Als klein jochie droomde sportjournalist Pim Bijl (28) er al van om ooit een snelle marathon te lopen. Vorig jaar was hij er klaar voor, maar zette de coronapandemie hem de voet dwars. Met hulp van topatleet Michel Butter en trainer Guido Hartensveld werkt hij nu toe naar de 40ste NN Marathon Rotterdam op 24 oktober. Dan wil hij finishen binnen 2 uur en 30 minuten – een toptijd voor een recreant. Zijn bijzondere voorbereiding is te volgen via podcast De Pacer.
Nog voordat hij zelf goed en wel kon lopen, had Pim Bijl al ‘iets’ met de marathon. Moeder Edith nam hem in een buggy mee naar de bruisende Coolsingel om vader Fred te zien finishen. Het was die eerste keer een regenachtige dag, zag hij op vergeelde foto’s. De echte, bewuste herinneringen zijn van later.
“Ik weet niet anders dan dat april bij ons thuis in het teken stond van de marathon van mijn vader. We aten pasta en pannenkoeken, goed voor het ‘stapelen’ van koolhydraten. Ik zag ook de spanning op zijn gezicht. En met mijn moeder ging ik met de metro en fiets naar zes, zeven plaatsen op het parcours om hem te volgen. Dat had ze tot in de puntjes voorbereid.” Lachend: “Dan zag je mijn vader uiteindelijk kreupel, als een pinguïn over de eindstreep waggelen, en dacht ik: dat wil ik later ook!’’ De trots is wederzijds: tegenwoordig fietst Fred in weer en wind mee als zijn gedreven enige kind een duurloop van 25 kilometer afwerkt.
Bij atletiekvereniging PAC mocht hij als 6-jarige minipupil aanvankelijk niet meer dan 600 meter hardlopen. “Dat vond ik toen al niet lang genoeg. Later verschoof de toegestane afstand naar 1000 meter, 1500 meter, 5 kilometer, maar nog vond ik het lang niet genoeg.’’ Op school gingen zijn spreekbeurten en een profielwerkstuk over De Marathon. ,”Zo leerde ik de geschiedenis kennen. De eerste olympische marathon in Athene, het wereldrecord van Belayneh Densamo in Rotterdam, de successen van Haile Gebrselassie. Ik zoog alles in mij op.’’
Pas op zijn 23ste loopt Pim Bijl zelf een marathon, of beter gezegd: dé marathon, die van Rotterdam. “Ik ben geboren in deze stad, ik woon en werk er, ik ben een echte Rotterdammer – dát voel ik het sterkst op de dag van de marathon. Het is ook zo’n magisch moment om zelf aan de start te staan. Kippenvel!’’
Na zes maanden voorbereiding en de laatste weken zonder alcohol finisht de jonge debutant met zijn kenmerkende flair in 2.49.12. ,,Ik kon geen stap meer verzetten, sliep een paar dagen slecht. Toch smaakte het naar meer. Helaas hielden achillespeesproblemen mij drie jaar aan de kant,’’ vertelt hij met spijt.
In 2019 beleeft hij des te meer plezier aan de 30ste ‘thuis-marathon’ van vader Fred. ,”We liepen ’m samen en deden er 4 uur en 35 minuten over. Ja, hij is dertig jaar achter elkaar gestart en gefinisht in Rotterdam. Mijn moeder volbracht er eentje, in 4.09. Na mijn geboorte had ze wel wat anders aan haar hoofd!’’
In 2020 stond zijn derde marathon op het programma. ,”Samen met een groep van PAC was ik in maart op trainingskamp in Monte Gordo. Ik wilde in Portugal de puntjes op de i zetten toen het bericht vanuit Nederland kwam dat de Marathon Rotterdam vanwege corona in april niet kon doorgaan. Dat was een klap! Bij sommige atleten liepen de tranen over de wangen.’’
Ook twee volgende data bleken niet haalbaar. Nu heeft Pim Bijl zich energiek gericht op 24 oktober. ,”De hunkering is enorm. Wat is er mooier dan je grenzen te verleggen! Van de organisatie van de Marathon Rotterdam krijg ik alle medewerking. Zo mag ik mij geregeld fysiek laten testen bij Energy Lab.’’
Sinds eind februari traint hij op schema’s van Michel Butter (35) en Guido Hartensveld (50). Butter, een van de weinige Nederlandse atleten die de marathon binnen 2.10 aflegden, en diens trainer leerde hij kennen als sportjournalist van AD Sportwereld. Het klikte. Ze waren ook een paar keer te gast bij podcast De Pacer en van het een kwam zo het ander. Pim Bijl: “We zien elkaar één keer per maand, verder gaat alles digitaal. Ik krijg van hen schema’s in de app TrainingPeaks. Op die manier ontvangen ze ook alle informatie over mij: kilometertijden, hartslag et cetera. Aan de hand van die gegevens leveren ze maatwerk, tot op de dag nauwkeurig. Als ik een pijntje voel, passen ze de training meteen aan.’’
Butter & Hartensveld gingen meteen aan de slag met de ‘zwakke plek’ van Bijl. “Ik kan relatief eenvoudig een 5 kilometer op hoge snelheid lopen, maar bij een langere afstand wordt dat moeilijker. Op hun advies ben ik duurlopen op tempo gaan doen, dat is nu prioriteit nummer 1. Met langere afstanden zijn we een ‘marathonmotor’ aan het bouwen.’’
Zo serieus en toegewijd heeft hij het nooit aangepakt. “De vrijblijvendheid is verdwenen. Ik dacht dat ik zelf verstand van hardlopen had, maar vergeleken met hun kennis en ervaring stelt het niet veel voor. Het is mooi om met die twee aan de slag te gaan. Ik krijg steeds meer zin in die marathon.’’
In het verleden stond Pim Bijl bekend als ‘hijsklusser’, net als zijn vrienden kon hij gigantisch veel bier naar binnen sluizen. Nu maakt hij schema’s voor vroegere kroegmaatjes die tijdens de coronacrisis zelf hardlopen hebben ontdekt als een prettige en gezonde manier van bewegen.
“Vanaf mijn veertiende heb ik veel gefeest. Niet één keer in de twee weken, maar elk weekeinde twee keer. Dat vond ik geweldig, maar al voor de lockdown had ik genoeg gezien van het nachtleven. Je houdt zoveel tijd over. Die gebruik ik voor mijn nieuwe avontuur. Ik ben eraan begonnen met dezelfde intensiteit, een zekere mateloosheid, een beetje obsessief. Het is bij mij alles of niets. Als ik iets leuk vind, wekt dat veel energie bij mij op en ga ik er ook écht vol voor.’’
Het is, ook voor hemzelf, nog een vraagteken hoe de hardlooppassie deze zomer is te combineren met zijn werk tijdens de Olympische Spelen van Tokio. “Ik ben natuurlijk geen topsporter, mijn baan bij AD Sportwereld komt op de eerste plaats,’’ beseft hij. ,,Laatst heb ik twaalf dagen lang getraind, soms twee keer, zonder één rustdag. Dat kan in Japan niet, maar ik ben twee en een halve maand voor de marathon alweer terug.’’
Als hij straks zijn race voltooit binnen de gedroomde 2.30, blijft er dan nog een uitdaging over? Pim Bijl: ,,Ik heb geen idee, maar één ding is zeker: ik blijf mijn hele leven hardlopen. Het is zó fijn als je wakker wordt met het idee dat je iets leuks kunt gaan doen – en dat is lopen voor mij, daar kan ik zo van genieten!’’