1. Verlichte route
Kies zoveel mogelijk voor goed verlichte routes. Loop bijvoorbeeld zoveel mogelijk in de bebouwde kom, waar ’s avonds over algemeen licht brandt. Denk ook aan de fietspaden langs de provinciale wegen, daar profiteer je ook van de auto’s die voor verlichting zorgen. Smalle, achterafpaadjes buiten de bebouwde kom zijn over
2. Gescheiden verkeer
Kies in het donker ook zoveel mogelijk voor routes waar de verschillende verkeerssoorten van elkaar gescheiden zijn. Vermijd vooral de plekken waar je op de weg moet lopen, zodat je potentieel gevaarlijke situaties met voorbij razende auto’s kunt voorkomen.
3. Verkeer tegemoet
Als je geen mogelijkheid hebt om op de stoep te lopen, zorg ervoor dat je dan altijd aan de kant van het tegemoetkomende verkeer loopt. Je ziet dan in ieder geval zelf welk verkeer er op je af komt.
4. Reflecterende kleding
Het dragen van lichte kleding is niet voldoende. Automobilisten zien je dan pas vanaf iets meer dan 50 meter. Dat is vaak te laat om nog goed te kunnen reageren. Met reflecterende kleding kun je je zichtbaarheid bijna verdrievoudigen.
Meer materiaaltips krijg je in het novembernummer van RunningNL: 10x winterse must-haves >>
Een alternatief voor deze speciale kleding is een reflecterend hesje: het is goedkoper en eenvoudig aan te trekken over je kleding. Deze hesjes zijn ook meestal uitgevoerd in felle kleuren en voorzien van reflecterende strips. Er zijn zelfs hesjes die voorzien zijn van kleine ledlampjes.
5. Bewegende delen
Bevestig reflecterende elementen of lampjes zoveel mogelijk op de meest bewegende delen van je lichaam. Door het accentueren van je voeten en armen zien andere weggebruikers nog scherper welke beweging je maakt en waar je naartoe gaat. Ze kunnen daardoor nog beter anticiperen op jou.
Een lampje is een goed idee voor extra zichtbaarheid. Je kunt kiezen voor een hesje dat voorzien is van lampjes, maar je kunt ze ook los kopen. Een eenvoudige en goedkope optie is de armband die je om je bovenarm kunt doen.
De bovengenoemde lampjes zijn bedoeld om je extra zichtbaar te maken voor je medeweggebruikers. Er zijn ook lampen verkrijgbaar die ervoor zorgen dat jij zelf beter ziet. Dit zijn meestal lampen die je op je hoofd of op je borst plaatst. Wees hier echter voorzichtig mee. Als je in het buitengebied loopt waar weinig verlichting is, dan zijn ze zeker aan te raden. Loop je in de stad, dan is een lamp niet per se noodzakelijk. Voor tegenliggers op een goed verlichte baan kan een hoofd- of borstlamp minder aangenaam en verblindend zijn.
6. Laat je muziek thuis
Je zicht is beperkt in het donker, zorg ervoor dat je niet ook nog je gehoor uitschakelt. Als het overige verkeer jou niet goed ziet, zorg er dan voor dat je zelf zo alert mogelijk bent.
7. Loop samen
Als groep ben je beter zichtbaar dan als je in je eentje loopt. En, in het geval dat er iets mocht gebeuren, is er iemand in de buurt die hulp kan inschakelen. Zeker als vrouw ben je in je eentje kwetsbaar in het donker.
8. Wees alert
Aan de verkeersregels houden is niet voldoende. Blijf alert. Nader je een zebrapad, steek dan niet zomaar over. Je loopt altijd het risico dat een andere weggebruiker je over het hoofd ziet. Of zoals Barbara Kerkhof, auteur van het boek ‘Hardlopen voor vrouwen’, het omschrijft: ‘Geen enkele training is het waard om aangereden te worden.’
9. Bewustwording
Veel lopers beseffen eigenlijk niet hoe slecht ze te zien zijn voor hun medeweggebruikers. Kijk daarom eens door de bril van andere weggebruikers. Zit je in de auto of op de fiets, probeer dan eens te letten op andere lopers. Je zult merken dat je minder goed zichtbaar dan je denkt.
10. Telefoon
Neem een telefoon mee als je gaat hardlopen, zodat je bij nood snel hulp kunt inschakelen.