Supplementen voor sporters: heeft een extra dosis zin?

Nederlands onderzoek laat zien: zo’n 85% van de atleten nam in de afgelopen vier weken minimaal 1 supplement. Multivitaminen, extra mineralen, sportdrank en cafeïne zijn de meest populaire stoffen die we toevoegen aan ons dieet. Maar zorgen al deze supplementen ook voor een verschil in voedingstatus?

Heb je als sporter meer nodig?

In principe zou een volwaardig en gevarieerd dieet ervoor moeten zorgen dat we al onze vitaminen en mineralen binnenkrijgen. Er zijn echter aanwijzingen dat actieve volwassenen een verhoogde behoefte hebben aan bepaalde stoffen. Voorziet je dieet niet voldoende in deze stoffen dan kan een voedingssupplement uitkomst bieden. Maar heb je geen te kort, dan loop je het risico op een overschot. In een recente studie onder ruim 500 Nederlandse atleten werd gekeken of supplementen ervoor zorgden dan de sporters meer vitaminen en mineralen in hun bloed hadden en of er sprake was van een te kort dan wel overschot met en zonder supplementen.

Tekorten zonder supplementen

Van deze groep atleten bleek bijna 62% op het moment van de studie 1 of meer supplementen te gebruiken. Bij mannen (65%) lag dit percentage iets hoger dan bij vrouwen (56%). Deze supplementen betroffen zowel sportvoeding (zoals sportdrank) als dieetsupplementen (zoals een multivitaminen). Uit een analyse van hun voeding bleek dat melkproducten, vlees, groenten, granen, aardappelen, fruit en brood de grootste bijdrage leverden aan de inname van mineralen en vitaminen. Overigens at het merendeel van de atleten minder dan 150 gram groenten en 2 stuks fruit per dag.
Ondanks het gebruik van supplementen had zo’n 85% van de atleten een tekort aan vitamine D. Zonder supplementen was ook de concentratie foliumzuur, selenium, vitamine C, vitamine A, vitamine B1 en B2 voor sommige atleten (11-25%) laag. Voor een deel van de vrouwen (met of zonder supplementen) was specifiek de ijzerstatus laag. Voor vitamine B3, B12, vitamine E, calcium, fosfor, magnesium, koper en zink lijkt extra aanvulling niet nodig. Het dieet bevatte voldoende van deze stoffen om aan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid te komen.

Te hoge inname

Voor de meeste mineralen en supplementen geldt een aanvaardbare bovengrens. Oftewel de hoogste inname waarbij geen schadelijke gezondheidseffecten te verwachten zijn. Uit het onderzoek kwam naar voren dat mannelijke atleten, zelfs zonder gebruik van supplementen, soms een te hoge inname van fosfor hadden. Met supplementen was vooral de inname vitamine B3, B6 en vitamine A in sommige atleten te hoog.

Conclusie

Om voldoende vitaminen en mineralen in te nemen blijkt een gevarieerd dieet in de meeste gevallen voldoende, ook voor atleten. Enkel voor vitamine D en ijzer (voor vrouwen) is er een duidelijke reden om extra supplementen in te nemen. Een deel van de atleten heeft mogelijk ook baat bij extra inname van vitamine A, B1 en B2. Maar dit kan eenvoudig gedaan worden door meer mager vlees (B1, B2), melk, yoghurt en boter (vitamine A) of eieren (A, B2) te eten. Let wel op: een deel van de atleten (met supplement-inname) kreeg juist een te hoge concentratie vitamine A binnen. Pas ook op met supplementen die een hoge dosis vitamine B3 en B6 bevatten. Sommige atleten namen hier te veel van in. Terwijl er, ook zonder extra vitaminen, niet vaak een te kort aan deze stoffen ontstaat. Supplementen met vitamine E, calcium, fosfor, magnesium, koper en zink lijken ook niet nodig. Die krijgen we voldoende binnen. Kies je wel een supplement: neem er dan een met maximaal 50-100% van de aanbevolen hoeveelheid.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?