Hoogleraar Hein Daanen over hardlopen in hitte: ‘Met acclimatisatie voorkom je ellende’

De Leiden Marathon werd zondag 12 mei halverwege de dag door de organisatie stilgelegd. Een uitzonderlijke maatregel doordat minstens 25 mensen onwel waren geworden door de warmte. RunningNL sprak met Hoogleraar inspanningsfysiologie Hein Daanen tijdens het Rotterdam Marathon Sportmedisch Congres. Daanen doet al jaren onderzoek naar presteren in warme omstandigheden en vertelt wat lopers kunnen doen om hitteproblemen voor te zijn. Met stip op nummer 1: acclimatiseren.

Een gebrek aan acclimatisatie was wellicht het grootste probleem bij de Marathon Leiden, een hardloopevenement met ruim 12.000 deelnemers. Het was zondag 12 mei de eerste echt warme dag van het jaar, met temperaturen boven de 25 graden. Het lichaam van de deelnemers had nog niet eerder de kans gehad om te wennen aan die hitte. “Datzelfde hebben we in 2007 tijdens de marathon van Rotterdam gezien. Daarvoor was het nog niet warm geweest en op de wedstrijddag plots wel. Het menselijk lichaam heeft tijd nodig om zich aan te passen”, aldus Hein Daanen van de Vrije Universiteit Amsterdam.

2000 watt

Ons lichaam produceert warmte. Tijdens fysieke inspanning kan dat oplopen tot maar liefst 2000 watt. Daanen legt uit: “Als we meer warmte produceren dan we kwijt kunnen, gaat de lichaamstemperatuur omhoog. Mensen kunnen alleen functioneren bij een relatief constante lichaamstemperatuur. Het verdampen van zweet is het belangrijkste koelingsmechanisme tijdens inspanning in de hitte. Maar zweten helpt alleen als het ook verdampt. Afdruipen helpt niet.”

Lees ook:  Hittetraining: do’s en don’ts

Prestatieverlies

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan de warmtebalans van het lichaam. Denk bijvoorbeeld aan de omgevingstemperatuur, luchtvochtigheid, zon en wind. Maar ook de mate van inspanning, kledingsisolatie, lichaamsbouw, getraindheid en acclimatisatie. “Met acclimatisatie kan je veel ellende voorkomen”, weet Daanen. “Onderzoek uit Zuid-Afrika leert ons dat we gemiddeld een halve liter per uur zweten zonder acclimatisatie. Na tien dagen acclimatisatie is dat al meer dan een liter.” Het ‘wereldrecord’ staat overigens op naam van voormalig marathonloper Alberto Salazar. Hij zweette ooit 3,07 liter in een uur uit. Ook de hartslagfrequentie past zich na een tijdje aan de warme omstandigheden aan. Onderzoek toont aan dat de hartslag onge-acclimatiseerd gemiddeld tussen 160 en 170 slagen per minuut ligt tijdens een zware inspanning. Na drie dagen acclimatiseren daalt die naar 150-160. Na vijf dagen ligt die rond de 140 en vanaf negen dagen ligt de hartslag gemiddeld op 135 slagen per minuut.

Wil je het hele artikel lezen? Lees dan verder via Blendle of bestel hier ons magazine

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?