Hoe hardlopen Tom Dumoulin helpt zijn gedachten te ordenen (en waarom hij soms even stopt onderweg): ‘Wat maakt mij het uit, ik heb toch geen teller meer’

Tom Dumoulin (33) beëindigde in 2022 zijn wielercarrière. Sindsdien trekt hij vaker zijn hardloop- dan zijn fietskleding aan. RunningNL trok aan het einde van afgelopen zomer naar Maastricht en sprak uitgebreid met de voormalig wereldkampioen tijdrijden (2017) en winnaar van de Giro d’Italia (2017). Een gesprek over waarom hardlopen lijkt op dromen, hoe zijn tijdritspecialisme hem helpt een betere hardloper te worden en over zijn wens om in de toekomst een marathon te lopen.

De bestelwagen op de oprit bij huize Dumoulin verraadt dat hier gewerkt wordt. Op een steenworp afstand van de Belgische grens en midden in het Limburgse heuvellandschap, nam Dumoulin een paar maanden geleden met zijn Maxime intrek in deze woning. “Welkom. Het is open huis hier”, refereert hij bij binnenkomst aan de voordeur die openstaat.

Het blijkt deze dagen een komen en gaan van werklui die het koppel helpt hun droomhuis te realiseren. De bouwspullen die her en der liggen tonen dat er werk aan de winkel is. Hij is er druk mee in de weer. “Ik ben inmiddels bedreven geraakt in het vak van aannemer”, lacht hij even later als we aan de rand van het grote grasveld in de tuin de eerste foto’s nemen. Tussendoor checkt hij nog even of de kozijnen, die deze ochtend zijn geplaatst, op de juiste manier geplaatst zijn. “Ik dacht dat ze een foutje hadden gemaakt, maar gelukkig is het oké. Ik wil graag de controle hebben. We hebben ook een beetje haast. Halverwege oktober verwachten we ons eerste kindje (zoon Oscar werd op 8 oktober geboren, red). Maar de kinderkamer is zeker klaar, hoor.”

Heuvels en wijngaarden

Omdat we graag een paar actiefoto’s willen, neemt Dumoulin het bezoek in zijn auto mee naar een van de mooiste punten van zijn hardlooprondjes. Na een korte wandeling loodst hij ons via een poortje en een smal geitenpaadje naar een uitzicht dat er niet om liegt: heuvels, wijngaarden, onverharde kiezelpaden en veel groen. De strakblauwe lucht doet de rest. We wanen ons hier op vakantie.

“Welkom in mijn hardloopwereld”, zegt de voormalig wielrenner als we de plek bereiken. De rondjes van Dumoulin gaan vaak door het Cannerbos en het ENCI-bos, waarna hij langs de Maas afdaalt richting de binnenstad. Meestal een uur, soms iets meer. “Voor mij is het bijna normaal, maar het is prachtig hier. Je kunt hier fantastisch hardlopen. Lekker in de natuur, veel onverharde paden en een heleboel hoogtemeters. Ik vind het heerlijk om bij zo’n klimmetje even door te trekken. Dan ga ik wel redelijk volle bak. Net zo diep als op de fiets? Nee, dat niet. Dat is geweest. Het blijft acceptabel.”

 

 

Als de fotosessie achter de rug is, rijdt Dumoulin met zijn gasten terug naar de woning. Daar nemen we plaats aan een kleine tafel, waar de wafels, koffiemelk en de lepeltjes al klaarliggen.

Je hebt ons net jouw hardloopwereld laten zien. Hoe vaak loop je hard?
“Een keer of drie in de week. Dat is meer dan vorig jaar, toen zat ik op twee keer per week. Voor mij is het puur een hobby. Ik vind sporten leuk, eigenlijk vrijwel alle sporten. Na mijn carrière ben ik ook gaan kickboksen en padellen, dat doe ik nog weleens. Maar de sporten waarbij het conditionele aspect een grote rol speelt, liggen me het beste.”

En de fiets, hoe vaak zit je daar nog op?
“Te weinig, hoewel ik het wel nog leuk vind om te doen. Maar vanwege de verbouwing is mijn tijd de laatste maanden beperkt. Maar als dat straks achter de rug is, ga ik weer meer fietsen.”

Wat voor type trainingen doe je?
“De tijd die ik heb, bepaalt de training. Als ik thuis ben, doe ik altijd hetzelfde. Lekker lopen en gas geven als ik een klimmetje tegenkom. Vorig jaar liep ik de halve marathon van Amsterdam (hij finishte in 1:10:04, red). In aanloop naar die race trainde ik regelmatig met een hardloopmaatje uit de buurt. Hij had in zijn schema een aantal specifieke intervaltrainingen in de heuvels. Op een natuurlijke wijze kreeg ik dan toch die extra prikkel.”

Ruis

Ook deze ochtend liep Dumoulin een rondje. Eén uur en 15 minuten. Alleen. Het liefst loopt hij samen, maar ‘het is tegenwoordig moeilijk afspraken maken met mij’. Dumoulin is druk met zijn rol als aannemer, de voorbereiding op het vaderschap en schuift regelmatig bij de NOS aan om zijn analyse te geven op wielerwedstrijden. Maar als de geboren en getogen Maastrichtenaar zijn kans schoon ziet, trekt hij zijn hardloopschoenen aan en is hij even weg.

Een enkele keer luistert hij muziek onderweg. Meestal blijven de oordopjes thuis. “Met muziek kom ik minder goed in the zone. Mijn aandacht gaat dan naar de muziek en minder naar het hardlopen. Ik ga dan minder diep in mijn gedachtes. De eerste twintig minuten voelt het soms gek, maar op een bepaald moment breek ik erdoorheen. Het allermooiste is om zonder ruis te lopen.”

Het hardlopen helpt hem om zaken op een rijtje te zetten. Het is een moment van reflectie. Meer dan eens stopt hij onderweg om notities te maken. “Als ik een half uur aan het lopen ben, komen allerlei gedachtes. Ik merk dat mijn geest zó openstaat tijdens het hardlopen. Mijn hoofd ratelt aan een stuk door. Maar als ik dan terugkom, ben ik meestal de helft vergeten. Het is net als dromen. Op een bepaald moment dacht ik: ‘waarom schrijf ik die gedachtes niet gewoon op?’ Dus nu stop ik af en toe (‘wat maakt mij het uit, ik heb toch geen teller’). Vanochtend maakte ik onderweg een volledige to-dolijst. Dat lijstje was niet zo compleet geweest als ik niet was gestopt. Het onderbreekt een beetje de training en het voelt soms stom, maar achteraf ben ik er altijd blij mee.”

Ervaarde je op de wielrenfiets ook die mate van reflectie?
“Ik heb dat tijdens het hardlopen misschien wel meer. Op de fiets had ik dat ook hoor, maar met hardlopen kom ik echt in zo’n mindset waarbij alles vanzelf gaat. Ik ben dan lekker aan het wegdromen met mijn gedachtes.”

Waar de meeste hardlopers verknocht zijn aan hun sporthorloge wil Dumoulin daar niets meer van weten. Hij loopt zonder horloge, wattagemeter of een app die hem data verschaft. Hoeveel kilometer hij deze ochtend liep? Dat weet hij niet. Laat staan de snelheid, het wattage of de gemiddelde hartslag. Het enige dat hij weet is hoe laat hij wegging van huis en op welk tijdstip hij terugkeerde. Dumoulin loopt op gevoel.

Ben je niet benieuwd naar die data?
“Nee. Ik heb dat 11 jaar gedaan. Alles bijhouden: tijd, snelheid, wattage, hartslag. Alles werd gemeten. Dat was ook nuttig. Het is niet zo dat de ploeg mij dat oplegde. Ik wilde dat zelf ook weten. Maar ik vind het nu heerlijk om te sporten zoals sport bedoeld is. Lekker eropuit in de natuur. Zoals ik het als kind deed, doe ik het nu weer. In alle vrijheid. Daarom krijg ik bijna stress als ik een horloge om heb. Dat brengt me terug naar de tijd dat soort dingen een verplichting waren.”

Twee vingers in de neus

Halverwege zijn tienerjaren kwam het talent voor duursporten aan het licht. Op het voetbalveld werd de connectie met de bal steeds minder. Zijn lange, slungelige lichaam zat hem in de weg. Maar met het lopen over het veld bleek weinig mis. Hij bleef gaan. Waar zijn leeftijdsgenoten de tong op de schoenen hadden, zette Dumoulin een tandje bij. Hij herinnert zich een hardloopwedstrijdje tijdens de voetbaltraining, in aanloop naar het nieuwe seizoen. “Die won ik met twee vingers in de neus. Dus ik wist: ik kan goed hardlopen en ik vind dat leuk.”

Zijn uitmuntende uithoudingsvermogen komt ook naar voren tijdens een conditietest op de middelbare school. Hij haalde trap 17 tijdens de zogeheten Shuttle Run Test (‘naar mijn mening was het 18, maar maak er maar 17 van’). Hoe dan ook, het is een extreem hoge score. Op het Bonnefanten College in Maastricht is het nog steeds een record.

Hoe reageerde de rest van de klas daar op?
“Die dachten waarschijnlijk: oké knap, maar wat ben je nu eigenlijk aan het doen? Ik denk dat ik dat enerzijds deed omdat ik het lekker vond om indruk te maken op mijn klasgenoten. Maar aan de andere kant vond ik het vooral leuk. Mezelf uitdagen. Tot de grens gaan en vervolgens eroverheen. Als ik er nu aan terugdenk, vraag ik me wel af: waar deed ik dat eigenlijk voor? Ik was nog in mijn eentje aan het rondrennen, terwijl de rest van de klas al lang en breed was afgehaakt. Ik deed het ook niet voor een beter cijfer, maar omdat ik het cool vond om zo hard mogelijk te gaan. Dat heeft er altijd ingezeten.”

Als 14-jarige stopt hij met voetballen. Dumoulin meldt zich bij de plaatselijke atletiekclub. Zo hard mogelijk over die baan gaan. Alle energie die in zijn lijf zat, kon hij hier eruit gooien. Het werd een deceptie. Dumoulin wilde alleen hardlopen. Hij had geen interesse in de andere onderdelen. “Ik herinner me dat we daar met tien kinderen stonden te wachten, zodat we om de beurt konden hoogspringen. Ik snapte daar niks van, het ging allemaal mis. Na een uur was de training voorbij. Ik had alleen gestaan en gewacht, maar ik wilde gewoon over die baan knallen. Dat was niet mogelijk. Ik besloot: dit is niks voor mij. Ik moet iets hebben waar ik mijn energie in kwijt kan. Daarna ben ik per toeval bij een fietsvereniging gaan kijken.”

En de rest is geschiedenis?
“Ja, inderdaad.”

Ik geef toe, het is koffiedik kijken, maar hoever had je kunnen komen als hardloper?
“Je zou denken: als je zo’n hoog niveau haalt op de fiets, moet je tot de beste Europeanen kunnen behoren. Toch weet je dat niet. Misschien zou ik wel tegen fysieke beperkingen aanlopen en is mijn lichaam inderdaad meer gebouwd om te fietsen. Maar buiten dat: ik maak me echt geen illusie dat ik de eerste Europeaan kon zijn die de Kenianen zou verslaan. Dat gaat gewoon niet. Wat dat betreft is het maar goed dat ik ben gaan fietsen.”

Krampen, rustig opbouwen en snelle tijden

Osteoporose, oftewel een lage botdichtheid met als gevolg minder sterke botten, is een veelvoorkomend probleem bij wielrenners. Daardoor is de kans op botbreuken groter bij een valpartij. Reden? Botten en pezen worden tijdens het wielrennen niet getriggerd. Bij het hardlopen krijgen ze ineens wél klappen te verduren. En dat kan een behoorlijke shock zijn voor het lichaam.

Dumoulin merkte dat voor het eerst in de winter van 2021, hij was nog actief wielrenner. “Tijdens een trainingsrit brak ik mijn pols. Het enige wat ik daarna conditioneel kon doen was hardlopen. Na een week of zes deed ik mee aan een lokale hardloopwedstrijd (Groene Loper Run in Maastricht, red.). “Ik liep 32 minuten op de 10 kilometer. Nadat ik over de finish kwam, verkrampte mijn hele lichaam. Na een half uur! Ik kon twee weken niet lopen, elke dribbel die ik inzette deed pijn.”

Hoe gaat dat nu?
“Beter, maar het heeft zeker een jaar geduurd voordat ik drie keer in de week kon hardlopen zonder al te veel fysieke problemen. Mijn botten en pezen zijn tijdens mijn wielercarrière niet goed ontwikkeld, dus die waren niet sterk genoeg. Peesweefsel heeft tijd nodig om aan te sterken. Mijn belastbaarheid is nu beter. Overigens denk ik dat het voor iedereen die begint met hardlopen verstandig is om de training rustig op te bouwen.”

Dumoulin liep in oktober 2023 bij zijn allereerste halve marathon direct een tijd van 1 uur en 10 minuten. Een prestatie die lof oogstte. Toch wil hij dat meteen in perspectief zetten. Het blijkt maar weet dat de topsporter in hem nooit ver weg is. “In Nederland zijn een heleboel mensen die deze tijd lopen. En in Kenia heb je op iedere hoek van de straat iemand die dat kan. Het klinkt misschien raar, maar het stelt op topniveau niks voor.”

Hoe heb je die race ervaren?
“Ik vond het heel leuk. Op dat moment was ik pas ruim een jaar gestopt met koersen. Ik liep maar twee of drie keer in de week hard en teerde behoorlijk op mijn wielerconditie. Maar in zo’n wedstrijd  weet ik hoe ik me moet focussen, hoe ik mijn hartslag onder controle houd en hoe ik technisch goed blijf lopen. Dat zit er zo in vanuit mijn wielercarrière dat je zelfs met een minder getraind lijft best hard kan lopen.”

Hardlopen is net tijdrijden

Dumoulin stond tijdens zijn loopbaan bekend als tijdritspecialist. Hij werd in 2017 wereldkampioen tijdrijden in Bergen, won meerdere tijdritten in grote rondes en haalde op die discipline zowel op de Spelen van Rio de Janeiro in 2016 als die van Tokio 2020 een zilveren medaille.

Welke vaardigheden van jouw tijdritspecialisme pas je toe tijdens het hardlopen?
“Alles begint bij focus. Dat klinkt vaag en is het misschien ook.” Dumoulin is even stil, denkt na. “Kijk. Ik kan me in zo’n race helemaal ingraven in mijn eigen wereld. Daardoor behoud ik mijn focus. Ik ben tijdens zo’n inspanning ook behoorlijk zen. Alles gaat op de automatische piloot. Ik houd mezelf ‘er dan heel erg bij’. Mijn concentratie is hoog en ik sta mezelf niet toe dat ik verslap. Op de een of andere manier is mijn houding dan beter. Ik ga beter hardlopen als ik snel ga dan als ik een uur rustig loop. De focus is dan minder en soms kom ik met meer pijntjes thuis.”

Je hebt het over je houding. Wat zijn jouw aandachtspunten?
“Vooropgesteld: ik lijk nog op een houterige wielrenner. Ik ben geen sierlijke loper.” Hij is opnieuw even stil. Dumoulin beweegt zijn armen en simuleert een loopbeweging. “Ik let erop hoe ik mijn voet neerzet: de balans tussen niet te veel naar voren en niet te veel naar achteren. Verder wil ik mijn heup met kracht naar voren duwen, zodat ik écht voorwaarts ga.”

Marathon

Wil je in de toekomst een marathon lopen?
“Ja, ooit wil ik een marathon lopen. Maar dat ga ik pas doen als ik me goed kan voorbereiden. Ik ga geen topsportvoorbereiding doen, zeker niet. Maar ik vind het wel leuk als ik het gevoel heb dat ik goed bezig ben. Een beetje ‘meehobbelen’, daar pas ik voor. Wanneer? Dit najaar is geen optie omdat we dan ons kindje verwachten. Het voorjaar trekt me niet zo, omdat ik dan in de winter moet trainen. Dus ik mik op najaar 2025.”

Heb je een tijd in gedachte?
“Nee, daar heb ik te weinig informatie over. Maar laat ik dit zeggen: met 1 uur en 10 minuten op de halve marathon neem ik geen genoegen met een tijd onder de drie uur. Ik wil mijn doel scherp zetten. Je zou misschien denken dat een tijd van 2 uur en 30 minuten mogelijk moet zijn. Maar dat is nu niet realistisch. Ik heb eigenlijk geen idee.”

Aan wat voor race denk je?
“Een mooie stadsmarathon. New York vind ik heel gaaf, die wil ik wel ooit doen. Alleen dat is niet voor een snelle tijd.”

Het gesprek aan de geïmproviseerde keukentafel bij Dumoulin loopt op zijn eind. Het is duidelijk: het hardloopvirus heeft hem goed te pakken. Dat komt ook terug in het onlangs verschenen boek Op Gevoel, waarbij Dumoulin samen met schrijver Nando Boers terugkeert naar plekken die tijdens zijn wielercarrière cruciaal bleken. Als ze in Andorra over de Arcalis wandelen, op de plek waar Dumoulin in 2016 de koninginnenrit van de Tour de France won, keert Dumoulin plots terug naar de auto. Hij wil die berg oprennen. En dus heeft hij zijn hardloopschoenen nodig die nog in de auto liggen. Eenmaal boven vraagt Boers hem waarom dat nu eigenlijk zo nodig was. Dumoulin lacht. “Dat moet gewoon. Ik vind dat lekker, ik vind dat leuk om die berg op te rennen. Dat heeft er altijd ingezeten.”

Dumoulin heeft het hardlopen omarmt. Of hij nu in Frankrijk is om analyses te geven voor de NOS, in Andorra op een hoge berg of in zijn geliefde Maastricht zit. De voormalig toprenner geniet van de inspanning, van de natuur en van de gedachtes die oppoppen terwijl hij zijn kilometers maakt. Zelfs nu hij in zijn rol als aannemer eigenlijk geen tijd heeft.

Lees hier alles over een abonnement op RunningNL magazine

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?