voor iedereen die zijn gewicht in de gaten wil houden. Iedere ochtend stapt hij op de weegschaal.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?