1. Je hebt veel spierpijn
DOMS, de Engelse afkorting voor Delayed Onset Muscle Soreness, is de lichte pijn die je in de dag(en) na je training kan ervaren. Die pijn is compleet normaal. Maar extreme pijn is een van de belangrijkste tekenen dat je een rustdag nodig heeft. Pijn is een gevolg van een ontstekingsproces en schade aan het weefsel, zaken waarvoor je lichaam tijd nodig heeft om ze te herstellen. Bovendien is sporten met veel pijn sowieso af te raden: het is moeilijker om een goede loophouding aan te houden, waardoor de inspanning zwaarder aanvoelt en het blessurerisico stijgt. Een goed alternatief is om een rustige wandeling te maken.
2. Je hebt stemmingswisselingen
Sporten is goed voor je humeur, maar kan ook averechts werken als je het te veel doet. Elke dag (intensief) sporten doet ook stresshormonen, zoals cortisol en adrenaline, in je lichaam toenemen, wat kan leiden tot hormonale disbalansen, stemmingswisselingen en prikkelbaarheid.
3. Je slaapt slecht
Slaapproblemen zijn een ander gevolg van de grotere productie van stresshormonen. Het is een vicieuze cirkel: een slaaptekort heeft een negatieve impact op je herstel, waardoor de ontstekingsprocessen toenemen en leiden tot een nog slechtere slaap- en trainingskwaliteit.
4. Je ziet op tegen je training
Het is normaal om niet altijd met evenveel zin aan een training te beginnen, maar als je de laatste tijd vaker niet dan wel uitkijkt naar een sportsessie, is het beter om even wat meer rust in te lassen. Dezelfde hormonen die een negatieve impact hebben op je humeur en slaap kunnen ook een impact hebben op je trainingsmotivatie. Kies voor een rustdag of een actieve hersteldag.
5. Je trainingen voelen zwaarder
Als je rustige trainingen plots als marathons aanvoelen, is het tijd voor een pauze. De zogenaamde ‘Rate of perceived exertion’ (de waargenomen inspanning), ofwel hoe zwaar een fysieke activiteit aanvoelt, stijgt ook wanneer je niet voldoende hersteld bent. Bovendien nemen je spierkracht en looptempo af.
6. Je hartslag is hoger
Een hogere hartslag tijdens of (lang) na de inspanning kan vaak ook een goede indicator zijn. De perceptie van een ‘bedreiging’ triggert de stressrespons van je zenuwsysteem. Er komen hormonen vrij die de hartslag verhogen om zo meer zuurstof naar je spieren en brein te kunnen transporteren. Met andere woorden: als je niet voldoende rust neemt, denkt je lichaam in gevaar te zijn en is het continu in een vlucht- of vechtmodus.