Judoka Sanne van Dijke zet de mentale gezondheid van jongeren op de kaart
Het was misschien wel het meest ontroerende moment van de Spelen van Tokio; het hartjesgebaar van judoka Sanne van Dijke (26) na het winnen van haar bronzen plak. Een symbool waarin sportief geluk en persoonlijk verdriet samengebundeld werden. De zelfdodingen van Van Dijke’s broer Steven en trainingsmaatje Ilona Lucassen tekenden in 2020 stevige krassen op haar ziel, maar zorgden ook voor relativering en het besef dat er meer is dan judo. Daarom is een van haar doelen nu om meer aandacht te vragen voor de mentale gezondheid onder jongeren; onder andere tijdens de voorbije marathon van Amsterdam.
TEKST: RENATE VERHOOFSTAD
Foto’s: ANP Foto en Sanne van Dijke
Het plan ontstond vorig jaar al vrij kort na het overlijden van haar broer, toen er aan het begin van de coronacrisis toch niet veel anders op zat dan hardlopen om de conditie op peil te houden. “Ik was al van plan een halve marathon te lopen en toen dacht ik: waarom niet de hele marathon en dan geld ophalen en op die manier aandacht vragen voor mentale problemen onder jongeren?”, vertelt Sanne van Dijke. Het is een onderwerp dat haar aan het hart gaat, omdat ze genoeg jonge mensen om zich heen ziet wankelen. Sporters én niet-sporters, die worstelen met de verwachtingen en de druk. “Geestelijke problemen en depressie komen heel vaak voor. Los van de zelfmoord van mijn broer en Ilona, ken ik alleen al in mijn eigen dorp drie voorbeelden van jongeren die in de afgelopen paar jaar uit het leven zijn gestapt. Ik vind dat schrikbarend. Dan vraag ik me af: is het toeval dat er opeens zo veel jonge mensen die keuze maken of hoort het bij het volwassen leven dat dit gewoon gebeurt? Want dan is er toch echt niks aan?”
PRESTATIECULTUUR
Een eenduidige verklaring is niet zo makkelijk te vinden, antwoorden op complexe vragen evenmin. Feit is dat de druk voor jongeren volgens Van Dijke in zijn algemeenheid erg groot is. “Ook onder invloed van social media.” Waarbij jonge mannen misschien nog kwetsbaarder zijn dan jonge vrouwen. “Heeft misschien ook te maken met het feit dat vrouwen net wat makkelijker over hun gevoelens praten. Die trekken misschien toch sneller aan de bel. Of dat mannen het als een zwakte zien? Ik vind het zelf trouwens helemaal geen zwakte. Sterker nog, ik vind het heel dapper als je erover durft te praten.”
Wat in de de topsportwereld bepaald niet gebruikelijk is. Daar staat een pittige prestatiecultuur tegenover. Ook wel weer begrijpelijk, zegt Van Dijke, want het geld klotst bij NOC*NSF natuurlijk ook niet tegen de plinten omhoog. Maar ondertussen zorgt de continue druk om je A-status te behouden voor stress onder jonge topsporters. “Omdat je financiële zekerheid ervan afhangt. In het voetbal is het misschien anders, maar voor bijna alle andere sporten in Nederland geldt dat je zonder A-status gewoon niet rondkomt en de eisen liggen hoog. Je moet bij de top acht van de wereld horen. Dat is trouwens geen kritiek richting NOC*NSF hoor, want die hebben ook beperkte middelen. Maar de druk is soms heftig. Daar mag best wat meer aandacht voor zijn.”
RUST VINDEN
Relativering kan helpen in de strijd tegen druk, maar komt in het woordenboek van de meeste sporters niet voor. Ook niet in dat van Van Dijke trouwens. Tot het overlijden van haar broer haar kijk op het leven toch deed veranderen. “Het heeft mij de ogen geopend, in die zin dat ik in mijn leven terug naar de basis ben gegaan. En daardoor ook weer veel meer plezier heb gekregen in de sport. Omdat ik mezelf opeens de ruimte gaf. Als ik bijvoorbeeld slecht had geslapen of gewoon helemaal mijn kop er niet bij had door alles wat er was gebeurd, dan had ik sneller een keer een training over durven slaan. Omdat ik wist dat dit niks uithaalt. Ik ben er vandaag gewoon even niet en weet je; dat is helemaal niet erg. Doordat ik mezelf die ruimte gaf, heb ik uiteindelijk geen enkele training overgeslagen in de aanloop naar Tokio. Die manier van denken heeft me dus veel gebracht. Ik ben anders in mijn sport komen te staan.”
“Het overlijden van mijn broer heeft mij de ogen geopend, ik ben in mijn leven terug naar de basis gegaan”
Sanne van Dijke
Voorlopig staat haar judoleven trouwens nog even op een laag pitje. Kan ook niet anders, omdat ze de afgelopen weken haar benen nog zwaar belast heeft tijdens trainingen voor de marathon. “Als ik dan de mat op zou gaan, is de kans heel erg groot dat ik mijn binnenbanden of kruisbanden meepak, dus dat doe ik niet.” Haast heeft ze sowieso niet. Parijs, waar de Olympische Spelen in 2024 plaatsvinden, is nog ver. Ondertussen ligt de bronzen plak van Tokio thuis te schitteren op de piano. “Maar kijk ik er elke dag naar? Nee. Denk ik er elke dag aan? Nee, ook niet. Heel raar eigenlijk, het is iets waar je je hele leven van hebt gedroomd, iets wat je heel graag wilde. En als je het dan hebt bereikt, dan verleg je je grenzen weer. Het heeft in Tokio letterlijk vijf minuten geduurd voordat ik voor mezelf Parijs alweer had benoemd en dat ik daar goud wil halen. Ik besef wel dat ik in een luxepositie zit, want ik heb al brons. Maar iedere sporter – of je nu goud of brons haalt – gaat eigenlijk gelijk weer door naar het volgende. Dus toen heb ik op een gegeven moment wel tegen mezelf gezegd: oké, zo gaat dat dus. Ga je dan voor Parijs ook niet gek maken. Want stel dat ik daar goud win, dan ga ik ook weer een andere uitdaging bedenken. Het zal nooit genoeg zijn. De les is dus; weet dat het zo werkt en vind daar dan maar je rust in.”
Begrijp de regerend Europees kampioene in de klasse tot 70 kilogram niet verkeerd. Het is niet zo dat ze niet trots is op die olympische plak: “Ik heb echt wel mijn besefmomentjes, leg ik ’m op mijn borst als ik op de bank zit. En ik verwacht dat als ik over twintig jaar aan de keukentafel zit, ik echt wel denk: dat heb ik toch maar even mooi gedaan (Lacht).”
GOEDE DOEL
Maar voorlopig is het motto dus vooral; rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. De laatste tijd met op de eerste plaats de trainingen voor de marathon, niet per se haar favoriete sport, want dat blijft uiteraard judo. “Al geeft het wel een lekker gevoel natuurlijk en is het fijn dat je het overal kunt doen.” Zoals bijvoorbeeld tijdens haar vakantie in Curaçao. Of zoals ze onlangs deed tijdens tripjes naar Kroatië en Slovenië, die ze samen met een vriendin ondernam. “Als we dan niet op tempo liepen, konden we lekker een beetje bijbabbelen. Heel gezellig eigenlijk. Maar nu zitten er vier hele heftige trainingen aan te komen (het interview werd afgenomen in september; red.) en dan denk ik weleens; waarom doe ik mezelf dit ook alweer aan?” Alles voor het goede doel dus.
Dat zal ook oud-marathonloper en atletenmakelaar Jos Hermens hebben gedacht, die Van Dijke met zijn staf inmiddels professioneel begeleidt. “Ik zat na de Spelen naast hem tijdens een televisieprogramma, toen bood hij me dat aan. Er is een heel plan opgesteld, ook op het gebied van voeding. Daar mag ik echt mee in mijn handjes klappen.” En alhoewel ze echt wel eens aan stoppen heeft gedacht, is opgeven geen optie. Lachend: “Al was het maar omdat we ook al heel erg veel geld hebben opgehaald.”
Dat blijkt na de marathon van Amsterdam half oktober, waar ze zwaar afziet, maar onder toejuichingen van vrienden, familie en een paar judocollega’s wel de finish haalt, zelfs nog aanzienlijk meer te zijn dan ze op dat moment denkt. Ruim 15.000 euro heeft ze opgehaald voor de Stichting 113 Zelfmoordpreventie. Haar grote doel was om in de aanloop naar de marathon en daarna meer aandacht te vragen voor de mentale gezondheid van jongeren. In die missie is ze glansrijk geslaagd.