Drieluik: de partner van…

Hoe is het eigenlijk om met een topsporter samen te leven? RunningNL mocht meekijken over de schouder van Inge Rol, partner van Michel Butter, Elise Cappelle, de vrouw van Koen Naert en met Noël Keijsers, de man van Miranda Boonstra.

foto: RunningNL

Inge Rol

Inge Rol is de partner van Michel Butter, die komend jaar een ultieme poging doet zich te kwalificeren op de marathon voor de Olympische Spelen in Tokio.

Op het moment van het interview traint Michel Butter een maand in Kenia. Inge Rol, zijn partner, praat er rustig over. Ze is inmiddels gewend dat haar man een paar maanden per jaar in het buitenland bivakkeert. ‘Toen we elkaar twaalf jaar geleden op de atletiekbaan in Castricum ontmoetten en een relatie kregen, wist ik dat het leven er heel anders uit ging zien dan met iemand met een kantoorbaan. Hij is topsporter en doet elke dag aan sport.’ Voor Inge niet vreemd, zij was pupillentrainster en liep zelf enkele marathons (3.43).

Sinds het stel twee kinderen heeft, Milou (3,5) en Demi (1), loopt ze echter minder. Ze is er voor Michel, de kinderen en het huishouden. ‘Er is geen papadag bij ons. Als Michel thuis is, traint en slaapt hij veel. Ik werk drie dagen als leerkracht op een basisschool en heb hele lieve ouders en schoonouders die bijspringen. Ze passen veel op. Daarnaast volg ik een opleiding persoonlijk leiderschap en coaching. Michel en ik hebben van tevoren goed overlegd hoe we het gaan plannen als er kinderen kwamen. Het is best pittig soms. De wekker gaat om 06.00 uur en dan fiets ik naar mijn werk in Heemskerk. We moeten er als gezin veel voor laten, maar als ik hem dan in New York zie lopen, is dat zo bijzonder! Die zesde plek, het meelopen met de wereldtop! Ik zag op televisie hoe hij ervan genoot. Na afloop belde hij meteen met de telefoon van Guido [Hartensveld; AL]. We hebben een foto van New York in de woonkamer hangen en als we samen zijn, kijken we daar regelmatig naar en praten erover.’

De Castricumse is nuchter en waakt over zichzelf. Ze is zijn partner en niet zijn assistent, zo blijkt als het gesprek uitkomt op de hoogtetent op zolder. ‘Voordat we kinderen hadden, sliepen we samen in de tent. Het is voor twee personen. Er staat ook een bureautje. Nu gaat hij een maand lang na het avondeten alleen naar boven om veertien uur in de tent te bivakkeren. Michel mag dan één keer per avond een beroep op me doen, want hij mag de tent niet verlaten. Dan stuur hij een appje of ik nog wat eten naar boven wil brengen. Eén bestelling via WhatsApp, daarna is het klaar. Ik heb ook mijn eigen leven!’

Met z’n drieën leiden ze hun eigen leven, met hun eigen routines, als Michel in het buitenland zit. ‘Het scheelt in ieder geval in de was! Als ik thuiskom, is het huis precies zoals ik het heb achtergelaten, ik weet dat ik zelf de boodschappen moet doen en hoef niet te verwachten dat hij de vaatwasser uitruimt. Dat is wel rustig. Alle klusjes in huis doe ik ook, Michel heeft echt twee linkerhanden. Als hij terugkomt, moet ik eraan wennen dat hij er weer is. Ik houd er altijd rekening mee met wat hij wil eten. Niks uit een pakje en alles vers en seizoensgebonden. Zolang het maar veel groenten zijn. In de marathonvoorbereiding wil hij weinig groentes en meer koolhydraten. Alles wordt afgewogen. Als hij er niet is, halen Milou en ik wel eens een patatje.’

‘Als hij thuis is, hebben we een keer per week Michel-en-Inge-avond. Dan gaan de telefoons weg en is het onze avond. Voor de rest is ie ’s avonds sporten. Als hij thuiskomt, ga ik trainen. Ik doe mee aan de 1/8 triatlon bij ons in het dorp. We zorgen ervoor om tijd door te brengen met elkaar. Ik reis niet mee naar Kenia, maar ga wel met de kinderen mee naar St. Moritz. Hij traint daar twee keer per dag en slaapt veel.’

Eenmaal thuis gaat het strakke regime gewoon door, alhoewel hij ook wel te porren is voor een feestje. Inge: ‘Als topsporter moet je best asociaal zijn, maar Michel is dus heel sociaal. Hij is heel goed in ouwehoeren. Dat is ook zijn valkuil. Zo wil hij op een feestje vaak om tien uur naar huis, maar als het dan zover is, moet ik hem meeslepen. Hij vindt het dan gezellig. Familiefeestjes en verjaardagen slaan we vaak over, zodat hij zijn focus kan houden. Of ik ga alleen. Een maand voor de marathon is hij heel scherp op bacteriën. Hij is heel vatbaar dan en zoent de ooms en tantes niet. En als ik verkouden ben, zoent hij mij ook niet.’ 

Het leven voor een marathon is strak en geregeld, maar als Michel slecht loopt of nipt een limiet mist, trekt hij zichzelf terug. ‘Meestal gaan we gelijk na zo’n marathon op vakantie en probeer ik hem uit zijn cocon te trekken. De ene keer lukt dat beter dan de andere. Nu met onze kinderen is dat anders, daar krijgt hij energie van. En op dag drie is ie het meestal wel weer kwijt en met nieuwe doelen bezig. Hij kijkt altijd wel weer vooruit. Richting Rotterdam ben ik gespannen de laatste week. Onrustig. Ik hoop dat hij er op dat moment uithaalt wat erin zit. En dat het genoeg is. Het is moeilijker om hem te zien lopen, dan zelf een wedstrijd te lopen. Ons leven draait allemaal om hem. Als het voorbij is, dan is het mijn tijd. Dan gaan we op wintersport en meer reizen.’


Inge Rol: ‘Michel traint momenteel één keer per dag, maar gaat vanaf half april de draad weer serieus oppakken. Ik werk gewoon mijn drie dagen voor school. Dat betekent veel thuisonderwijs aanbieden, veel overleggen en af en toe opvang op school opvangen. De meiden gaan op de maandag en dinsdag evengoed naar mijn ouders toe. Dit werkt voor ons thuis prettiger. Michel is druk bezig met het afronden van zijn studie. We genieten op dit moment wat meer van elkaar. Zijn vaker samen. Waar het voorheen alleen op de vrijdagavond Michel-en-Inge-avond was, is er nu bijna elke avond wel tijd om samen een serie te kijken. Het is fijn om meer tijd voor elkaar te hebben. Even een periode waarin het niet om topsport draait. We genieten van de kinderen. We hebben bijvoorbeeld Milou deze periode leren fietsen, we spelen veel spelletjes en maken een wandelingetje als gezin. Iets wat bij ons niet vaak voorkomt als Michel vol in training is. We proberen samen naar Michels nieuwe doelen te kijken. Deze situatie zorgt er ook voor dat we nog bewuster keuzes moeten maken. Dit heeft te maken met de financiën. Doordat er geen evenementen zijn tot 1 juni lopen we veel inkomsten mis. Michel heeft nooit zijn keuzes van wedstrijden laten afhangen van de financiën en zal dat nu ook niet gaan doen, maar we passen ons leven er wel op aan.’ 


Elise Cappelle

Elise Cappelle (29) is de vrouw van Koen Naert, de Belgische marathonloper die in 2018 Europees kampioen werd.

Het is een wonder dat de twee elkaar zijn tegengekomen, of had het lot dat zo bepaald misschien? Elise: ‘We hebben elkaar ontmoet op een plek waar we allebei nooit komen en ook nooit meer zijn geweest: het café. Na de examens op de middelbare school, ik was 15 en Koen 16, vierden we de afloop daar. We zaten beiden op een andere school, niet ver van elkaar vandaan.’ High-school sweethearts dus. Op dat moment was Koen een atleet, maar trainde nog niet zo vaak. Elise speelde volleybal met een groep vrienden. ‘Hij was nog geen topatleet. Ik weet nog goed dat hij provinciaal kampioen werd. Toen stelde hij zichzelf ten doel Belgisch kampioen te worden. Dat lukte. Daarna wilde hij Europees kampioen worden. En met succes. Dit jaar zijn De Spelen. Ik denk dat het een groot voordeel voor ons als koppel is, dat ik met hem ben meegegroeid. We begrijpen elkaar, ons gezin is minstens zo belangrijk als zijn sportcarrière.’

In 2014 trouwden ze en twee jaar later werd hun zoontje Finn geboren. Elise werkt fulltime als beleidsmedewerker economie bij de provincie. ‘Vroeger was het makkelijker te plannen. Dan hoefde ik alleen op mezelf te letten. Nu met Finn vraagt de dagindeling meer organisatie. Onze ouders springen gelukkig bij. Dat moet wel, aangezien Finn en ik twee maanden per jaar samen thuis zijn. Koen is regelmatig voor langere tijd op trainingskamp. Hij is een keer in Spanje geweest, maar traint meestal in Amerika. Vanuit Spanje kwam hij twee keer een weekend over. Ik probeer meestal een periode met Finn naar Amerika te gaan, naar Koen. Ik gun hem ook dit leven, zijn ambitie. Het duurt niet eeuwig. Nu moet hij alles eruit halen. Ik heb er dan ook geen probleem mee dat hij veel weg is.’

‘Maar als hij weer thuis is, is dat wel even raar. Vooral die eerste dag. Dat hier ook iemand anders rondloopt. Uiteindelijk is het normale leven een dag later weer zoals voor de stage. Hij doet dan ook zijn best in het huishouden, daar kan ik niet over klagen. Hij helpt veel met ons zoontje. Als hij thuis is, is hij ook echt thuis. Van ’s morgens Finn naar school brengen, hem halen en koken. Dat is het voordeel van een topatleet zijn, dan kun je je eigen tijd indelen. We koken afwisselend. Acht weken voor de marathon let hij weer wat strakker op zijn voeding, dan begint hij het eten af te wegen. Als er geen marathon gepland staat binnen korte tijd, dan houden we ook geen rekening met eten.’

Wanneer Koen thuis is, plannen ze af en toe iets samen, maar doen ook regelmatig leuke activiteiten met z’n drieën. ‘Dan zwemmen we met Finn, terwijl Koen gaat aquajoggen in het bad. En na afloop eten we in een bistro. Koen en ik hebben geen vaste dag samen. Soms gaat Finn logeren en eten wij met z’n tweetjes of relaxen in een wellness.’

Eenmaal thuis slaapt Koen twee maanden per jaar in een hoogtetent. Hij verblijft daar twaalf uur en komt er tussendoor af en toe uit. Om zijn zoontje in bed te leggen bijvoorbeeld. ‘Koen is heel perfectionistisch als het om zijn sport gaat. Zijn sportcarrière plant hij minutieus. Maar in het gewone leven kan hij dat niet. Hij komt rustig te laat op afspraken. Ik vind dat niet altijd leuk, maar het is ook weer niet lastig. Hij rekent op mij voor de organisatie van praktische zaken.’

Meestal gaat Elise mee naar de wedstrijden. ‘Mijn zus en ik waren mee naar Berlijn, waar Koen Europees kampioen werd. Dat was een hele speciale titel. Dat kun je niet elke dag worden! Hij had er maanden naartoe gewerkt. Mooi dat ik erbij was. Meestal ben ik niet zo zenuwachtig, tot het moment van de start. Dan hoop ik dat het goed gaat. En vanaf het tweede uur, als hij niet op het schema zit dat hij beoogd had. Als ik het thuis op de televisie kijk, roep ik wel naar het scherm ja.

En als zijn sportcarrière over is, wat zijn haar wensen? ‘Ik wil graag op safari in Afrika. Dat past gewoon niet in de planning nu.’


Elise Cappelle: ‘Het is een vreemde situatie op dit moment. In België hebben we een ‘light’ lockdown. Dit wil zeggen dat iedereen zo veel mogelijk van huis moet werken, niet in fysiek in contact mag komen met mensen buiten je gezin en we in het openbaar altijd 1,5 meter afstand moeten bewaren tot andere personen. We mogen buiten komen om te bewegen, zo mogen we nog gaan lopen, wandelen, fietsen, maar allemaal redelijk dicht bij huis. We mogen bijvoorbeeld geen auto nemen om naar een bos te rijden en daar te lopen. Alle sportieve activiteiten moeten van thuis vertrekken en ook individueel verlopen of met je gezin. De situatie voor Koen zelf is op zich niet zoveel veranderd. Hij was vroeger ook vaak thuis en hij trainde ook heel vaak alleen.

Het is ook goed dat de knoop eindelijk doorgehakt is om de Spelen te verplaatsen, zo kan Koen gaan plannen. Hij vond het wel jammer dat ze verplaatst zijn, maar hij vond het ook de enige juiste keuze. Koen is verpleegkundige van opleiding en heeft voor zijn profcarrière nog jaren in het ziekenhuis gewerkt. Hij leeft dus heel erg mee met de zorgverleners en heeft veel respect voor ze. Gezondheid zal altijd belangrijker zijn dan sport.

Het is intussen de derde week dat de scholen gesloten zijn. Voor ons is het wel een hele opdracht om ons zoontje Finn iedere dag te entertainen. Ik werk momenteel van thuis uit. We hebben even moeten zoeken naar een goed evenwicht, maar gelukkig heb ik flexibele uren. Zo kan ik bijvoorbeeld in de voormiddag 1,5 uur pauze nemen, zodat Koen kan gaan trainen. ’s Avonds werk ik dan wat langer om die uren in te halen. Na mijn werk start Koen vaak nog een tweede training. Het is voor niemand ideaal op dit moment, maar we klagen niet. We zijn blij dat we alles gecombineerd krijgen, zodat Finn ook gewoon thuis kan blijven en we allemaal gezond zijn.’


foto: RunningNL

Noel Keijsers

Noël Keijsers (46) is de partner van marathonloopster Miranda Boonstra. Ze hardlopen veel samen en keerden net terug uit Zuid-Afrika waar de Two Oceans Marathon niet doorging.

Het coronavirus zorgde ervoor dat Noël en Miranda eerder terugkeerden uit hun geliefde Zuid-Afrika, zonder de 56 kilometer van de Two Oceans Marathon gelopen te hebben. Het land kwam in een lockdown terecht en ze konden op het nippertje, voordat het luchtruim werd gesloten, de laatste Lufthansa-vlucht terug naar huis boeken. Nadat eerdere vluchten werden gecancelled. ‘Je kunt je heel druk maken als je weet dat je vlucht gecancelled wordt,’ zegt Noël, ‘maar je kunt toch niets doen. Daarom zijn we eerst nog even op safari geweest, fantastisch. Het was natuurlijk heel rustig, weinig toeristen en daardoor veel dieren.’ Het tekent de karakters van beiden. Miranda, gedreven tot op het bot, en Noël de rustige factor die haar haar gang laat gaan. En andersom trouwens ook. Zodra ze iets kunnen regelen doen ze het, zo niet dan berusten ze erin.

Beiden kijken terug op een lange atletiekcarrière. Miranda als internationale atlete op de steeplechase en later de marathon en Noël als een niet onverdienstelijke recreatieve steeple- en marathonloper. Is er een professional aan hem verloren gegaan? ‘Ik ken mijn beperkingen en heb niet de drijfveer om alles opzij te zetten, zoals Miranda dat deed. Dus het was een makkelijke keuze voor mij. Bovendien vind ik mijn werk superleuk.’

‘We wilden per se nu naar Zuid-Afrika, waar we jarenlang op trainingsstage zijn geweest. Miranda heeft nog de mogelijkheid om bij de elite te starten. Als zij ergens aan de start staat, wil ze ook zo hoog mogelijk eindigen en gaat ze er nog echt voor. Ik was lang geblesseerd geweest. Maar je moet het jaar voor de Two Oceans een marathon gelopen hebben. Met Kerst kon ik weer een beetje lopen. Ik heb snel opgetraind richting een marathon. De eerste marathon dit jaar was de Two Rivers Marathon door de Bommelerwaard. Deze werd afgelast vanwege die grote storm. Ik had nog twee weken de tijd. Het weekend erna stormde het weer en werd ook de tweede geplande marathon afgelast. Zoeken, zoeken, zoeken, want alles zat vol. Uiteindelijk kon ik in Kiel een startbewijs bemachtigen. Op vrijdag reden we naar Kiel, Miranda haasde me. Toen heb ik me met 12 weken training gelukkig gekwalificeerd. Ik liep net boven de drie uur. Zes kilometer voor de finish ging ze er vandoor. Ze had het koud. ‘Nu haal je het wel’, zei ze.’

Hebben ze elkaar ook op de atletiekbaan ontmoet? Noël: ‘Dat is eigenlijk wel een leuk verhaal, we hadden toevallig hetzelfde lijk bij functionele anatomie.’ De spanning in de snijzaal van de opleiding bewegingswetenschappen zorgde ervoor dat ze eerst goede vrienden werden en later een relatie kregen, die zo’n twintig jaar geleden begon. ‘Miranda gaf eigenlijk gelijk al aan geen kinderen te willen. Ik vond dat prima, het is een bewuste keuze van ons beiden.’

‘Tijdens haar actieve periode werkte Miranda deeltijds als onderzoeker. Dat was in haar steeplechaseperiode. Ze trainde toen nog niet gigantisch veel. Daarna werd ze voltijds professional. Ik had het makkelijk, want Miranda was meer thuis dan ik. Dus zorgde zij voor de huishouding en het koken. De ouderwetse verdeling, zeg maar. Ik maak veel uren, als onderzoeker ben je nooit klaar. Maar mijn baan is wel heel flexibel. Nog steeds. Tegenwoordig moet ik trouwens wel vaker koken, omdat Miranda training geeft. Ik heb iets meer taken overgenomen. We zijn heel nuchter wat voeding betreft. We eten vooral veel groenten en veel koolhydraten.’

Noël is hoofd van de revalidatie-onderzoeksafdeling van de Sint Maartenskliniek. ‘We werken nu bijvoorbeeld samen met de universiteit van Lausanne om via neurostimulatie mensen met een bijna complete dwarslaesie weer aan het lopen te krijgen.’ Zijn baan is altijd flexibel geweest, dat maakt het ook prettig voor hem om met Miranda mee te reizen op trainingsstage. ‘Zij regelde altijd de stageplekken en als ik het interessant vond en ook nog ook wat kon werken, ging ik mee. Ik wil daar niet niets doen. Dan werkte ik op locatie en trainde met haar op hoogte. In Boulder bijvoorbeeld, ik hou van de bergen.’

‘Het voordeel voor Miranda is dat ik een iets snellere tijd op de marathon (2.22.59) heb staan dan zij. Wij doen samen tempotrainingen als ik uit mijn werk kom. Anders zien we elkaar helemaal niet. De ochtendloopjes doe ik niet mee. Na Boulder haasde ik Miranda naar 2.29 in Berlijn. Drie weken later liep ik mijn pr in Amsterdam. Blijkbaar hielpen de hoogtetrainingen in de bergen van Boulder mee.’

‘Mijn mooiste herinnering aan haar carrière is haar Nederlands record op de steeple in Nijmegen. Ik vind dat een mooi nummer. Dit onderdeel is toch een soort worsteling voor haar geweest. Maar dat ze 9.38 min liep, is echt wel van een hoog niveau. Dat toont haar grote wilskracht.’

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?