Het is inmiddels alweer even geleden sinds ik ‘de mooiste’ heb uitgelopen. En wauw… soms kan ik het nog steeds nauwelijks geloven dat het gelukt is. Al jaren zei ik het: het jaar ná mijn tenniscarrière loop ik de marathon. En ik heb mijn woord gehouden. Dat vind ik stiekem best cool.
Het was zonder twijfel een van de mooiste ervaringen uit mijn leven. Zó intens, zó bijzonder. En eerlijk? Ik heb me inmiddels alweer aangemeld voor de interesselijst van 2026. Want als ik fysiek fit ben en blessurevrij aan de start kan verschijnen, dan weet ik het zeker: ik loop ‘m gewoon nóg een keer.
De realiteit
Maar ik zal ook eerlijk zijn, de marathon hakte er flink in. De weken erna was ik moe, had hoofdpijn, voelde me slap en soms een beetje ziek. Dat heb ik echt onderschat. Je lichaam ondergaat iets groots. Het is niet voor niets dat je hier maanden voor moet trainen.
De lessen
Nu, zo’n twee maanden na de marathon, kan ik stellen dat ik veel geleerd heb. Ondanks dat ik bijna alles hetzelfde zou doen als dat ik nu gedaan heb, zijn er toch een paar dingetjes die ik voor 2026 zou aanpassen. Zoals niet te vroeg beginnen met (veel) trainen. Ik maakte te snel te veel kilometers. Doe wat nodig is, maar brand jezelf niet op vóór je überhaupt begonnen bent. Dit is ook minder blessuregevoelig.
En, niet onbelangrijk: geniet onderweg. Neem de tijd voor je familie langs de kant. Laat je niet gek maken door de klok. Ik heb geen seconde gedacht aan “Oh nee, ik loop niet onder de vier uur.” Mijn enige gedachte was: had ik maar iets langzamer gelopen toen ik mijn familie zag staan.
Qua voeding: train met gelletjes. Echt. Dat maakt verschil. En zo word je ook niet misselijk tijdens de marathon, omdat je er al gewend aan bent. En het allerbelangrijkste: luister naar je lichaam. Blessures zijn het nooit waard.
Houden van hardlopen
Wat ik nu zeker weet? Als je het écht wilt, dan kan iedereen een marathon lopen. Echt iedereen. Het is een kwestie van doen. Geloof erin, zet door. En man man man, wat ben ik blij dat ik het heb gedaan. Hardlopen is nu een vast onderdeel van m’n leven. Als m’n werkschema het toelaat plan ik drie keer per week een run in. Twee keer een korte en één keer een lange. Je kan wel zeggen dat ik van van hardlopen ben gaan houden.