‘-45 kilo

‘Ik loop hard om te kunnen eten, ik eet om te kunnen hardlopen’

In een vorig leven woog hij 125 kilo. Deed hij in de schaduw van het legendarische voetbalstadion De Langeleegte aan de Ontspanningslaan in zijn woonplaats Veendam tot zijn vijftiende aan hockey. Maar had hij een gruwelijke hekel aan de onvermijdelijke looptraining. De stick werd aan de wilgen gehangen en tot zijn 22ste was sport geen prioriteit meer in het leven van Dennis Oomkens. Inmiddels is hij inwoner van Maastricht, weegt hij 80 kilo en loopt hij marathons. Dennis Oomkens dus. Misschien wel op weg naar de subtop van Nederland. ‘Het kan raar lopen.’

‘Dat jij hier bent, verbaast me’, begint Dennis Oomkens (26) het gesprek. ‘Waarom moet er een verhaal over mij worden gemaakt? Zo bijzonder ben ik toch niet? Een voorbeeld voor anderen?’ herhaalt hij als één van de geopperde redenen. ‘Misschien heb je wel gelijk. Ik weet in elk geval dat er mensen zijn die zich net als ik niet fit voelden en te dik waren, die door mij zijn gaan hardlopen. Als je het zo bekijkt, is het eigenlijk wel mooi als ik met mijn verhaal anderen kan inspireren en motiveren om ook hun grenzen te verleggen.’

‘Een jaar of vier, vijf geleden zat ik niet lekker in m’n vel. Was ik absoluut niet blij met mijn lichaam. Wat wil je ook? Ik was begin twintig en woog 125 kilo. Nee, gepest werd ik niet. Mijn ouders stimuleerden me elke keer weer om iets aan mijn gewicht te doen. Tevergeefs, ik at maar raak. De oorzaak? Geen idee. Eten was gewoon lekker. En voor je het weet, zit je dan in een vicieuze cirkel.’

Voorzichtig geplaagd door voortschrijdend inzicht bond Oomkens op een gegeven moment vrijwel wekelijks de strijd aan met zijn overtollige kilo’s. ‘Ik begon steevast op maandag met lijnen. Als het meezat, duurde mijn afvalrace tot woensdag, dan was het weer klaar. Ik was en bleef die vreetzak. Cola, chips, chocolade, vul alles maar in… Alles was lekker en alles ging in flinke hoeveelheden naar binnen. Tegelijkertijd weet je ook dat àlles een boosdoener is.’

Met een gewicht van iets minder dan 125 kilo verhuisde Oomkens min of meer gedwongen door de realiteit – in Groningen en omgeving was geen passende werkkring te vinden en in het Universitair Medisch Centrum Maastricht kon hij wel aan de slag als röntgenlaborant – naar Zuid-Limburg. Daar kwam hij, als gevolg van de stress die zijn verhuizing van het hoge noorden naar het diepe zuiden ongewild met zich had meegebracht, weer een paar kilootjes aan.

‘Geen idee waarom, waarschijnlijk door mijn werk, maar opeens kon ik mijn vraatzucht de baas’, zegt hij. ‘In het ziekenhuis zag ik wat er kan gebeuren als je maar door eet. Ik zag er fitte collega’s, ook dat heeft mee geholpen in mijn besluit om te gaan bewegen.’

Diezelfde fitte collega’s stonden begin 2016 ook aan de basis van Oomkens’ entree in de wereld van de wegatletiek. ‘Ik ging al naar de sportschool en volgde een koolhydraatarm dieet. Mijn collega’s hebben me ertoe aangezet om ook nog eens te gaan hardlopen. Iedereen in het ziekenhuis had het over Maastrichts Mooiste, de jaarlijkse hardloopklassieker over vijf of tien kilometer of tien Engelse Mijl. Mijn collega’s vonden dat ik daar – samen met hen – ook maar aan mee moest doen. Ik heb me over laten halen. Vanaf het moment van mijn inschrijving voor de race over tien kilometer had ik nog vijf maanden tot aan de start.’

Verslaving

‘Een gericht trainingsschema had Oomkens niet. ‘Ik deed maar wat’, blikt hij lachend terug op de voorbereidingen op zijn allereerste hardloopwedstrijd ooit. ‘Twee, drie keer per week hetzelfde rondje van een kilometer of tien. Meer was het niet. In het begin dacht ik: waar bèn ik mee bezig. Daarna werd lopen steeds meer een verslaving. Reden waarom ik mijn inschrijving voor Maastrichts Mooiste wijzigde van tien kilometer naar tien Engelse mijl.’
Oomkens voltooide zijn eerste Maastrichts Mooiste in juni 2016 in 1.22.23. Zijn progressie is vervolgens enorm. In 2017 scoort hij 1.05.34, in 2018 heeft hij nog maar 57 minuten en 52 seconden nodig.

Marathondebuut

De verslaving aan hardlopen woekert echter veel verder dan de 10 simpele Maastrichtse Engelse mijlen. In april 2017 maakt de geboren en getogen Groninger aan de hand van zijn van internet geplukte trainingsschema’s samen met zijn zwager Henk zijn marathondebuut. In Rotterdam keert hij 3 uur en 24 seconden na het startschot terug op de Coolsingel,
Ruim vijf maanden later staat hij aan de start in Berlijn. Daar voltooit hij de afstand van 42 kilometer en 195 meter in 2.52.21. Zijn snelste tijd tot nog toe realiseert hij in april 2018 als hij ‘Rotterdam’ voltooit in 2.45.42.

‘Rotterdam bevalt me uitstekend’, kijkt hij alvast vooruit naar zijn vierde marathon, die 7 april aan de voet van de Erasmusbrug op weg wordt geschoten. ‘Als het niet te warm is, hoop ik te finishen in een tijd van rond de 2.35.00.’

foto RunningNL

Antiquarisch

De trainingsschema’s van internet hebben inmiddels een antiquarische waarde. Sinds vorig jaar zomer wordt Oomkens immers getraind door voormalig Nederlands kampioen op de 10.000 meter, halve marathon en marathon Patrick Stitzinger. ‘Ik raakte met hem aan de praat toen ik bij de Maastrichtse hardloopspeciaalzaak Ron for Run nieuwe schoenen kocht. Patrick werkt daar. We besloten samen een keer een wedstrijd te lopen. Patrick werd eerste, ik werd tweede.’

Die race leverde Oomkens het aanbod van Stitzinger op om voortaan in gezamenlijk overleg zijn trainingsschema’s samen te stellen. Oomkens: ‘Tot dat moment trainde ik een grijs gebied. Niet snel genoeg om er beter van te worden en niet langzaam genoeg om van een rustige training te spreken. Sinds Patrick mijn schema’s maakt, ben ik veel meer zwart-wit bezig. Rustige trainingen wissel ik nu af met harde trainingen. Daar ben ik aantoonbaar beter van geworden.’

Inmiddels weet Oomkens dat het lopen van een marathon toch vooral gebaseerd is op het onder moeilijke omstandigheden jezelf in de hand hebben en houden. Op niet onnodig langzaam lopen en al helemaal niet te overhaast. De verdeling van de krachten bepaalt immers het succes. ‘Ik train nu vijf keer per week’, zegt hij. ‘Vertaald in afstand komt dat neer op ergens tussen de 70 en 120 kilometer. Met krachttraining en zwemmen erbij – op langere termijn wil ik ook triatlons gaan doen, daarom ben lid geworden van de Triathlonclub Maastricht – ben ik nu acht keer per week met sport bezig. In combinatie met een fulltime baan is dat voorlopig wel genoeg’, grinnikt hij. ‘Ik werk, lopen doe ik erbij.’

Verbaasd

‘Mijn omgeving was extreem verbaasd dat ik ging afvallen en hardlopen. Hadden ze nooit verwacht. Mensen die me een half jaar niet gezien hadden, kenden me nauwelijks nog terug’, lacht hij uitbundig. ‘Nou ja, door 45 kilo af te vallen, door marathons te gaan lopen, door sowieso te gaan lopen, verbaas ik mezelf natuurlijk ook.’

‘Nee’, stelt hij met nadruk. ‘Een route met dan en dan die tijd heb ik niet uitgestippeld. Al ben ik best benieuwd waar in de klassementen ik uiteindelijk terecht ga komen. Het gaat goed maar ik moet wel realistisch blijven. Eindtijden van tussen de 2.10 en 2.15 zijn heel ver weg. Natuurlijk zou ik dat graag willen, maar of ik dat haal? Men zegt dat een marathonloper pas na zeven jaar tegen z’n top aan zit. Dan heb ik nog vier jaar de tijd.’

Het glooiende Limburgse landschap is in Oomkens’ streven naar steeds snellere tijden een trouwe bondgenoot. ‘Zuid-Limburg is een ideaal trainingsoord’, stelt hij. ‘Het heuvellandschap is niet alleen prachtig, het biedt ook nog eens de mogelijkheid om gevarieerd en selectief te trainen. Hier trainen is conditie-, loop- en krachttraining ineen. En alles naast de deur, hè. Ik hoef nooit op zoek.’

Leuke meid

Ruim 125 kilo toen, 80 kilo nu. Is het lek boven? ‘Soms is het moeilijk om van dingen af te blijven’, bekent hij. ‘Ik loop hard om te kunnen eten, ik eet om te kunnen hardlopen. Maar ik let zeker op mijn voeding, gekke dingen doe ik niet. Met 77 kilo als minimum heb ik zelfs een ondergrens voor mijn gewicht vastgesteld. Minder moet het niet worden, dan word ik er niet knapper op. Ik ben tenslotte nog steeds op zoek naar een leuke vriendin.’

Zonde

‘Alleen als ik wel eens een buffetrestaurant bezoek wordt het moeilijk’, bekent hij. ‘À la carte eten is geen enkel probleem. Eten in een buffetrestaurant de grootste zonde die ik kan begaan. Daar eet ik me soms helemaal de pleuris. Na een bezoek aan zo’n tent voel ik me niet echt geweldig. Aan de andere kant maak ik me er ook niet druk meer om. Doordat ik tijdens mijn werk veel loop èn door mijn trainingen mag ik per dag vrijwel ongestraft tussen de 4000 en 5000 calorieën wegwerken. Dat is een prettige bijkomstigheid’, zegt hij, terwijl hij lachend in een stukje chocolade hapt…

foto RunningNL

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?