4 uur, 7 minuten en 29 seconden. Zo lang moest ik rennen om die 42 (en een beetje) kilometers af te tikken. Wat. Een. Einde. De eerste kilometers gingen eigenlijk verrassend soepel. Mijn oude blessure liet al wel vanaf kilometer 2 van zich horen, maar ik liep lekker. Tot kilometer 20, want toen begon het feest pas écht.
De verzuring sloeg toe. Mijn blessure verdween als sneeuw voor de zon – alleen om plaats te maken voor tintelende bovenbenen. Tweeëntwintig kilometer lang liep ik op het randje van kramp. Ik kon op een gegeven moment nergens anders meer aan denken. Maar ik gaf niet toe.
De man met de hamer? Die heb ik niet echt gezien. Maar tussen kilometer 35 en 39 werd het me toch zwaar. Mensen om me heen vielen letterlijk neer of stapten uit. Alles in mij schreeuwde: “IK WIL LOPEN!” Maar de tip van mijn trainer Ben spookte door m’n hoofd: al jog je op 7,5 km/u – ga niet wandelen. Dus ik bleef rennen. En het werkte.
Kippenvel
En dan… die laatste meters. Je draait de magische Coolsingel op. Kippenvel. Pure emotie. Geen woorden. Alleen gevoel. Een moment dat je moet meemaken om te begrijpen.
Is het de mooiste marathon? Ja. Niet per se door de route. Maar door wat het met je doet. De sfeer. De warmte. De stad die je draagt. De liefde van familie en vrienden langs de kant. De iconische Erasmusbrug. En “You’ll Never Walk Alone” bij de start. Alles klopte. Alles was Rotterdam. Alles was liefde.
Spierpijn
’s Middags voelde ik me nog prima. Adrenaline. Euforie. Misselijk van de gelletjes, maar trots paradeerde ik over de Meent met mijn medaille alsof ik goud had gewonnen. ‘s Avonds kwam pas echt de klap. De stijfheid. Een bebloede teen. Schaafwonden op m’n borst. Knallende koppijn. En toen…. de volgende dag. Traplopen was een marteling. Draaien in bed kon zelfs niet. Ik dacht altijd: “Stel je niet aan, spierpijn is spierpijn.” Nou dit was geen spierpijn. Dit was next level.
Wonder boven wonder: mijn hielspoor is wel ineens verdwenen. Dus bij deze een medisch advies dat je beter niét met je fysio deelt: heb je hielspoor? Ren een marathon!
Overwinning op mezelf
Zonder dollen: dit was een van de mooiste ervaringen uit mijn leven. Een overwinning op mezelf. De grootste les van de afgelopen maanden? Ziek, geblesseerd, geen zin – het maakt niet uit. Je kan zóveel meer dan je denkt. Als je maar een doel voor ogen hebt. En misschien een beetje Rotterdamse mentaliteit.
Ik zei nog: ‘Eén keer. Nooit meer.’ Maar geloof me: als ik volgend jaar fit ben, sta ik wéér aan de start van de Mooiste.