Wat is je favoriete plek om hard te lopen?
“Dat is in Zeist, waar ik nu zo’n twee jaar woon. Ik ben binnen één kilometer in het bos. Daar kom ik iedere dag. Dat is heerlijk, zoveel groen. In het buitenland is Flagstaff (Arizona) mijn favoriete plek. Ik vind dat een mooie staat en ook daar heb je veel bos.”
Wat is je leukste type training om te doen?
“Eigenlijk alle trainingen waarbij je de grenzen opzoekt. Denk dan aan een training zoals vier keer een 1.000 meter op 3.000 meter snelheid, maar ook aan specifieke 1.500 meter trainingen. Het geeft vooraf vaak een beetje spanning, omdat het laat zien waar je staat. Maar achteraf brengt het me, als het goed gaat, veel voldoening.”
Wat is jouw grootste talent op hardloopvlak?
“Als ik fit, in vorm en mentaal goed in mijn vel zit, kan ik fysiek heel diep gaan. Op mentaal vlak ga ik vaak goed op spanning. Ik zie druk niet als iets negatiefs. Ik heb die spanning juist nodig. Die druk en spanning kan ik uiteindelijk goed omzetten in prestaties. Ik denk dat ik iemand ben die niet snel bezwijkt onder de druk. Dat heb ik in mijn carrière wel geleerd.”
Wat doe je de avond en ochtend voor een race?
“Ik ben bezig met visualiseren. Vrijwel alle scenario’s die kunnen plaatsvinden in de wedstrijd heb ik al doorlopen. Dat geeft me het gevoel dat ik goed voorbereid aan de start sta. Ik vind namelijk dat je altijd rekening moet houden met situaties die niet precies volgens plan gaan. Verder probeer ik op een racedag te ontspannen. Hoe? Ik kijk bijvoorbeeld een foute serie of ga ergens rustig koffiedrinken.”
Lees ook: Koster weer vierde op EK: ‘Vierde is niks’
Welke vijf items stop je als eerste in je sporttas?
“Als eerste mijn spikes natuurlijk. Verder een gelletje, die neem ik als we moeten wachten in de callroom. Daarnaast neem ik altijd een spiegeltje mee, iets te eten en mijn paspoort.”
Wat is jouw mooiste persoonlijke herinnering aan de Olympische Spelen?
“De Spelen in Rio (2016) waren voor mij geen succes, omdat ik niet fit was. Maar het was wel speciaal dat mijn familie daarbij was. Ik ben veel onderweg en daardoor ook regelmatig alleen. Even dat oogcontact voor de start, dat geeft écht een goed gevoel. Hoewel het sportief niet zo ging als ik wilde, waren ze wel allemaal daar en lieten ze blijken dat ze trots op me zijn.”
Als je één trainingsmaatje mee mag nemen op stage, wie zou dat zijn?
“Diane van Es. Ik train nu al een paar jaar met haar. We versterken elkaar enorm. We hebben geen concurrentiestrijd. Soms is de één beter, soms de ander. Dat is helemaal prima. Ik zie hoe hard ze ervoor werkt. En omdat ze zo dichtbij staat, gun ik haar het allerbeste.”
Hoe houd je jouw zenuwen in bedwang?
“Natuurlijk ken ik ook onzekerheid en heb ik soms innerlijke gesprekken. Ben ik er klaar voor? Kan ik het tempo volhouden? Maar ik denk ook: ik heb goed getraind, alles is goed gaan. Als ik de baan op loop, zeg ik tegen mezelf: ‘ik hoor hier gewoon. Ik heb er hard voor gewerkt. Ik sta hier, voel me fit en ga het laten zien.’ Dat geeft vertrouwen. De spanning is hoog, maar ik bezwijk er niet onder.”
Wat was jouw grootste opoffering in jouw laatste maanden/weken voor de spelen?
“In de zomer is gewoon weinig ruimte voor spontaniteit. Activiteiten zijn vaak gepland rondom wedstrijden. Dus ik mis vaak verjaardagen en een dagje naar een festival gaan, zit er niet in. Maar ik zie het niet als opoffering, want de Spelen zijn zó belangrijk. Toch mis ik weleens de spontaniteit om iets te ondernemen.”
Met welke ambitie sta je in Parijs aan de start?
“Ik ben vooral heel blij dat ik me kwalificeerde. Met name omdat ik een tijdje gestopt ben met topsport en het daarna weer oppakte. Ik ga vooral genieten. Maar ik moet natuurlijk ook presteren. Een finaleplek op de 5.000 meter? Ja, dat zou voor mij een ultieme prestatie zijn. Ik haalde tijdens de wereldkampioenschappen in Budapest in 2023 de finale in een vergelijkbaar veld. Het zou dus kunnen.”