Obstacle Course Racing World Championships

Afgelopen 19, 20 en 21 oktober werd alweer de vijfde editie van de Obstacle Course Racing World Championships (OCRWC), de officiële WK obstacle running, gehouden. Na vier edities in Noord-Amerika was het nu eindelijk de beurt aan Europa. Een groot landgoed ten noorden van Londen stond drie dagen lang in het teken van hindernissen, modder, polsbandjes en medailles. 

Na de eerste twee edities in Cincinnati in de Verenigde Staten verhuisde de WK voor twee jaar naar de omgeving van Toronto in Canada. Dat er voor deze laatste editie voor Engeland was gekozen als locatie voor de eerste editie buiten Noord-Amerika was geen toeval. Sinds 1987 wordt er in Engeland al Tough Guy georganiseerd, wat gezien wordt als de eerste obstacle run of mud run en waarmee Engeland toch de bakermat van de sport is. 

Deze editie was daarmee ook wat anders dan de vorige twee. Waar we 2016 en 2017 nog in een wintersportdorpje stonden, met bijbehorende hoogtemeters, mochten we nu afreizen naar de Engelse countryside.Een stuk vlakker, maar ook een stuk rauwer. Het complete parcours lag op een groot landgoed dat dient als thuisbasis van de in Engeland populaire Nuclear Races. Die organisatie heeft hier haar evenementen en een daarmee aantal permanent gebouwde hindernissen. Het voordeel was dat er dus al veel modder, water en bestaande obstakels aanwezig waren waarvan de organisatie gebruik kon maken. En dat hebben de lopers geweten. Op de plattegrond van het parcours stonden in totaal 100 obstakels op een afstand van ongeveer 15 kilometer. 

Naast een aantal vaste obstakels van Nuclear Racesen een aantal eigen hindernissen van de organisatie van de WK zelf zijn er ook altijd veel buitenlandse organisaties die een hindernis leveren. Zo stond de bekende hindernis Varjagen Sagavan Strong Viking dit jaar ook in het parcours. Overigens had het parcours nog een Nederlands tintje met een Nederlandse hoofdparcoursbouwer.

De WK duurt jaarlijks drie dagen met een zwaartepunt op de zaterdag. Op vrijdag is er altijd een korte sprintafstand van 3 kilometer. Veel deelnemers aan het hoofdnummer op zaterdag gebruiken de vrijdag om een aantal hindernissen al een keer testen en te proberen. Op zondag is er dan nog een afsluitende teamrun in estafettevorm, waarbij drie deelnemers allemaal een ander aspect van een obstacle run voor hun rekening nemen (snelheid, techniek en kracht). 

Tijdens de WK wordt er niet gewerkt met straffen of strafrondjes. Je dient elke hindernis correct te halen om in de uitslag te komen. Mocht je er eentje niet halen, dan mag je het zo vaak mogelijk proberen in een speciale retry lane. Lukt het echt niet dan dien je je polsbandje in te leveren, maar mag je de race wel vervolgen. De afstand van het parcours en de soort hindernissen staan niet vast zoals bij veel andere sporten wel het geval is. Het is dus altijd de vraag of het parcours aan de verwachtingen van de lopers voldoet.

De atleten die ik dit jaar in London na hun run gesproken heb, waren het er eigenlijk allemaal wel over eens dat het parcours dit jaar de sport erg goed representeerde. Ook de aanwezigheid van veel modder en water sloot daar goed bij aan. Dat was de afgelopen jaren helaas wat minder, maar is dit jaar ruimschoots goedgemaakt. Voor Engelse begrippen was het ook nog eens prachtig weer. Het regende namelijk niet en met de hele dag zon en bijna 20 graden was het aangenaam weer. Over het hele weekend gezien stonden er 225 Nederlanders aan de start, waarmee we qua opkomst het vijfde land waren. Qua uitslagen deden we echter nog wel wat beter dan een vijfde plek.

Op vrijdag waren we al in de prijzen gevallen, maar het draait natuurlijk vooral om de hele afstand een dag later. De zaterdag was een prachtige dag voor Nederland, met heel veel medailles. Bij de dames was er goud voor Elisa Mul (leeftijdscategorie 13-17), Sabine Spreen (25-29) en Corien Jansen (30-34). Zilver was er voor Meike Druijff (13-17). Bij de heren was er goud voor Stijn Lagrand (13-17), zilver voor Han Poppema (50+) en brons voor Niels Helgers (35-39). Hiermee waren we het meest succesvolle land van de WK. 

Sinds twee jaar is er in Nederland een competitie met behoorlijk wat prijzengeld, de OCR Series. De winnaar van deze OCR Series, de Belg Thibault Debusschere heeft de bronzen medaille bij het elite-vak gewonnen en ook veel andere lopers uit de OCR Series zijn hoog geëindigd. Deze competitie lijkt het niveau in ieder geval een stuk omhoog getild te hebben in Nederland de afgelopen jaren. De verwachtingen voor 2019 zijn dan ook weer hooggespannen. Traditioneel is de WK altijd twee keer op dezelfde plek. Hopelijk zullen we over een jaar dus met nog meer medailles in Londen staan. 

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?