Een WhatsApp-videogesprek vanuit drie locaties. Ondergetekende bevindt zich in Brugge. Seppe Odeyn, vier dagen ervoor nog aan de slag in de Ultra Trail du Mont Blanc, belt in vanuit Herent bij Leuven. Els Visser bevindt zich in Sankt Moritz in de Zwitserse Alpen, van waaruit ze het WK Ironman op Hawaï voorbereidt.
Visser: “De bergen zijn hier prachtig. (glimlacht) Hoe ging het in de UTMB, Seppe?”
Odeyn: “Ik heb van vrijdag tot zondag gelopen, maar ben mezelf serieus tegengekomen. Het is een lange onderneming van 32 uur geworden. (grijnst) Ik heb genoeg bergen gezien voor de komende vijf maanden.”
Visser: “Goed weer gehad?
Odeyn: “Niet echt. Het was een verschrikkelijke nacht, met zelfs sneeuw op de hoogste toppen.”
Visser: “Die omstandigheden ben je al wat gewoon van de Hel van Kasterlee.”
Odeyn: “Dat slechte weer hangt zowat vast aan mij, maar eigenlijk houd ik er niet zo van. Ik zal hier even van moeten bekomen …”
Kennen jullie elkaar eigenlijk?
Odeyn: “Ik ken Els van het verhaal van de boot. En ook van enkele Ironmans.”
Visser: “Ik moet toegeven dat ik Seppe heb moeten googelen. Ik ben een atleet die zichzelf zoveel mogelijk uit de sport houdt, maar toen ik zocht, herinnerde ik me een podcast van Triathlon Inside over een Hel van Kasterlee in extreme omstandigheden. Plots viel mijn euro: Seppe was degene die toen gewonnen had.”
Odeyn: “Geen probleem, hoor. (glimlacht) Internationaal ben ik niet zo bekend. Ik noem mezelf een Vlaamse sporter.”

Negatieve gedachten
Els Visser maakte in 2014, als studente geneeskunde, een schipbreuk in Indonesië mee. Na een dag dobberen op volle zee in een te kleine reddingsboot zwom ze, samen met een Nieuw-Zeelandse, acht uur naar het dichtstbijzijnde eiland. Twee medepassagiers overleefden het niet, Visser wel. Elf jaar later prijken een Europese triatlontitel, de Ironmans van Maastricht en Nieuw-Zeeland en drie deelnames aan het WK op Hawaï op haar palmares.
Is er een link tussen jouw schipbreuk en je keuze voor triatlon?
Visser: “Ik vind dat een lastige vraag. Zou ik triatlete geworden zijn als ik dat niet had meegemaakt? Geen idee. Ik was 24. Maar in Indonesië heb ik gezien hoelang een mens kan lijden en tot wat ons lichaam in staat is. Onze geest houdt ons lang tegen, maar als het tussen leven en dood gaat, kan je altijd meer. Dat gegeven neem ik altijd mee naar triatlons.”
Odeyn: “Ik herken heel hard wat Els zegt. In 2011, bij mijn eerste Hel van Kasterlee, dacht ik na het fietsgedeelte dat ik mijn limiet had bereikt, alleen moest er nog 30 km gelopen worden. Dat ik de finish bereikte (hij werd derde, red.), verbaasde me enorm. OK, ik was moe, maar toch kon ik meer dan ik dacht. Het waren mijn hersenen die me beperkten, maar je kan jezelf veel wijsmaken en veel verder gaan dan wat ze je vertellen. Die dag had ik iets van: wow, straf dat dit kan.”
Hebben jullie ooit willen opgeven, maar finaal toch doorgezet?
Visser: (knikt) “In het Spaanse Vitoria-Gasteiz in 2023 telde ik tien minuten voorsprong, maar voelde ik me zo slecht dat ik begon te wandelen. Toch haalde ik de finish. Na afloop vroeg mijn coach: Els, verklaar me eens, als arts, waarom jij niet meer kon, terwijl je op het einde nog nooit zo snel hebt gelopen? Wat bleek: ik kon niet verdragen dat mijn achtervolgsters dichterbij kwamen. Het is niet omdat iemand sneller loopt dat ik moet beginnen te twijfelen, besefte ik toen. Voor mij is die ervaring een voorbeeld van hoe je mentaal je eigen lichaam naar beneden kan praten.”
Odeyn: “Ik zat tijdens de UTMB dit jaar zo negatief te denken en heb twee keer gezegd dat ik ging opgeven, maar ik had geluk dat ik een crew, twee vrienden, bij me had. Zij gebruikten alle trucjes van de foor. Zo van: als je nu opgeeft, moet je twee uur op de bus zitten. Dat leek me ook verschrikkelijk. (lacht) En dus vertrok ik opnieuw. Dat ik dat kon, gaf me mentaal een sterk gevoel.”
Visser: “In elke Ironman zijn er momenten waarop je denkt: dit is de laatste keer dat ik een Ironman doe.”
Odeyn: (glimlacht)
Visser: “Voor mij is het een enorme uitdaging om die negatieve gedachten te verdringen. Maar het moet. Als je negatief begint te denken, ben je verloren.”
Odeyn: “Voor mij is dat ook niet evident. Ik ben op training vrij hard voor mezelf, terwijl ik mezelf tijdens een wedstrijd zo positief mogelijk probeer te coachen. Een heel groot contrast. Als je dat niet gewoon bent, verval je in een race vaak in dat negatieve.”
Visser: “Wat mij helpt, is dat ik terugdenk aan een verschrikkelijke training van de weken ervoor. (glimlacht) Jawel, in een race kan het soms ook makkelijk gaan.”

De zotste nacht
Ex-Europees marathonkampioen Koen Naert maakt tijdens wedstrijden gebruik van een mantra dat hij voortdurend in zichzelf herhaalt. Bij Naert luidt die korte, krachtige zin als volgt: push, stap links, push, stap rechts.
Welke gewoontes hebben jullie?
Odeyn: “De weken voor een doel kan je een plan hebben: vermogenswaarden, tempo’s, voeding, … Maar het mentale aspect vind ik minstens even belangrijk. Dat doe ik door lange wedstrijden in kleine stukjes op te delen. De weken voor een belangrijk doel besteed ik daar best veel aandacht aan en schrijf ik alles op. Dat doe ik met een kort zinnetje: een mantra. Het eerste loopgedeelte in Kasterlee deel ik bijvoorbeeld op in drie stukken. Tussen kilometer 0 en 5: ontspannen lopen. Tussen 5 en 10: concentreren op mijn ademhaling. Tussen 10 en 15: wat meer doorduwen.”
Visser: “Mijn coach zegt ook altijd dat ik moet focussen op de komende tien seconden of meter. Of je nu vijf, negen of 15 uur aan het racen bent, je moet altijd in het moment blijven. Als je te veel nadenkt, leg je je energie niet in het moment. Elke race is een proces met jezelf. Als je daarin zit, kom je tot het beste resultaat.”
Odeyn: “In 2022, bij mijn tiende zege in Kasterlee, had ik de hele voorbereiding een stukje uit een liedje in mijn gedachten. Dat komt bij mij altijd tijdens trainingsperiodes: ik luister naar muziek, let aandachtig op de tekst en plots denk ik dat die precies voor mij geschreven is. Daardoor heb ik me de hele voorbereiding aan één gedachte kunnen vasthouden: degene die het liefst de Hel wilde winnen, zou ook winnen.”
Visser: “Ik maak ook gebruik van mentale hulpmiddeltjes. Voor het loopgedeelte heb ik altijd loopstokjes bij me. Daarop noteer ik korte zinnetjes. Think positive. Self belief. Self challenge. Red Hot Go. Als ik een blik op die stokjes werp, weet ik dat ik mijn focus moet behouden. Dat werkt voor mij.”
Odeyn: “De weken voor de UTMB had ik een playlist met Franse liedjes. Eén daarvan had als titel: La Nuit de Folie. De Zotte Nacht. Ik had me voorgenomen dat ik de zotste nacht van mijn leven tegemoet ging. (grijnst) Dat is ook gebleken.”
Zijn er al wedstrijden geweest waarin alles vanzelf ging, fysiek én mentaal?
Odeyn: “Bij mij zijn dat eerder langere periodes waarbij je in een bepaalde flow terechtkomt en het vaak onverklaarbaar is waarom je je plots zo goed voelt. Toen ik in 2021 voor de tweede keer wereldkampioen duatlon werd, haalde ik de hele zomer een ongelofelijk niveau. Precies een sneeuwbaleffect. In Zofingen werkte ik de perfecte race af. In slecht weer! Het kon me allemaal niet schelen. De hele dag verliep zoals ik het vooraf in mijn hoofd had afgespeeld.”
Visser: (knikt) “Voor mij gaat die flow vaak gepaard met de emoties die bij een wedstrijd horen. Als het een emotioneel belangrijke race is die je graag wilt winnen, kan je die dag iets extra geven.”
Odeyn: (knikt) “De week voor mijn tiende Hel vertelde de organisator dat zijn dochter heel ziek was. Vanaf toen had ik iets van: ik ga winnen en de bloemen aan zijn dochter bezorgen. Bij mijn tweede wereldtitel was de mama van mijn beste vriend gestorven. Winnen was mijn manier om aan hem te zeggen dat ik met hem meeleefde.”
Wil je het hele artikel lezen? Lees dan verder via Blendle of bestel hier het magazine