Ze begon ooit met lopen tijdens een lastige periode in haar leven. Ze leerde dat lopen structuur, optimisme en een heldere blik kan bieden. Zaken waar Iris Meerts tegenwoordig haar voordeel mee doet als burgemeester van Wijk bij Duurstede. Maar haar inwoners hoeven geen preek over het belang van bewegen te verwachten. ‘Ik ben niet iemand die met het vingertje gaat wijzen.’
Een langgekoesterde droom
Iris Meerts zag eind vorig jaar een lang gekoesterde droom in vervulling gaan. Ze werd benoemd tot eerste burger van Wijk bij Duurstede. Het pad dat leidde tot deze benoeming werd ruim 40 jaar geleden uitgestippeld. ‘Ik wilde het al mijn hele leven. Vanaf mijn derde of vierde wilde ik burgemeester worden. Ik heb eigenlijk nooit iets anders gewild. Ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel en het was al vroeg duidelijk dat ik rechter of burgemeester wilde worden. Ik las als klein kind de boeken van Otje en Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt en daar is het de burgemeester die mensen redt en helpt. Hij kan dingen voor elkaar krijgen, dat sprak me aan.’
Het pad dat ze uitstippelde, volgde geen rechte lijn. Ze nam haar tijd, wilde zeker weten dat ze er klaar voor was. ‘Ik had besloten dat ik het via een omweg wilde doen. Ik wilde eerst iets van de wereld zien en leren, voordat ik dit wilde gaan doen. En op 1 januari 2018 nam ik het besluit dat ik er klaar voor was. Vanaf dat moment ondernam ik iedere dag iets dat me dichterbij zou brengen. Dat kon het lezen van een stuk zijn of bepaalde mensen spreken. En toen ben ik ook op een gegeven moment ook gaan solliciteren.’
Pillen of naar buiten
Deze aanpak is kenmerkend voor Meerts. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze zich ontwikkelde tot organisatiedeskundige. Ze gelooft in de maakbare samenleving. Voor elk probleem is er wel een oplossing, als je die maar weet te organiseren. Diezelfde houding bracht haar ook in aanraking met het hardlopen. Toen ze een jaar of twintig geleden niet lekker in haar vel zat, wist ze dat het tijd werd om de mouwen op te stropen. Ze heeft op dat moment twee keuzes, zo analyseert ze. Ze kan linksaf richting de huisarts, of rechtsaf de wijde wereld in. ‘Ik ben begonnen met lopen op een heel moeilijk moment in mijn leven. Het was een moeilijke tijd. Mijn kinderen waren nog klein, het bedrijf van mijn man was failliet gegaan. Ik kon op dat moment naar de huisarts gaan om te vragen om pillen om me beter te voelen, of ik kon naar buiten gaan om een rondje te rennen.’
Ze koos voor het laatste. ‘Ik ging toen ’s ochtends vroeg lopen. Ik wilde dat niemand mij zag. Het was mijn moment en het was ook ter ontspanning.’ Ze had er plezier in en het ging haar ook nog eens goed af. ‘Ik had geen enkele ambitie om er goed in te worden. Dat laatste is totaal mislukt. Het lopen ging goed, zo goed zelfs, dat het steeds harder en verder ging.’ Ze stond regelmatig op het podium bij regionale wedstrijden en liep uiteindelijk een knappe tijd op de marathon. In haar stad Rotterdam kwam ze in 2014 tot een tijd van 3.01. Waarschijnlijk haar beste prestatie. Maar de mooiste prestatie volgde later dat jaar. ‘Het was fantastisch dat ik de Bruggenloop won in mijn eigen stad. In de regen en de hagel, dat was werkelijk fantastisch.’
Wankel evenwicht
Het plezier in het lopen ging hierdoor steeds meer plaats maken voor ambitie. Ze kwam zichzelf opnieuw tegen, nu op fysiek vlak. ‘Dat leidde er uiteindelijk wel toe dat ik maar liefst 7 keer een stressfractuur in mijn voet heb gehad. Dus eigenlijk is hardlopen niet meer de beste optie voor mij, maar het is zo ontzettend lekker. Het blijft een wankel evenwicht als je een fulltimebaan hebt, een gezin en ook nog marathons wilt lopen.’
Ze wist wat haar te doen stond. Het was een kwestie van zaken beter organiseren. ‘Ik ben me daardoor veel meer gaan verdiepen in trainingsmethoden en de rol van voeding voor het herstel van je lichaam.’ Sindsdien weet ze beter waar haar lichaam toe in staat is. De wil om te winnen heeft weer plaatsgemaakt voor waar het allemaal mee begon: plezier. Bovendien zag ze al snel dat ook andere lopers worstelden met deze balans. Meerts zag dat ze collega-lopers kon helpen met haar adviezen en besloot een trainerscursus te volgen. Al snel had ze een eigen groep lopers onder haar hoede bij atletiekvereniging Rotterdam Atletiek.
Met het vingertje wijzen
Het groeit uit tot een hechte vriendengroep en met pijn in het hart heeft ze eind vorig jaar moeten besluiten afscheid te nemen als trainster. Dat was een van de dingen die haar zwaar vielen aan het vertrek uit Rotterdam. ‘Dat was wel lastig. Hier maak ik nooit meer gewoon vrienden. Als je op een verjaardag komt, dan ben je de burgemeester. In Rotterdam ben ik gewoon Iris. Dat mis ik wel, mijn maten met wie ik lekker kon buitenspelen. Het is ook een groep waarmee je een bepaalde mentaliteit deelt. Je bent allemaal samen bezig om je grenzen te verleggen. Tegelijkertijd ben ik ontzettend dankbaar dat ik nu deze functie heb.’
Overigens hoeven de inwoners van Wijk bij Duurstede niet bang te zijn dat ze binnenkort een trainingsschema in de bus kunnen verwachten van hun burgemeester. ‘Ik ben niet iemand die gaat wijzen met het vingertje.’ Toch kan ze haar enthousiasme voor het lopen niet helemaal onder stoelen of banken steken, als ze vervolgt: ‘Je bent veel veerkrachtiger, zowel fysiek als mentaal, als je loopt. Ik las toevallig onlangs een artikel dat je 50 procent beter beschermd bent tegen het virus als je regelmatig beweegt. Het heeft zo verschrikkelijk veel voordelen, nog even van het sociale aspect. Je onthoudt dingen beter, je voelt je fitter.’
Alles is anders
En ze ziet het om zich heen ook, dat steeds meer mensen hiervan overtuigd raken, daar hoeft ze zelf niets voor te doen. Het is een consequentie van de coronacrisis, die volgens Meerts dan ook een blijvende impact zal hebben op mensen. ‘Ik zie mensen meer bewegen dan ooit. En ik denk ook dat we onze eigen omgeving weer meer gaan waarderen, de kleine ommetjes in de omgeving. Ik denk ook dat het ons weer wat bewuster maakt van een aantal zaken. Het belang van een gezonde leefstijl, de impact van vliegen, weten waar ons eten vandaan komt, dat soort dingen.’
De coronacrisis heeft de eerste maanden van haar werk drastisch veranderd. ‘Alles is anders. De wandelingen door de stad en ontmoetingen met burgers en ondernemers gaan nu wat lastiger. Maar ik heb nu bijvoorbeeld weer veel contact met collega-burgemeesters.’ Is haar rol op dit moment ook anders dan normaal? ‘Aan de ene kant verwachten mensen dat je heel zichtbaar bent. Dat je heel bemoedigend bent en betekenis geeft. Aan de andere kant gaat het niet over mij. Het gaat erom dat we met z’n allen veerkracht tonen.’
Nieuwe balans
Voor haarzelf was het de afgelopen tijd ook weer even een nieuwe balans zoeken. Een nieuwe baan, die vervolgens ook nog eens van start ging in een bijzondere en hectische tijd, maakte het aanvankelijk lastig om tijd vrij te maken om te sporten. Maar bij Meerts is dat een kwestie van reorganiseren. ‘Ik word gek als ik niet naar buiten kan. Ik ga daarom extra vroeg. Ik loop tegenwoordig vaak om 6 uur ’s ochtends. Ik probeer iedere dag wel iets te doen. Ik doe zoveel mogelijk op de fiets. Als ik bijvoorbeeld een vergadering in Utrecht heb, dan ga ik op de fiets. Maar soms ben je ook zo moe, dat slapen misschien wel de meer verstandige optie is.’
En hoe zit het met de sportiviteit van haar collega-burgemeesters? Volgens Meerts is er geen club van hardlopende burgemeesters waar ze zich bij kan aansluiten. Maar er is wel een wielerclub en ze hebben een jaarlijkse competitie, dus ik ga wel proberen om daar op het podium te komen’, zegt ze lachend. ‘En we hebben best veel mooie loopjes in onze gemeente, dus er liggen nog voldoende sportieve uitdagingen in het verschiet.’