Enthousiast begin je aan je hardlooprondje. Na een kwartier ontstaat er langzaam een trekkend gevoel bij je onderste ribben aan de linkerkant. Je loopt door, want je wilt de training niet onderbreken. Je concentreert je op de ademhaling, maar de pijn verergert. Toch maar kort stoppen en de linkerzijde op rek brengen. Opnieuw uitproberen, geen succes. Enige optie voor vandaag is het tempo aanpassen en langzaam uitlopen. Erg vervelend als je zo je training moet beëindigen. Waardoor ontstaan steken en hoe kun je ze voorkomen?
Wat?
Steken in de zij, ook wel exercise-related transient abdominal pain (ETAP) genoemd, is een veel voorkomende klacht bij hardlopers. Tijdens een wedstrijd heeft ongeveer een op de vijf lopers last van deze aandoening. De pijn wordt vaak omschreven als trekkend, zeurend of krampend bij een laagintensieve training en als scherp en stekend tijdens een intensieve workout. De pijn is dus afhankelijk van de sportintensiteit; indien de intensiteit afneemt, verminderen ook de klachten.
Waar?
De pijn zit meestal lokaal en kan in de gehele buikregio voorkomen, maar ook aan de zijkant van de borstkast of ter hoogte van het onderste schouderbladpunt. Het vaakst voel je klachten in de bovenste buikregio waar de onderste ribben zich bevinden.
Oorzaken
Als je hardloopt, beweegt je borstwervelkolom herhaaldelijk heen en weer waardoor de kans op steken wordt vergroot. Bij andere sporten komen de klachten ook voor, maar minder frequent. Ook hebben personen met een toegenomen kromming van de borstwervelkolom en een holle lage rug vaker last. Daarnaast heeft inname van eten of drinken voor een sportactiviteit invloed op het ontstaan van ETAP. Experimenten hebben aangetoond dat het volume en type voedsel en drank vooral van belang zijn. Een slechte warming-up en koude omstandigheden kunnen de klachten mogelijk doen oproepen, maar hier is nog onvoldoende goed onderzoek naar gedaan. Wel kun je de kans op ETAP verkleinen als je vaak traint. Overigens maakt het voor het ontstaan van steken niet uit hoe de verhouding tussen lengte en gewicht (BMI) is.
Om de klachten effectief te kunnen bestrijden en vooral te voorkomen, is het zinvol om naar de onderliggende oorzaken te kijken. Er zijn veel verschillende theorieën met betrekking tot het ontstaan van ETAP. In de laatste vijftien jaar is er uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de waarheid ervan. Welke theorieën zijn nu waar en welke onwaar?
Pijn vanuit het diafragma – onwaar
Het diafragma (middenrif) is een belangrijke ademhalingsspier. Door vermoeidheid of een verminderde doorbloeding (ischemie) kun je vanuit deze spier pijnklachten voelen ter hoogte van de onderste ribben en zelfs ter hoogte van de onderste schouderbladrand. Wat niet met het diafragma in verband kan worden gebracht zijn pijnklachten in de buikregio. Daarnaast komen de klachten ook voor bij sporten met een lage longbelasting, zoals paardrijden. Uit onderzoek is gebleken dat er tijdens het ontstaan van ETAP geen verstoorde longfunctie is. Dit maakt dat deze theorie onwaarschijnlijk is voor het ontstaan van steken in je zij.
Pijn vanuit de organen – onwaar
Organen liggen niet los in je lijf, maar zijn omgeven door bindweefsels. Ze staan in verbinding met hun omgeving, waardoor er een soort ophangsysteem ontstaat. De lever en maag staan direct in verbinding met het diafragma. Deze verbindingen zouden overbelast kunnen raken tijdens het hardlopen. Het type pijn en de pijnlocaties die vanuit deze organen kunnen komen, passen alleen niet geheel bij ETAP waardoor ook deze theorie onwaarschijnlijk is.
Verstoring van de spijsvertering – neutraal
Wanneer de spijsvertering actief is, kun je pijnklachten in de buikregio voelen. Toch treden er ook klachten op bij hardlopers die meerdere uren voor hun training niets hebben gegeten. Daarnaast zijn de pijnklachten vanuit de maag en darm vaak verspreid, terwijl ze bij ETAP zeer gelokaliseerd zijn. Deze theorie zou slechts gedeeltelijk verantwoordelijk kunnen zijn voor het ontstaan van je klachten.
Spierkramp – onwaar
Kramp kan ontstaan bij uitputting van de spier, verstoring van de vochtbalans, een verminderde doorbloeding of door onvoldoende glucose als brandstof. De spier kan dan ongecontroleerd samentrekken. Bij spierkramp is een verhoogde spieractiviteit meetbaar (EMG-signaal). Bij onderzoek tijdens ETAP was er geen verhoogde spieractiviteit meetbaar. Ook deze theorie is dus onwaarschijnlijk.
Wervelkolom – waar
De borstwervelkolom blijkt wel een belangrijke rol te spelen. Wanneer de wervelkolom onbeweeglijk of overmatig gekromd is, zal deze niet optimaal functioneren. De wervelkolom zelf of de omliggende weefsels kunnen dan eerder overbelast raken en pijn veroorzaken. Ook zenuwstructuren kunnen in dit geval sneller overbelast worden en uitstralende pijn in de buikregio geven. Dit gebeurt met name bij stijfheid en disfunctie van de achtste tot en met de twaalfde borstwervel. Tijdens het hardlopen is het enorm belangrijk dat de borstwervelkolom goed kan strekken en roteren. Indien deze niet vrij beweeglijk is, zul je een aangepaste looptechniek ontwikkelen waarbij je sneller overbelastingen en blessures oploopt. Naast de wervelkolom kan het ook zijn dat de ribben onvoldoende beweeglijk of zelfs overbeweeglijk (hypermobiel) zijn. In beide gevallen kan dit pijn in de zij geven.
Buikwand – waar
Je buikwand bestaat uit verschillende lagen, zoals huid, vetweefsel, bindweefsel, verschillende rechte en schuine buikspieren en buikvlies. Deze verschillende lagen moeten optimaal van elkaar kunnen verschuiven. Dit is het geval bij hardlopen, omdat je dan in gestrekte positie bent waarbij veel rotatie plaatsvindt en je de buikwand op lengte brengt. Als er in de buikwand verklevingen ontstaan en de verschuivingen verstoord zijn, komt er vroegtijdig rek op de weefsels en kunnen bijvoorbeeld pijnzenuwen sneller gestimuleerd worden. In dit geval kan dit de typerende scherpe pijn veroorzaken die je bij ETAP voelt.
Een ander nadeel van de verminderde verschuifbaarheid en verklevingen is dat de spieren een aangepast aanspanningspatroon vertonen. Sommige spieren kunnen overactief reageren terwijl andere te weinig of te laat aanspannen. Dit heeft grote gevolgen voor je rompstabiliteit (core stability). Bij personen met ETAP zie je in de meeste gevallen een verstoorde core stability.
Triggerpoints – waar
Als je hardloopt, is je armbeweging enorm belangrijk. Je ellebogen zijn in negentig graden gebogen, handen blijven ontspannen en je arm beweegt vanuit je schouder. De serratus anterior is bij de armbeweging actief en daarnaast betrokken bij de ademhaling. Deze spier bevindt zich onder je armen, iets onder de oksel en hecht van je schouderbladrand aan op de ribben. Triggerpoints (kleine verhardingen) in de serratus anterior kunnen pijnklachten geven in de flanken van je ribben. Met zelfmassage kun je deze triggerpoints effectief behandelen.