De teek, het gevaarlijkste beest voor de Nederlandse lopers

Lopers in Venezuela die de gebaande paden verlaten lopen kans om in een dodelijke omhelzing van een acht meter lange anaconda terecht te komen. Joggers en trailrunners in Zuid-Afrika moeten oppassen niet tot pulp te worden geplet door een vertegenwoordiger van ‘the big five’. In Nederland is het misschien even opletten als je een Schotse Hooglander wil passeren. Niemand wil aan zijn ‘kapstok’ vastgeprikt worden. Nee, in ons land is er geen bedreiging voor de lopende mannen en vrouwen door enorme beesten. De dreiging om schade op te lopen is er wél, maar dan door een smerig klein parasietje, beter bekend als de teek. Dit is een uit de praktijk opgetekend verhaal met een heel duidelijke waarschuwing. Wie de effecten van het bloedzuigende beestje onderschat kan ernstig in de problemen komen. Met andere woorden ‘the loser teeks it all’.

Open grenzen
Om meer te weten te komen over de teek en dan in relatie tot lezers van ons blad is contact gezocht met Jan Janse. Hij is full-time werkzaam als adviseur Landschap en Cultuurhistorie bij Staatsbosbeheer. En, niet onbelangrijk, een fanatiek hardloper. We spreken Janse half maart als de eerste prille lentekriebels in de natuur merkbaar worden. “Het goede seizoen komt er aan om weer lekker de bossen in te gaan. De zomertijd en de wat hogere temperaturen zijn het startsignaal voor veel sporters om er weer op uit te trekken. Zelf loop ik het hele jaar rond zo’n drie tot vier keer in de week. Hoewel ik geen fan ben van massale loopevenementen, hoop ik ooit in Zuid-Afrika mee te kunnen doen aan de ‘Two Oceans Marathon’, waarvan ik echt wel weet dat hij geen 42 maar 56 kilometer lang is.”

Gevraagd naar de actuele situatie rond de teek in Nederland wordt duidelijk dat er geen juichverhalen te vertellen zijn. “Het worden er sowieso steeds meer in aantal, maar helaas komen er nu ook soorten in Nederland die we het allerminst hier willen tegenkomen. Door het warmere klimaat gedijen teken die voorheen alleen in bijvoorbeeld Roemenië of Hongarije leefden ook in ons land. Ze zitten vooral in warme duingebieden, maar er komen ook al berichten dat ze in stadsparken gesignaleerd worden. Die beesten houden zich niet aan grenzen. Ze brengen met de meest bekende ziekte (Lyme) ook verwante ziektekiemen mee. In Zuid-Duitsland wordt al preventief geïnjecteerd om Borreliose tegen te gaan. Op een vakantie met mijn gezin heb ik ons daarom ook laten inenten. Het voorkomt veel schade, Borreliose kan namelijk leiden tot hersenvliesontsteking,”

Tang in portemonnee
Janse is beroepsmatig veel in de natuur te vinden. Naast zijn werk en sportbeoefening zit hij ook vaak in het hoge gras om foto’s te maken. “Omdat ik veel door de natuur struin en daardoor kans loop op ontmoetingen met teken laat ik me eens per drie jaar inenten. Niets zo vervelend als een tekenbeet. Na ieder loop controleer ik mijn lichaam op de aanwezigheid van dit beestje. Je moet vaak goed kijken, want voordat ze zich vullen met jouw bloed zijn het maar kleine stipjes. Ik heb altijd een zogenaamde tekentang in mijn portemonnee. Het is een plat tangetje, kan gemakkelijk worden meegenomen en heeft mij al diverse keren geholpen om – heel voorzichtig – een vastgeprikte teek te verwijderen. Let vooral goed op dat je dit niet te wild doet en dat er geen restanten achterblijven in je lichaam. Gelukkig ben ik nooit ziek geworden, maar een collega van mij is door een tekenbeet arbeidsongeschikt geraakt. Als je de ontmoeting met de teek wil voorkomen probeer dan zo min mogelijk door hoog gras en struikgewas te lopen. Ook in lang gras langs een pad kunnen ze zitten. Blijf midden op de brede bospaden of zelfs op de verharde fietspaden lopen. Het scheelt natuurlijk enorm als je de benen bedekt met een lange pant. Natuurlijk komen ze ook wel eens op andere plaatsen op je lichaam terecht, maar het zijn vooral de benen die gevonden worden. Mocht je toch gebeten worden, iets dat je overigens niet voelt, dan is snelheid geboden. Op de eerste plaats snelheid om het beest te verwijderen. Komt er de inmiddels bij veel mensen wel bekende rode ring dan is het opnieuw snel handelen en langs de huisarts gaan voor antibiotica.”

Week van de Teek
Staatsbosbeheer, maar ook de andere natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten, de Provinciale Landschappen en het IVN hebben campagnes waarmee ze waarschuwen voor dit kleine, maar extreem vervelende beestje. Van 13 tot en met 17 april was er weer de themaweek met de prachtige naam ‘De week van de Teek’. “We willen in deze week, te vinden via www.weekvandeteek.nl, iedereen overtuigen dat voorkomen in dit geval veel beter is dan (proberen) te genezen. Op de site staat werkelijk alles wat je zou moeten weten over de teek. Het is een must voor iedereen die de natuur in wil gaan. Overigens is het net als met muggen dat de één gevoeliger is voor beten dan de ander. Soms loop ik ‘teekloos’ het bos weer uit en moet mijn collega wel twintig keer zijn tang hanteren. Ze ruiken kennelijk wie ze moeten hebben. Ik ga straks nog even een stukje lopen en ben nu eind maart al weer veel meer alert op mijn lichaam als in de koude wintermaanden. Het is nu gelukkig nog best frisjes, zodat lopen in een lange loopbroek en in shirts met lange mouwen geen probleem oplevert.”

Vage klachten
Dat het behoorlijk mis kan gaan wordt duidelijk in de verhalen van Ingrid Peperkamp en Els Machielsen. Beiden verloren de strijd van het mini-torretje en hebben daar nog steeds last van. Ingrid (53) werd drie jaar geleden te grazen genomen in haar toenmalige woonplaats Wageningen. De loopster die vooral trots is op het afwerken van een zware 100 kilometerloop in Frankrijk in elf uur, kon na de Eiger Ultra Trail letterlijk geen stap meer zetten. Een griezelverhaal. “Het was na een gewone training vlakbij huis toen ik onder de douche twee teken ontdekte. Ik heb ze er af gekregen, maar kennelijk was er toch iets blijven zitten. Shit, daar was die rode vlek. Met dit duidelijke signaal ben ik naar de huisarts gegaan. Die bekeek het eens, vroeg of ik de teek bewaard had, maar gaf als diagnose dat er sprake was van huiduitslag. Normaal laat ik me niet zo gemakkelijk wegsturen, maar ik dacht er verder niet teveel over na. Wel over de vraag of ik de teek bewaard had. Ja, want zijn dat voor vragen. Moet ik hem in een potje op de schoorsteen koesteren of zo. Het bleek later dat uitgerekend in Wageningen er onderzoek gedaan wordt naar de verschillende soorten teken en hun effect. Maar ja, ik wilde gewoon weer hard gaan lopen en was ingeschreven voor de zware Eiger Trail. In de voorbereiding begon het al mis te gaan. Ik kreeg vage klachten zoals ernstige keelpijn, griepverschijnselen die ik niet kende, maar ik heb alles genegeerd. Ik ben gestart. Na de eerste klim naar de Falkhorn op 2670 meter hoog dacht ik al dat het mis zou gaan. Daar ben ik uit de wedstrijd gegaan en ter plekke bij de verzorgingspost als een blok in slaap gevallen.”

Mega moe
De terugtocht van Peperkamp ging per helikopter en met hulp van Sabine de Vries is ze van haar hotel naar de EHBO gekomen. Nadat de ernstige uitdroging was verholpen (2 liter vocht!) werd de weg vervolgd naar het ziekenhuis. “Nu wil ik weten wat er met mijn lichaam aan de hand is. Alles moet onderzocht worden en wel onmiddellijk. Dat ‘alles’ in orde was, behalve dat ik Lyme had, heeft me in ieder geval een excuus opgeleverd van mijn voormalige huisarts. Het kwaad was echter al geschied. Ik was mega moe. Om naar beneden te komen vanaf mijn bank duurde al dertig minuten om er alleen maar over na te denken. Als ik dan buiten was, had ik al weer schrik om de hele weg terug te moeten. Bizar was ook dat ik nergens behandeld kon worden. Ik wilde na een paar antibioticakuren naar de specialisten van het Radboud UMC in Nijmegen. Dat kon niet, want Wageningen lag niet in hun regio…..Via een achterdeur ben ik Zwolle gekomen en daar specialistisch behandeld. De kuur was heftig. Mijn energie was volledig weg. Soms weet je niet eens meer wat je zegt. Het was voor mij het signaal om mijn weerstand zelf op te gaan bouwen. Ik kon werkelijk nog geen tien meter wandelen. Met aangepaste voeding is de start gemaakt. Alle suikers er uit en dan maar kiezen voor smerige dingen zoals zeewier, als het maar werkt. Langzaam ging de energiemeter weer omhoog. Was ook broodnodig, want niet kunnen sporten is vreselijk!”

Lotgenoten
Waar Peperkamp ook achter kwam, was dat ze niet alleen op de (Lyme)wereld was. “Nadat ik weer wat kilometers kon afwerken, vaak gevolgd door weken herstel, was ik bij de Galgenbergmarathon beland. Daar sprak ik over Lyme en bleken er tussen de 80 deelnemers vier mensen te zitten die allemaal besmet waren. Omdat zij snel en direct veel antibiotica hadden gekregen was de schade beperkt gebleven, maar ik schrok van dit aantal lotgenoten.” Els Machielsen (59) is ook zo’n lotgenoot. Minder wedstrijdgericht dan Peperkamp was ze een kleine 20 jaar geleden wel actief op crossen en halve marathons. “Mijn conditie was door het lopen zo goed, dat ik – hoewel ik nooit op de racefiets zat – zonder problemen mee kon komen met Luik-Bastenaken-Luik”, meldt de Bredase. “Het was 18 jaar geleden dat het mis ging. Met onze toen nog kleine kinderen waren we die zomer op vakantie op de Waddeneilanden. Daar vond ik voor het eerst van mijn leven een teek op mijn lichaam. Mijn man heeft hem toen handmatig er uit gehaald. Tegen de winter begon het gedoe. Ik kreeg uitvalsverschijnselen, zag soms niet goed en had niet de kracht om bijvoorbeeld de kinderen in het fietsstoeltje te tillen. De medici konden niets vinden, maar vermoeden dat ik wellicht Multiple Sclerose beter bekend als MS zou hebben. Later werd na vervolgonderzoeken weer de diagnose ‘het is psychisch’ gegeven. Pas toen een vriendin langs kwam met een boekje over Lyme ben ik teruggegaan naar dezelfde internist. Die wilde er opnieuw niets van weten. Er was geen rode kring geweest dus….Uiteindelijk is er toch getest op Lyme en was het duidelijk waarom deze internist mijn huisarts schreef dat hij kan begrijpen dat ‘patiënt niet meer terug wil komen bij mij’, dat had hij juist ingeschat!”

Van infuus naar marathon
De veel te late behandeling had tot gevolg dat Machielsen zes weken lang iedere dag naar het ziekenhuis moest komen om aan het infuus gelegd te worden. “Ik had geen gezond plekje meer op mijn armen over, want iedere dag werd er ook opnieuw geprikt. Het is ook nooit helemaal uit mijn lichaam verdwenen. Tot vijf jaar terug kreeg ik om de paar jaar herhalingskuren antibiotica. De bacterie verbergt zich kennelijk en komt terug als je bijvoorbeeld door griep verzwakt bent. Ik moet mijn weerstand met extra vitamines en alternatieve geneesmiddelen constant op peil houden. Even afkloppen, maar het gaat nu na 18 jaar sukkelen weer redelijk goed. Ik train weer drie keer in de week en wil proberen om ondanks deze ellende dit najaar mezelf een sportief cadeau voor mijn 60e verjaardag te geven. Onze dochter woont in New York en dan is het een kleine stap om daar je marathondebuut te maken. Mijn streeftijd? Ik heb met 4.55 uur ingeschreven, maar uitlopen is het doel.” Ook Peperkamp richt zich weer met enig optimisme op dit nog relatief verse loopjaar. “Met krachttraining bouw ik langzaam weer wat op. Ik heb al weer een paar mooie trailruns gespot voor deze zomer. Na drie jaar gruwelijk afzien hoop ik weer onbezorgd door de natuur te kunnen lopen, ja, een run van vijftig kilometer moet wel mogelijk zijn.”

Is er na deze opsomming van sportief leed dan helemaal niets positiefs over de teek te melden? Het antwoord bevat drie letters, met als laatste twee een E.

Dit artikel verscheen eerder in Losse Veter magazine 11.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?