Op gloednieuwe schoenen loop ik aarzelend de hardloopzaak uit. Ik mag ze even uitproberen. Gewoon een paar minuutjes rennen, zei de verkoper. Tot aan de kerk en terug. Oeps. Ik heb er niet bij stilgestaan dat het testen van schoenen een volwaardige looptraining is. Zou het gek zijn om eerst een warming up te doen? Ja, dat is gek, besluit ik. Dus ik begin meteen te rennen, zoals ieder ander zou doen.
Echte loper
Al mijn spieren verkrampen bij de plotselinge inspanning. Hijgend, met mijn mond wagenwijd open, zigzag ik door het winkelend publiek. Ik voel mijn gezicht rood aanlopen. In mijn ooghoeken zie ik mensen verbaasd omkijken. Bij de kerk draai ik om en ren terug naar de winkel. Bijna loop ik naar binnen, maar sta net op tijd stil. Even wachten tot ik niet meer zo hijg.
De grote dag is aangebroken: nieuwe loopschoenen uitzoeken. Na een scala aan testjes kwam de verkoper met perfect passende schoenen. Hierop zou hij mij morgen naar een 10 kilometer race durven sturen, zei hij. Dat lijkt mij geen goed idee. Maar opgewonden ben ik wel. Nieuwe loopschoenen maken mij vanaf vandaag een echte, serieuze loper. Nu kan ik niet meer terug. Deze aankoop betekent dat ik mezelf heb toegewijd om die 5 kilometer te halen, hoe lang het ook zal duren.
Lees ook: Column Floortje: herkend als collega-loper
Blessure
Uitgeput kom ik de winkel binnen. Genoeg gelopen voor vandaag, vindt mijn lichaam. ‘Zullen we nog een paar proberen?’ stelt de verkoper voor. Goed, nog één paar dan. Enthousiast begin ik even later weer te rennen. Deze schoenen voelen soepeler en ondersteunend aan mijn voeten. Maar terwijl ik dat opmerk voel ik een scherpe pijn door mijn rechter scheenbeen snijden. Geeft niet, gaat straks wel over, zeg ik tegen mezelf. Stug ren ik door. Hinkend kom ik bij de kerk aan. Fijn, een shin splint. Zou ik de eerste zijn die een blessure oploopt door het testen van schoenen? Wandelend keer ik terug.
Met een geforceerde glimlach strompel ik even later de winkel binnen. Een andere klant past net nieuwe loopschoenen aan. Zou zij ook pas net begonnen zijn, en nog niet zo ver kunnen rennen? Ze groet mij, en vertelt dat ze aan het trainen is voor de Bruggenloop in Rotterdam. 15 kilometer. ‘Heb jij die ook weleens gedaan?’ wilt ze weten. ‘Nee, nóg niet,’ antwoord ik nonchalant. Onopvallend veeg ik het zweet van mijn voorhoofd.
Lesje geleerd
Ik kies het tweede paar schoenen. ‘Succes met je trainingen!’ wensen de verkoper en de andere klant mij toe als ik de winkel verlaat. Ik bedank hen vriendelijk, mijn scheenbeen zeurend met iedere stap. Die warming up had ik gewoon moeten doen. Dit komt ervan als je je druk maakt om wat andere mensen vinden. Ik heb mijn lesje geleerd.
Thuisgekomen zet ik mijn gloednieuwe schoenen midden in de woonkamer, bovenop de schoenendoos. Als ik er niet op kan lopen, kan ik er tenminste wel naar kijken. Ook al is dat nu met een pak ijs op mijn scheenbeen. Dit zijn de schoenen die mij over de finish van de Geuzenloop gaan brengen.
Lees ook: Nieuwe columniste Floortje herstelde van kanker en loopt weer hard