1. Naar boven
Obstakels zijn ideaal om een interval te doen. Denk aan een heuveltje in het bos of een brug. Ga op een stevig tempo omhoog en herhaal dat. Ook in dit geval begin je met een beperkt aantal herhalingen en bouw je stelselmatig op.
2. Sprint
Deze methode is een afgeleide van het puntje hierboven. Hierbij leg je het intensieve blok op het einde van je training. Kies bijvoorbeeld voor een snel laatste stuk van 5 minuten of deel je eindsprint op in twee blokken van 2,5 minuten. Ook hier kun je het aantal herhalingen of de duur van je eindsprint na verloop van tijd opbouwen. Hoe langer je ‘eindsprint’ wordt, hoe realistischer het wordt om een negatieve split te lopen (het tweede deel van je wedstrijd/training is sneller dan het eerste). We adviseren je wel om na dit intensieve deel een cooling-down te doen. Dus ga niet gelijk naar binnen. Je herstelt daardoor sneller en het scheelt blessures.