Je zag het vast al eens bij een loopwedstrijd, een voetbalmatch of een partijtje tennis in warme weersomstandigheden: sporters die iets fris in hun nek leggen. Waarom doen ze dat?
Tijdens een inspanning stijgt de lichaamstemperatuur. Warme weersomstandigheden doen daar nog een schepje bovenop. Iets fris (bijvoorbeeld een ijszak, een koud drankblikje of een natte handdoek) in je nek leggen, helpt om je lichaam af te koelen.
Dat komt omdat in je hoofd, nek en polsen de bloedvaten net onder de huid zitten. Je lichaam gebruikt goed doorbloede plekken om de warmte af te voeren.
Je polsen en nek zijn ideale plaatsen om je lichaam af te koelen, omdat die plekken niet alleen goed doorbloed zijn, maar ook omdat er slagaders lopen. En die vernauwen niet als de omgeving afkoelt, iets wat wel gebeurt bij gewone bloedvaten. En als de bloedvaten te veel vernauwen, geraakt je lichaam de warmte niet meer kwijt.