“Met iets beginnen is gemakkelijker dan met iets stoppen,” legde professor Carlbring eerder uit op de wetenschapswebsite Scientias.nl. “Stel: je wil stoppen met snoepen en zo wat gewicht kwijtraken. Dan kan je je voornemen om simpelweg geen snoep meer te eten. Maar je zal waarschijnlijk succesvoller zijn als je zegt: ‘Ik ga een paar keer per dag fruit eten. Je vervangt de snoepjes door iets gezonds, wat waarschijnlijk betekent dat je gewicht gaat verliezen én dat je je goede voornemen kan houden. Je kan een gewoonte niet zomaar uitwissen, maar wel vervangen door iets anders.”
Wees niet te concreet
Superconcreet hoeven je voornemens niet te zijn. Integendeel. Carlbring en zijn team stelden vast dat ietwat vagere voornemens doorgaans een hogere succesratio hebben dan erg gedetailleerde voornemens. ‘Ik wil vermageren’ werkt beter dan ‘ik wil elke maand anderhalve kilogram afvallen’. De reden is dat het uitblijven van succes demotiverend werkt. De persoon in kwestie kan in plaats van 1,5 kilogram ‘maar’ 1 kilogram per maand afgevallen zijn en zal dat als een nederlaag ervaren en zijn voornemen opbergen. Terwijl iemand die tot doel gesteld had om gewoon af te vallen die 1 kilogram gewichtsverlies wel als een succes beschouwt en daarom blijft doorgaan met het nastreven van het voornemen.
Vertel het iedereen
Een derde en laatste tip van de Zweedse professor: maak je goede voornemens kenbaar aan vrienden en familie. Groepsdruk werkt. “Goede voornemens zijn belangrijk en hebben – onterecht – een wat slechte reputatie gekregen, terwijl ze toch positieve en belangrijke veranderingen in het leven van mensen kunnen stimuleren”, aldus Carlbring.
Practise what you preach
De psychologieprofessor gaf zelf het goede voorbeeld. In 2020 had hij als voornemen om elke dag om elke dag 10 km te gaan lopen. Een heel concreet getal, maar het is hem gelukt.