Vijf loopgewoonten die weinig zin hebben (maar we toch blijven doen)

Je horloge stopzetten op 7.93 kilometer? Dacht het niet! Liever loop je nog even voorbij je he huis om vervolgens snel om te draaien en die 8.00 km op je horloge te zien. Hetzelfde geldt ook voor een trainingsduur 43 minuten en 16 seconde. 45 minuten klinkt zoveel beter, toch?

Tijdens de koudere maanden verkiezen veel lopers om armstukken te dragen die ze dan kunnen uittrekken als ze het na een tijdje te warm krijgen. Logisch. Maar waarom dragen we amstukken als we die de hele training aanhouden en niet gewoon een simpel t-shirt met lange mouwen?

De meeste horloges hebben tegenwoordig snel een gps-signaal gevonden. Toch valt het soms nog eens voor (op een bewolkte dag bijvoorbeeld) dat je horloge net iets meer tijd nodig heeft. Buiten je deur staan ijsberen in alle richtingen om maar een signaal op te vangen? Of je arm boven het hoofd houden in de overtuiging dat je zo sneller een signaal opvangt? Helaas, die paar centimers hoger helpen daar echt niet bij.

Dat lopers gewoontedieren zijn, bevestigt ook hun schoenkeuze. Eén slechte ervaring met een bepaald schoenmerk is al voldoende om dat merk nooit meer te kopen. Maar merken maken net allerlei modellen om aan de noden van verschillende voettypes te voldoen. Dat die ene schoen jouw voet dus niet past, wil niet zeggen dat geen enkele schoen van dat merk je bevalt. Integendeel, merken veranderen regelmatig van dempingsmethode, weeftechnieken of design. Zo kan een schoen die je in het verleden als eens testte en tegenviel, binnenkort wel een aangename trainingspartner worden. Tip: ga langs bij een loopzaak om miskopen te vermijden.

Je weet exact hoelang je over die ene route in het bos loopt en wanneer je thuis bent. Praktisch. Maar een kleine parcourswijziging van tijd tot tijd kan zeker geen kwaad. Zowel voor je brein, als je benen is een beetje variatie vaak welgekomen.