Je allerslechtste tijd lopen en toch met een positief gevoel naar huis gaan. Deze vier lopers blikken terug op een memorabele wedstrijd die ze altijd bij zal blijven.
De Zuid-Afrikaanse sprintster Christelle Southey (42) liep drie jaar geleden haar eerste marathon. Sindsdien volgde er meer met diverse indringende levenslessen. ‘Mijn eerste marathon liep ik in 2016 in Las Vegas. Het was een gigantisch mooie ervaring en mijn tijd van 4.15 was niet verkeerd. Maar ik wilde sneller, onder die magische grens van vier uur waar iedereen over sprak. In 2017 liep ik Rotterdam op paracetamol, vanwege een gescheurde buikspier en knieproblemen. Mijn tijd van 4.27 zorgde ervoor dat ik twee weken lang niet te genieten was. Daarna sprak ik mezelf toe; kijk eens hoeveel mensen niet eens kúnnen lopen, waar klaag je over. Eind van dat jaar nam ik een startbewijs over en liep de marathon van Amsterdam. Ik voelde me goed en genoot enorm onderweg. Na een eindsprint van twee kilometer finishte ik in 4.12. Ik had zoveel energie over, dus begon die magische grens toch weer te kriebelen.’
‘Ik schreef me in voor Rome. Mijn voorbereidingen gingen goed, ik lag mooi op schema. Tot ik het bericht ontving dat mijn stiefmoeder nog maar enkele dagen te leven had. Mijn eigen moeder verloor ik op mijn twaalfde ook aan kanker. Snel boekte ik een vlucht naar Kaapstad, maar dat werd een helse reis met overboekingen, vertragingen en luchthavens die sloten vanwege hevige sneeuwval. Na 42 uur arriveerde ik in het ziekenhuis waar mijn moeder op me had gewacht. Ze had al vier dagen niet meer gereageerd, maar veerde op en zei: het is je gelukt. Het was zo’n bijzonder emotioneel moment. De laatste week dat mijn biologische moeder nog leefde, mocht ik er als kind niet meer bij. Ze zag er niet uit. Daar heb ik altijd moeite mee gehad. Nu, na al die jaren, begreep ik het.’
Die magische grens is niet meer belangrijk. Ik wil de marathon beleven.
Christelle Southey
‘Half maart keerde ik terug naar Nederland, deed nog een duurloop en vertrok naar Rome. Met Lana in gedachten. En alle mensen die plotseling ziek zijn geworden of langdurig ziek zijn en niet kunnen lopen. Dat was mijn drijfveer om te genieten onderweg. Ik liep een stuk bewuster en was 42 km met mezelf bezig. Heb bijzondere gesprekken gevoerd onderweg. Dat maakte deze marathon extra mooi. Ik keek niet één keer op mijn horloge hoe hard het ging, het was gewoon genieten. Ik deed er 4.48 over en heb van begin tot eind genoten. Een lang verwerkingsproces dat zo intens mooi was. Na de finish realiseerde ik me: dit is wat ik wil van hardlopen. Genieten. Die magische grens is niet meer belangrijk. Ik wil de marathon beleven.’
Johan van Dijk (53) liep met zijn jeugdvriend de Bath Beat Marathon In Engeland en werd ondergedompeld in de gastvrijheid van de inwoners van Bath en omgeving.
‘Ik had zo’n twintig marathons gelopen rond de vier uur. De ene keer eronder, dan weer net erboven. Tot mijn jeugdvriend met wie ik altijd basketbalde, me vroeg zijn eerste marathon samen te lopen. Hij woont in Bath en zag elk jaar de deelnemers langs zijn huis komen. De Bath Beat Marathon is heel klein en gewild. Na opening van de inschrijving zit deze gelijk vol met een paar honderd deelnemers. Maar het lukte! En dan begint het pas.’
Een heleboel marathons kan ik me niet meer herinneren, maar deze haal ik zo weer boven!
Johan van Dijk
‘We kregen ons startnummer, waarmee we naar de starter wandelden. Er is geen startvak, maar een startperiode. De tijd loopt en op het moment van start wordt de begintijd geregistreerd door een man die vanwege de kou in zijn auto zit. Ik heb mijn maatje Erik meerdere keren moeten vertellen dat dit geen gewone wegmarathon is. Wat heel bijzonder was, is dat we een routebeschrijving van vier uitgeprinte pagina’s vol met tekst meekregen, geen plattegrond. En het is verplicht om met een kompas te lopen. Geloof me, die is hard nodig. De route voerde ons dwars door de countryside. De nacht ervoor was de hemel naar beneden gekomen, dus alles stond onder de modder. We moesten ons een weg banen door kuddes koeien en over hekjes klimmen om van het ene naar het andere weiland te komen.’
‘Langs de kant staan veel vrijwilligers met allerlei lekkernijen. Het is echt geweldig! Denk aan cucumber sandwiches, kopjes thee en zelfgebakken koekjes. Het toppunt van verzorging onderweg was bij een kerk waar drie gedekte tafels vol met allerlei gerechten klaar stonden. We hebben daar een kwartier lang staan eten. De organisatie stimuleert de gemeenschap om samen te werken. Vandaar dat er langs het parcours ook mensen met hun auto staan met in de achterbak eten en drinken. De route voert je door prachtig Engeland, langs smalle kanalen en door de overweldigende natuur waar ik voor het eerst wilde knoflook rook.’
‘Iedereen was zo lief, dat geeft deze marathon een knus klein gevoel mee. Ik ging er als quasi-ervaren marathonloper heen, maar had dit nooit eerder meegemaakt. Mijn eindtijd was iets van zes uur en drie kwartier. Het ging niet om de tijd, maar om het plezier. Een heleboel marathons kan ik me niet meer herinneren, maar deze haal ik zo weer boven!’
Melanie van Heumen (45) vertrok samen met haar collega’s naar Slovenië om de halve marathon van Ljubljana te lopen. ‘Via het sportprogramma op mijn werk hadden we goed getraind met z’n allen. Ik liep al wat langer en had meerdere wedstrijden gelopen. Mijn persoonlijk record van 2.00.20 wilde ik daar verbeteren. Onder die twee uur, dat was het plan. Ik was acht weken zwanger en voelde me prima. De sportarts die ons via het werk begeleidde, zei ook dat mijn deelname geen kwaad kon voor de baby. Maar na 5 kilometer ging het zo slecht. Ik was al een keer naar het toilet gegaan en overwoog te stoppen. Ik kwam gewoon níet vooruit.’
Via het sportprogramma op mijn werk hadden we goed getraind met z’n allen.
Melanie van Heumen
‘Halverwege kwam de directeur naast me lopen en gaf me druivensuiker. Ik durfde toen helemaal niet meer te stoppen, terwijl ik me zo slecht voelde. Ik was aan het sjokken. Toch liep ik ‘m uit en finishte in het centrum van Ljubljana, vlakbij ons hotel. Daar aangekomen ontdekte ik dat ik een miskraam had gehad. Ik had tijdens het lopen niets gemerkt van die miskraam zelf. Het zou mijn derde kindje zijn, maar ik was er eigenlijk heel nuchter onder. Ik had al eerder een miskraam gehad, doordat ik kanker kreeg. In verhouding was deze miskraam voor mij minder erg. Natuurlijk was het heel emotioneel, mijn man sprak overstuur aan de telefoon en zei dat ik niet had moeten hardlopen. Maar deze miskraam kwam niet door het hardlopen. Eenmaal thuis aangekomen, kreeg mijn man de Mexicaanse griep, dus die lag boven in quarantaine. Ik lag beneden alles te verwerken.’
‘Nadat ik was hersteld, ging ik weer werken. Een maand later was ik over tijd en deed gelijk een zwangerschapstest. Die sloeg ontzettend positief uit. Na het weekend kon ik bij de gynaecoloog terecht die, gezien mijn verleden met kanker, niet gerust was op de uitslag. Maar na de echo feliciteerde ze mij dat ik 12 weken zwanger was. Ik bleek zwanger te zijn geweest van een tweeling! Mijn zoontje is nu acht jaar.’
Linda Wildeman (37) kende niemand toen ze in 2007 in Haarlem kwam wonen en sloot zich voor de gezelligheid aan bij Starttorun. ‘We trainden zes keer. Ik stond eigenlijk meer bekend als degene die steeds viel, ik was totaal niet bezig met waar ik mijn voeten plaatste, trainde ook nergens voor, maar vond het vooral gezellig. Ik rookte, dronk regelmatig en at ongezond. We hadden nog geen kinderen, dus we zaten vaak in de stad op een terrasje of dronken ’s avonds samen een wijntje. Twee jaar later besloot ik mee te doen aan de Letterenloop. Ik dacht, 10 kilometer, hoe lang kun je erover doen? Nou, best lang, bleek uiteindelijk! Op een gegeven moment dacht ik, goh wat is het rustig om me heen. Ineens kwam er iemand naast me fietsen. Ben ik de laatste, vroeg ik. Hij zei: ‘dat zeg ik niet, want dat demotiveert.’ Maar ik wist genoeg. Mijn vriend stond ondertussen ongerust bij de finish. Mensen zeggen vaak, je zal vast niet laatste worden. Maar iemand wordt laatste en dit keer was ik het. Ik was eind twintig, had last van mijn ademhaling en hoewel ik loop voor mijn plezier, zette dit me toch aan het denken. Ik kon drie dagen de trap niet af. Het was een wake-up call.’
‘Vanaf dat moment ben ik meer gaan lopen, gestopt met roken en minder gaan drinken. Ook mijn eetpatroon heb ik omgegooid van een zak chips per dag en weinig groenten en fruit, naar veel meer groenten en fruit en geen dierlijke vetten meer. Ik kreeg merkbaar meer lucht en begon me steeds fitter te voelen. Ik trainde hard en besloot deel te nemen aan de halve marathon van Egmond. Met mijn loopmaatje, die ik had ontmoet tijdens Starttorun, trainden we in een barre winter op het strand. We liepen in regen, kou en sneeuw en op de dag van de halve marathon was het zonnig en twaalf graden. Het werd een drama. Ik liep zo slecht. Mijn loopmaatje wilde er eigenlijk vandoor gaan, maar gelukkig bleef ze bij me. Deze omstandigheden waren niets in vergelijking met de weersomstandigheden waarin we hadden getraind en toch kwam ik niet vooruit. Kapot kwam ik over de finish na ruim twee en een half uur. Een paar dagen later bleek ik zwanger van onze dochter. Die Letterenloop destijds is allesbepalend geweest voor hoe ik nu in het leven sta. Mijn dochter doet aan atletiek en samen liepen we eind december de Oliebollenloop. We zijn een sportief gezin. En mijn loopmaatje is een echte vriendin geworden.’
Die Letterenloop destijds is allesbepalend geweest voor hoe ik nu in het leven sta.
Linda Wildeman