De grootste factor bij overtraining – weet ik uit ervaring – is niet zozeer de fysieke stress (de trainingsarbeid), maar alles wat er omheen is. Je hebt een baan, moet veel reizen en hebt bovendien een druk gezinsleven. Als je dat allemaal optelt, zijn dat voldoende factoren om overtraind te raken. Het lichaam kan vaak maar een bepaalde hoeveelheid stress aan, of dat nu fysieke stress of mentale stress is.
Het is allemaal stress voor het lichaam. En dan hoor je soms: ja, maar ik heb helemaal niet hard getraind. Ik heb niet meer gedaan dan daarvoor, maar ik kom gewoon niet vooruit. Dan zijn er vaak dingen in je omgeving veranderd, er is gedoe thuis of je hebt een andere baan waar het niet goed loopt. Denk bijvoorbeeld aan de schaatsers die nog geen nieuwe club hebben gevonden. Dat is stress, dat speelt mee. Koen Verweij was natuurlijk totaal van de leg en die had heel veel gedoe met zijn ploeg en was niet meer fris om te trainen. Het is logisch dat hij op dat moment niet vooruit komt.
Ik ga mensen dan ontlasten met het schema. Ik laat ze dan geen intensieve trainingen doen, maar alleen maar rustige trainingen. Even een frisse neus halen. Je hoofd leeg maken, lekker op praattempo. Dan haal je al wat stress weg. Ze zijn dan niet meer bezig met de vraag of ze die zes keer 1000 meter wel in een bepaald tempo halen.