Hij is de stem van Rotterdam. De Kuip, Ahoy én de Coolsingel; met zijn lijflied You’ll never walk alone zorgt Lee Towers (74) voor een lach en een traan bij seizoenspresentaties én kampioenshuldigingen van Feyenoord, concerten en een marathonstart. Vervelen doet het na al die decennia nog steeds niet. ‘Ik ben een bevoorrecht mens.’
When you walk through a storm
Hold your head up high
And don’t be afraid of the dark
In 1976 nam hij het nummer dat 31 jaar eerder geschreven werd voor de Broadway-musical Carousel, voor de eerste keer op, in navolging van vele andere artiesten van wie de Liverpoolse beatgroep Gerry and the Pacemakers er de grootste hit mee scoorden. Door de tijd heen heeft hij inmiddels vijf varianten van ook zíjn grootste hit uitgebracht: akoestisch, symfonisch, jazzy, Las Vegas-stijl en zelfs als feestversie. ‘Van ingetogen tot uitbundig en van vreugde tot verdriet, het lied leent zich voor elke aanpak en iedere gelegenheid. Het symboliseert vallen, opstaan en doorgaan; iets wat iedereen in z’n leven wel ondervindt.’
Hoe vaak hij het gezongen heeft? ‘Nou ga maar na: ik doe het al zo’n halve eeuw. In de hoogtijdagen een keer of driehonderd per jaar, iets wat nu uiteraard flink is teruggeschroefd. Dus ja, reken maar uit.’
Tot zijn vaste toehoorders behoren de deelnemers en toeschouwers van de NN Marathon Rotterdam, een traditie die inmiddels 26 jaar bestaat. Een jaarlijks hoogtepunt noemt hij het. ‘Ik kijk er nog altijd naar uit. Telkens weer bezorgt het me kippenvel en emotioneert het me. Sta ik daar op die hoogwerker op de Coolsingel, kijk ik naar beneden op de menigte, zie ik hen vol met adrenaline en een blik vol zelfvertrouwen naar me kijken, waarbij ik door mijn aanwezigheid de lopers een hart onder de riem kan steken. Onbeschrijflijk is dat. Ik voel op zo’n moment de verbondenheid en de verbroedering. Dat is ontegenzeggelijk de kracht van dit lied.’
At the end of a storm
There’s a golden sky
And the sweet silver song of a lark
Lee Towers werd in 1946 als Leendert, roepnaam Leen, Huijzer geboren. In Bolnes, een dorp onder de rook van Rotterdam. Thuis werd er veel gezongen. Psalmen, welteverstaan. Want hij groeide, met vijf broers en een zus, op in een orthodox-christelijk gezin. Of nog preciezer geformuleerd: Nederduits-hervormd, de van de Nederlandse Gereformeerde Kerk afgesplitste stroming. ‘Van rock-‘n-rollmuziek moesten m’n ouders niets hebben, dat verafschuwden ze’, aldus Huijzer, die als tiener reeds in bandjes zong. Leer een vak, dan kun je een boterham verdienen, was het credo van zijn vader, die uit 1888 stamde. Niet verwonderlijk, gezien de armoede waarin ze leefden, zo kort na de oorlog en de wederopbouw.
Na het afronden van de lagere technische school (LTS) werd Huijzer onderhoudsmonteur. Veertien jaar werkte hij op Boele’s scheepswerven en machinefabriek in Bolnes. ‘Ik was als een dubbeltje geboren en zou nooit een kwartje worden, had ik van jongs af aan te horen gekregen. Je moest je schikken in je lot. Dat is voor ons soort mensen niet weggelegd, kreeg ik ingepeperd.’
Walk on through the wind
Walk on through the rain
Though your dreams be tossed and blown
Huijzer logenstrafte de ingepeperde zelfonderschatting. Het dubbeltje werd wel degelijk een kwartje, meer dan dat zelfs. Met dank aan echtgenote Laura, zijn grote liefde met wie hij reeds 48 jaar getrouwd is. ‘Zij heeft altijd in mij geloofd, stimuleerde me om m’n roeping te volgen. De muziek was, en is nog steeds, m’n passie.’
Hij zwichtte zodoende voor de lokroep van het artiestenbestaan en maakte zijn dromen waar. ‘Ik was een pionier en heb veel zelf moeten uitvinden. We hadden in het Nederland van toen nog geen referentiekader, dus nam mijn toevlucht tot het buitenland. Wat ik in Las Vegas zag, vertaalde ik naar de Nederlandse markt.’
Als selfmade man bouwde Huijzer, zeker nadat hij door wijlen radio- en televisiemaker Willem Duys in 1975 bij een miljoenenpubliek was geïntroduceerd, een imposante carrière op. Daarbij hield hij alles zoveel mogelijk zelf in de hand: naast zanger fungeerde hij tevens als de producent en manager en zorgde, met gevoel voor public relations, hij zelf voor de nodige publiciteit. ‘Niets gebeurde zonder dat ik het wist, de regie lag volledig bij mij, aan het toeval liet ik weinig over. Een control freak was ik. En ik had, zo zou blijken, een zakelijk instinct. Ik kwam samen met Jan Leupen de pr-man destijds van Ahoy, bijvoorbeeld op het idee van zogeheten sponsorpakketten voor het bedrijfsleven, inclusief reclame en een vip-behandeling. Dat was een gat in de markt, want het bestond nog niet.’
Na optredens in De Doelen in Rotterdam (1979) en het Amsterdamse theater Carré (1980) was Huijzer de eerste Nederlandse artiest die na twee vaderlandse tournees in 1984 het nog grotere Sportpaleis Ahoy aandurfde. Met succes. Liefst 51 Gala’s van het Jaar gaf hij er, waarmee hij samen met Frans Bauer recordhouder is. ‘Het waren concerten die buitengewoon innovatief waren. Zo maakte ik gebruik van het Amerikaanse Vari Light-computergestuurd licht, hetgeen destijds een primeur in Europa was. In die shows kon alles, van een zeventigkoppig orkest tot zestig balletdansers en een koor van driehonderd mensen. En we deden aan special effects en vuurwerk, niets was te gek. Ik koos voor de overtreffende trap, hanteerde het motto: believe in your dreams. Die aanpak heeft me geen windeieren gelegd. Op een gegeven moment had ik meer dan vijfhonderd medewerkers.’
Dat bij Lee Towers, ook anno 2020, echt alles tot in de puntjes verzorgd is, blijkt ook uit zijn vaste presentatie: een onberispelijk kapsel, de opvallende bril met lichtblauw getinte glazen, een kostuum met das en pochette, het speldje met zijn initialen én, om het te completeren, de gouden microfoon. ‘Het moet gewoon kloppen. Dat is mijn handelsmerk geworden.’
Toch bleef Huijzer altijd dicht bij zichzelf, verloochende hij zijn karakter niet. Het maakte hem geliefd in Nederland en zeker in zíjn Rotterdam. ‘Ik weet waar ik vandaan kom, ben een man van het volk, doe me niet anders voor. Niet lullen maar poetsen, zoals we hier zeggen. Mensen kunnen zich daarom gemakkelijk met mij vereenzelvigen.’
Een icoon van de stad is hij zeker; daarvan getuigt alleen al zijn ambassadeurschap van de Havenbedrijf Rotterdam. Huijzer is bovendien ook de ambassadeur en de huiszanger van zowel Feyenoord, de voetbalclub waaraan hij zijn hart heeft verpand, als de NN Marathon Rotterdam. Kreeg diverse Gouden Harten door de gemeente Rotterdam uitgereikt, naast de Erasmusspeld, de hoogste Rotterdamse onderscheiding Wolfert van Borselenpenning en de prestigieuze Edison Oeuvreprijs. Tevens werd hij namens de erven van Elvis Presley beloond met de Graceland Award, waardoor de Ridder in de Orde van Oranje Nassau én de Nederlandse Leeuw zich one of the Kingsmen mag noemen. En in 2013 stond hij centraal in The Voice of Rotterdam, de documentaire waarin Huijzer als Lee Towers een jaar lang op de voet werd gevolgd. Zijn dat jaar op 95-jarige leeftijd overleden moeder maakte nog juist de première mee. ‘Ze was trots en straalde.’
Het opvallendste eerbetoon voltrok zich echter medio november vorig jaar. Toen opende hij samen met burgemeester Aboutaleb aan het Marconiplein The Lee Towers, twee uit 1975 stammende torens van elk 95 meter hoog en met 24 verdiepingen, die zijn omgebouwd tot appartementencomplex. ‘Het is heel bijzonder natuurlijk als een gebouw je naam draagt.’
Walk on, walk on
With hope in your heart
And you’ll never walk alone
Onbegrensd denken en grenzen verleggen. In dat opzicht voelt hij zich verwant aan de Keniaanse toplopers. Maar eveneens aan bijvoorbeeld Michel Butter, de nationale coryfee die net als anderen in de komende editie van de NN Marathon Rotterdam een olympische limietpoging doet. ‘Hij zoekt de Kenianen op, wil van ze leren’, aldus Huijzer. ‘Dat heb ik met hem gemeen. Ook ik keek veelvuldig in de keuken, in mijn geval in het showbizzmekka Las Vegas.’
Hardlopen was jammer genoeg nooit voor hem weggelegd. Leen Huijzer was een fanatieke individuele sporter en in zijn jonge jaren judoka, totdat op zijn 21e zijn knie in de vernieling werd geschopt en hij aan een meniscus werd geopereerd. ‘Daar ben ik altijd last van blijven houden. Bovendien is het lopen nog meer bemoeilijkt na een rugoperatie waarbij een zenuw beschadigd is geraakt.’
You’ll never walk alone
Toch is hij in de ban van de NN Marathon Rotterdam, sinds Huijzer 25 jaar geleden voor het eerst de vocale aftrap mocht verzorgen. Met de beroemde Coolsingel, dat ook vanwege zijn optredens tijdens huldigingen van Feyenoord na een kampioenschap of bekerwinst, als vertrouwd terrein. ‘Al die optredens daar zijn me even dierbaar. Dan giert echt de adrenaline door m’n lijf, hetgeen vergelijkbaar is met sporters vlak voor een belangrijke wedstrijd. Ergens zijn we daardoor gelijkgestemde zielen.’
Vanwege zijn immobiliteit gaat hij na het korte optreden, het handjes schudden links en rechts en een praatje maken doorgaans direct naar huis, om dan in alle rust voor de buis naar de live-uitzending van de marathon te kijken. ‘Want sport boeit me sowieso mateloos, ongeacht of het nu de marathon, wedstrijden van Feyenoord, de wielerzesdaagse of de Bep van Klaveren Memorial [boksgala ter nagedachtenis aan de Rotterdamse bokser die in 1928 in Amsterdam olympisch kampioen werd; MK] betreft.’
Walk on, walk on
With hope in your heart
And you’ll never walk alone
Groot respect zegt Huijzer dan ook te hebben voor die vele tienduizenden lopers die zich zowel de klassieke afstand van 42,195 kilometer als de kwart marathon voor het goede doel storten. ‘Ze doen het toch maar mooi. Leveren een topprestatie.’
Bovendien heeft hij bewondering voor de organisatie onder leiding van Mario Kadiks en de vele vrijwilligers die het mogelijk maken. ‘Het zijn bikkels die zich onverzettelijk tonen. Zij zorgen er met elkaar en de lopers voor dat de NN Rotterdam Marathon al veertig jaar een van de mooiste en belangrijkste sportevenementen van Nederland is.’
You’ll never walk alone
Dat ontzag is wederzijds, voor de gelukkige familieman die vier kinderen, elf kleinkinderen en twee achterkleinkinderen heeft. Want niemand weet een afgeladen Coolsingel zo te betoveren als Lee Towers, met die doorleefde stem met loepzuivere uithalen waarop geen enkele sleet zit. ‘De positieve vibe die het geeft, koester ik. Dit laat ik me derhalve niet afpakken, door niets of niemand. Onder het mom: ik ga ervoor, jullie ook?’