Hart Loop Challenge: kansarme gezinnen met kinderen een steuntje in de rug geven

Rotterdam is de armste stad van Nederland, stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek in het in 2018 gepubliceerde tweejaarlijkse rapport Armoede en sociale uitsluiting. Van de Rotterdammers leeft 15,4 procent onder de armoedegrens. Bovendien zijn er meer mensen langdurig arm.

Huishoudens met een armoederisico hebben hogere zorgkosten, een minder goede gezondheid, een ongezondere leefstijl (ze bewegen minder, roken meer en zijn vaker te dik) en een lagere (gezonde) levensverwachting dan personen met een hoger inkomen. Bovendien is de kans op sociale uitsluiting groter en de maatschappelijke betrokkenheid geringer.

Kinderen, die in de regel niet voor de financiële problemen verantwoordelijk kunnen worden gehouden, gaan wel gebukt onder de armoede. Een lidmaatschap voor een sportclub zit er voor hen vaak niet in, net als dat bijvoorbeeld nieuwe kleding of een vakantie geen vanzelfsprekendheid is.

In totaal leefden in Nederland in 2017 ruim 277.000 minderjarige kinderen in een huishouden met een laag inkomen. Voor bijna 110.000 kinderen was dat al vier jaar of langer het geval.

Voor Nationale-Nederlanden vormde dit gegeven de reden om, in samenwerking met de Linda Foundation en MKB Rotterdam Rijnmond, rondom de NN Marathon Rotterdam een actie te starten: de Hart Loop Challenge. Doel van dit initiatief is om zoveel mogelijk geld op te halen voor kansarme gezinnen met kinderen in Rotterdam. Dat doet Nationale-Nederlanden door zakelijke klanten, en hun medewerkers en MKB de kwartmarathon te laten lopen voor dit goede doel en zo sponsorgeld op te halen. Susan Krumins treedt daarbij ambassadeur op. De nummer twee op de 10.000 meter vorige zomer bij het EK atletiek in Berlijn voorziet de deelnemers van hardloopadviezen en doet bovendien zelf aan de kwartmarathon mee.

Met het ingezamelde geld worden cadeaukaarten aangeschaft, als steuntje in de rug voor gezinnen met kinderen die leven onder de armoedegrens. Die kaarten kunnen naar eigen voorkeur worden ingewisseld.

Drie deelnemers vertellen, in monoloogvorm, waarom ze voor dit goede doel lopen. Maar bovenal wat hardlopen voor hen betekent.

Ronald Barends (50),Dordrecht


foto: Wouter Roosenboom

Na het hardlopen kan ik weer fris tegenaan

‘Toen ik door de Nationale-Nederlanden hoofdsponsor van NN Marathon Rotterdam werd gevraagd om voor de Linda Foundation op de kwartafstand te starten, kon ik geen reden bedenken om nee te zeggen. Het doel en de aanpak steun ik van harte. Want wast is mooier dan mensen in een kansarme situatie een hart onder de riem te steken? Zeker als er kinderen bij betrokken zijn.
Dat er geen geld wordt gegeven maar een box met waardebonnen die naar eigen inzicht kan worden besteed, vind ik een goede aanpak. Dan weet je dat de kinderen er ook echt van profiteren, hetgeen het streven is. Want elk kind heeft af en toe recht op een cadeautje.
In die 10,5 kilometer schuilt een mooie uitdaging en stok achter de deur. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, heb pas twee keer aan een wedstrijd over vijf kilometer gedaan. Deze afstand is dus weer een schepje er bovenop.
Een sportachtergrond heb ik wel. In het verleden heb ik gezeild, gesurfd en getafeltennist. Duursporten had ik echter nooit gedaan, tot maart vorig jaar. Destijds sloot ik mij aan bij de atletiekvereniging in Dordrecht en kwam ik in een hardloopgroep met zo’n vijftien anderen. Twee keer per week lopen we samen, en éénmaal ga ik er zelf op uit.
Naast het gezinsleven ben ik als eigenaar van de huizensite Huislijn.nl dagelijks druk aan het ondernemen. Maar ik heb mij toen echt voorgenomen om er in de agenda rekening mee te houden. Dat betekent dat ik op zo’n dag op tijd thuis ben en ruim van tevoren eet, zodat ik mij niet hoef te haasten. Dat vergt discipline, maar is goed vol te houden omdat het hardlopen in de groep ook veel gezelligheid met zich meebrengt.
Eerder heb ik wel eens op eigen houtje proberen hard te lopen, maar dat was telkens van korte duur. Ik klooide maar wat aan en dat wreekte zich. Ik rende te ver of te hard, met als gevolg dat ik uitgeput thuiskwam. Nu zit ik juist boordevol energie na een training, is de voldoening groot en blijf ik zodoende gemotiveerd.
Dankzij de kundige trainers heb ik het stapsgewijs opgebouwd. De juiste looptechniek is, net als een goede warming-up, daarbij een wezenlijk onderdeel, heb ik gemerkt. Daarmee voorkom je blessures en maak je sneller progressie. Zodat het geen moeite kost om het vol te houden.
Een verslaving is het nog niet, maar wel kan ik naar ernaar uitkijken om te gaan hardlopen. Zeker in het weekend is het heerlijk om de deur achter je dicht te trekken, kriskras door Dordrecht te gaan rennen, voldaan onder de douche te stappen en je daarna lekker fit te voelen.
In groepsverband zetten de trainers overigens de route uit, iets wat nooit tegenvalt. Ze zorgen voor veel variatie. Zo is er rond kerst, als het historische centrum prachtig is verlicht, de lichtjestour en wij doen ook geregeld de ‘zinloze bruggentocht’, een parcours waar we een stuk of twintig bruggetjes passeren. Vervelen doet het dus nooit, ook omdat iedereen zich aan elkaar optrekt.
Het prettige aan hardlopen vind ik dat alles van je afglijdt, tenminste als je een rustig tempo loopt en niet gebiologeerd bent door de prestatie. Het maakt mijn hoofd leeg, of ik heb de tijd om zaken rustig te overdenken en voor mijzelf oplossingen aan te dragen. Daarna kan ik er weer fris tegenaan, ben ik helemaal opgeladen.
Lopen in Rotterdam schijnt iets fantastisch te zijn. Zoveel publiek langs de kant, en iedereen juicht en moedigt aan. Niet finishen is dan geen optie, wetende dat de toeschouwers je er doorheen zullen slepen.’

Odette van der Steen (27), Vlaardingen

foto: Wouter Roosenboom

Het liefst loop ik telkens een persoonlijk record

‘Toen ik werd gepolst of ik voor de Linda Foundation in Rotterdam de kwartmarathon wilde lopen, twijfelde ik geen moment. Natuurlijk wilde ik dat, want niemand gun je armoede. Hoe mooi is het dan dat je iets voor een ander kunt betekenen, zodat mensen die het minder hebben de kans krijgen eens iets extra’s te kunnen kopen voor zichzelf of hun gezin. Want als ik zie dat kinderen de dupe zijn van de nijpende thuissituatie, snijdt me dat door de ziel. Het lijkt me erg confronterend als je niet mee kunt op schoolreisje, niet kunt sporten of honger lijdt. Juist ook omdat kinderen er niets aan kunnen doen. Je hoopt dan ook dat het ze aan niets ontbreekt.
Met hardlopen ben ik in september 2017 begonnen, nadat ik eerst aan fitness deed. In de gym liep ik dan ook op de loopband, maar dat stompte me op een gegeven moment af. Het leek me daarom uitdagender om het in de buitenlucht te doen. Gevoelsmatiger wordt het dan tastbaarder wat je doet. Omdat rennen in een park, het bos of op straat toch een iets andere dimensie geeft. Het maakt dat je het, voor mij geldt dat althans, langer volhoudt en gemakkelijker je grenzen verlegt.
Sporten zat tot dan nooit zo in m’n genen, omdat ik meer artistiek ben aangelegd en m’n creatieve kant aanboorde. Toch raakte ik snel in de ban, vond ik het vanaf het begin heerlijk.
Mij ergens bij aansluiten heb ik niet gedaan. Ik plukte schema’s van het internet, en vroeg advies aan kennissen die al aan hardlopen deden. Zo heb ik voor mezelf de gewenste aanpak uitgestippeld; met vallen en opstaan, dat wel. Want zeker in het begin was ik nogal eens te gretig, verslikte ik mij in m’n enthousiasme. Dat leidde tot een lichte blessure. Sindsdien stap ik niet zo snel meer in die valkuil, heb ik de balans gevonden.
Wat ik het fijne aan hardlopen vind, is dat je geen verplichting naar anderen hebt. Je kunt het op ieder gewenst moment doen, bent niet afhankelijk van anderen. Dat is een voordeel ten opzichte van teamsporten, waar je met anderen te maken én rekening te houden hebt en je je schuldig voelt als je eens geen zin hebt of verhinderd bent.
Tijdens het hardlopen kan ik bewust van de natuur genieten. In dat opzicht is het jammer dat ik onlangs midden in de stad ben komen te wonen, dicht tegen een industriegebied aan. Daardoor ben ik nu wat meer tot asfalt veroordeeld, als ik de deur uitstap en ga rennen.
Twee à drie keer per week loop ik nu hard. Soms alleen, maar meestal met m’n man. Hij vindt het net zo leuk als ik, en we stimuleren elkaar.
Als ik aan wedstrijden meedoe, ben ik heel fanatiek. Ik wil niet onderdoen voor anderen, en ben erg gespitst op tijden. Het liefst verbeter ik elke keer m’n persoonlijke record. Dat verschilt met vroeger. Bij sporten die ik een blauwe maandag beoefende, was ik juist helemaal niet zo competitief ingesteld.
Het geeft wel aan hoe verslaafd ik inmiddels aan het hardlopen ben geraakt. Zeker in de zomer kan ik er echt naar uitkijken. Dan is het vroeg licht en kost het me nauwelijks moeite om op te staan en te gaan trainen.
Langer dan vijftien kilometer heb ik nog niet gelopen, maar stiekem denk ik al aan de marathon. Die mythische afstand staat op m’n wensenlijstje, al ben ik er nu nog niet aan toe. Eerst volgend jaar maar eens de halve marathon en dan kijk ik verder.
Als ik ooit een marathon loop, zou het fantastisch zijn als dat in New York kan. Ik houd van die stad en het lijkt me te gek om dan al die wijken te doorkruisen. Zo niet, dan is Rotterdam een prima alternatief, want ik beschouw dat als de marathonstad van Nederland.’

Bianca van Leeuwen (42), Schipluiden


foto: Wouter Roosenboom

Bewijsdrang voel ik niet, ik ben geen streber

‘Ik had al een startbewijs voor de kwartafstand van de NN Rotterdam Marathon, maar die heb ik doorverkocht. Een goed doel ondersteunen, geeft een extra dimensie; zeker dit initiatief van de Linda Foundation. Want in het dagelijkse leven niet kunnen rondkomen en je altijd maar zorgen maken over de financiën en bijvoorbeeld op de Voedselbank bent zijn aangewezen, lijkt me geen pretje. Dat ik zo m’n steentje kan bijdragen en indirect iemand anders helpen, is een fijne gedachte. Ook omdat ik het geluk heb dat ik niet in die schrijnende situatie zit.
Hardlopen doe ik sinds 2015. In Schipluiden sloot ik mij aanvankelijk aan bij een beginnersgroep, om het eerst op verantwoorde wijze op te bouwen. Maar inmiddels loop ik in m’n eentje. Dan gaan de oordopjes in, zet ik lekkere muziek op en laat ik me opzwepen. Zo neem ik even afstand van alles, ben ik op mezelf teruggeworpen.
Het doel destijds was om te trainen voor een loopje in het dorp, maar die werd door de hitte afgelast. Ik wilde bovendien wat kilo’s kwijtraken. Dat laatste is door het hardlopen ook gelukt, ik zit nu lekker in m’n vel.
Ik loop inmiddels zo’n drie keer per week. Op twee doordeweekse dagen, na afloop van m’n werk. Na een drukke dag knap ik daar helemaal van op. In het weekend loop ik daarentegen het liefst ’s ochtends. Je begint de dag dan goed, snuift lekker de frisse lucht op, geniet van de natuur. Na afloop zit ik dan vol energie.
Bewijsdrang voel ik niet, ik ben als hardloper geen streber. Het gaat me niet om de tijd, maar puur om het rondje of de loop te volbrengen. En als het even wat minder gaat, wandel ik gewoon tussendoor. Als ik maar niet uitstap, want opgeven is voor mij geen optie.
Volhouden vind ik dus belangrijker dan sneller worden. Ik verleg m’n grenzen door telkens langere afstanden aan te kunnen. In mijn tempo, zonder te forceren. Om zo ook te voorkomen dat ik geblesseerd raak.
De langste afstand die ik heb gedaan, bedraagt 15 kilometer. In m’n achterhoofd zit dat ik nog eens een halve marathon wil doen, maar ik leg mezelf geen tijdsdruk op. Het heeft geen haast, komt wel als ik er klaar voor denk te zijn.
Een marathon zie ik niet gebeuren, zeg alleen nooit nooit. Maar dan zou ik m’n levensstijl moeten aanpassen, bewuster moeten gaan eten en rusten. Vanuit het besef dat in mij geen Afrikaanse loopwonder schuilt, die zo’n afstand even doet. Want het is echt niet zo dat het met twee vingers in de neus gaat.
Op Instagram post ik geregeld foto’s en ik heb me aangesloten bij de Facebookgroep Ik loop hard. Daar spar ik met anderen, wisselen we ervaringen uit. Dat levert vaak leuke contacten op. Soms ga ik ook samen met anderen naar een wedstrijd, zij het dat ik de race dan wel weer alleen doe. Met de oordopjes in en luisterend naar muziek.
Hardlopen in Rotterdam op de dag van de marathon is een feest. Langs de route staan veel mensen, die je met hun gejuich en aanmoedigingen er bovenop helpen als het even minder gaat. En op de Coolsingel is het helemaal een fantastische ambiance, voor mij de mooiste plek om te finishen. In de laatste honderden meters gaan de oordopjes uit, om maar niets van de sfeer te hoeven missen.
Geregeld krijg ik van mensen krijg te horen dat ze mij bewonderen dat ik het gewoon telkens toch maar doe, ook omdat ik astmatisch ben. Dat respect vind ik leuk, maar het is slechts een kwestie van discipline. Als je echt iets wilt, lukt het vaak ook. En ik weet wat ik ervoor terugkrijg; dat ik gereset ben als ik weer heb hardgelopen. Dus een opgave is het niet, integendeel.’

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?