In zijn woonkamer in Eldoret heeft Abdi Nageeye een mooi plekje ingeruimd voor een zilveren beker die oorspronkelijk Gerard Nijboer toebehoorde. Die kreeg hem in 1980 als eerbetoon voor zijn spraakmakende Nederlands record van 2.09.01 in de marathon van Amsterdam. Nooit was er sneller gelopen door een Europeaan. Nijboer besloot de gewichtige, glanzende bokaal door te geven aan de atleet die zijn prestatie zou overtreffen. Dat duurde 23 jaar. “Ik heb dat ding overal naartoe gesleept. Ik vermoedde dat Greg van Hest het zou gaan doen, maar het werd uiteindelijk Kamiel Maase. Ik vind het fijn dat Kamiel de beker op zijn beurt aan Abdi heeft geschonken. Hij had hem ook zelf kunnen houden, maar op deze manier is er een mooie traditie ontstaan.” Abdi Nageeye: “Ik heb tegen mijn vrouw gezegd: Als er iets met mij gebeurt en iemand loopt een Nederlands record, dan moet je die beker overdragen.”
Uffelte en Iten
Het onderwerp komt ter sprake na de vraag waar de twee Nederlandse marathoniconen hun zilveren olympische medaille bewaren. Ze reageren in het Drentse Uffelte en het Keniaanse Iten, op 10.000 kilometer van elkaar, via een Zoom-verbinding op uiteenlopende manieren.
Nageeye: “Ik heb hem thuis ergens verstopt in de klerenkast.”
Nijboer: “Niet te veel vertellen hoor, Abdi. (Resoluut) Ik ga het in elk geval niet zeggen. Die keer dat ik in een tv-programma liet zien waar ik mijn gouden medaille van de EK van 1982 in Athene had opgeborgen, was ik hem binnen een paar maanden kwijt. Inbrekers hebben het hele huis overhoop gehaald. Ze namen weinig mee, maar wel die medaille. Ik heb ’m dus niet meer.”
Nageeye (verbaasd): “Wat moeten ze er in vredesnaam mee?”
Nijboer: “Omsmelten. Het is tenslotte echt goud. Dat levert wel wat op, ik denk toch snel tienduizend euro. Dus je kunt beter je mond houden.”
Nageeye: “Ach, bij mij kunnen ze ’m echt niet vinden hoor.”
Nijboer: “Gelukkig ben ik niet materialistisch ingesteld, de mooiste herinneringen zitten in mijn hoofd. Wanneer kijk je nou naar zo’n plak? Mijn zilveren medaille op de Olympische Spelen van Moskou is lange tijd tentoongesteld in een pronkkastje in de bibliotheek van de Atletiekunie. Een plek met allure. Maar toen trokken ze een streep door alles wat ik als bondscoach voor de EK van 2014 had geregeld en wilden ze opeens geen cent meer investeren in de als kansloos betitelde marathon. Ik moest me op de breedtesport gaan richten. Op niet zo’n prettige manier ben ik weggegaan bij de bond. Bij mijn afscheid heb ik gezegd: Ik neem die medaille mee en die komt pas terug als jullie minimaal 75.000 euro per jaar investeren in de top van de wegatletiek en de marathon in het bijzonder. Eerder verdient die plek mijn medaille niet.’’
Nieuwe trainingsaanpak
De tweede plaatsen van Nijboer en Nageeye zijn de beste prestaties die mannen op de Olympische Spelen voor de Nederlandse atletiek hebben behaald. Nijboer knikt: “In de hele geschiedenis heeft nog nooit een man uit ons land goud gewonnen. Wij staan met onze medailles het hoogst, Abdi. Besef je dat?” Nageeye reageert verrast: “Is dat echt zo?”
Het goud lonkt in Parijs. Of is dat overdreven voor een atleet die in april voor de tweede keer de prestigieuze NN Marathon Rotterdam won en in 2.04.45 voor de vierde keer op dit looponderdeel een Nederlands record vestigde? De klassieke afstand van 42.195 meter was hem nooit zo makkelijk afgegaan.
Lees ook: 10 vragen aan Khalid Choukoud: ‘Ik ga strijden met de beste atleten ter wereld’
Nageeye: “Ik ben ook nooit zo snel hersteld. Meestal heb ik na een marathon wat pijntjes, maar nu voelde ik mij meteen weer goed. Van overmoed of onderschatting zal bij mij met het oog op Parijs toch geen sprake zijn. Ik besef dat ik nog harder moet trainen en nog meer vooruitgang moet boeken. Een olympische marathon is bovendien onvoorspelbaar, heel anders dan die in Rotterdam. Het is een tactische wedstrijd, zonder hazen. Op een zwaar, heuvelachtig parcours. En het zal warm zijn. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat de atleet met het beste persoonlijk record ook wint. Er zijn vele kanshebbers. Dat maakt het zo mooi.”
Nijboer (geïnteresseerd): “Bevalt het in Kenia?” Nageeye knikt: “Ja, het gaat heel goed. Ik train op hoogte in Iten, waar ik met een andere atleet een huisje heb gehuurd. Elk weekend ga ik naar mijn gezin in Eldoret. Dat is dichtbij. Op vrijdagmiddag ga ik weg, op maandagochtend kom ik terug. Het is de eerste keer dat ik mijn vrouw en kinderen tijdens een trainingsperiode zo vaak zie. In het verleden zag ik ze soms drie maanden niet. Ik heb mijn schema zo ingedeeld dat ik weinig hoef te trainen als ik thuis ben. In Kaptagat, op 30 kilometer afstand, doe ik de long runs en de zondag is echt een rustdag. De afwisseling is goed voor mij, dan gaan de dagen sneller om.”
Eigen trainer
Sinds hij heeft gebroken met Gary Lough is Nageeye zijn eigen trainer. Nageeye legt zijn beslissing uit: “Bashir Abdi is wel bij Gary gebleven. Gary is een topcoach, maar op het persoonlijke vlak klikte het niet tussen ons, het was voor mij niet langer te doen. Ik vond het moeilijk om met hem samen te werken. Bashir kan meer van hem hebben.” Nijboer: “Het is heel mooi om te zien hoe jij je hebt ontwikkeld, Abdi, want in het begin dacht ik: Die gaat alle kanten uit als jongetje, hij weet het allemaal nog niet zo goed. In het verleden was je moeilijk coachbaar, luisterde je slecht en dan ging het wel eens fout. Aan de andere kant ben je iemand die de ruimte moet krijgen, anders word je gek. Je gedijt niet bij een starre trainer. Je kracht is flexibiliteit en leervermogen. Als er iets fout gaat, doe je het de volgende keer beter.” Nageeye kan zich in de mening van Nijboer vinden: “In de aanloop naar de EK van 2018 deed ik maar wat en dacht: Ik ben toch de beste en ga met twee vingers in mijn neus winnen. Als ik daaraan terugdenk, kan ik mij wel voor mijn kop slaan. De Belg Koen Naert won, ik werd eruit gelopen. Toen wist ik: nooit meer denken dat je zomaar een medaille gaat halen. Nu heb ik zoveel meer ervaring. En een goede adviseur in Louis.”
Louis Delahaye
Louis, dat is oud-bondscoach Louis Delahaye, een bewegingswetenschapper die jarenlang ook triatleten en wielrenners begeleidde, inclusief Marianne Vos en Annemiek van Vleuten. Inmiddels trainer van onder anderen atlete Nienke Brinkman.
Nijboer: “Louis is een heel goed klankbord, een uitstekende sparringpartner. Die kan jou advies geven, maar je ook loslaten, hij heeft vertrouwen in je. Dat past bij jou.”
Nageeye: “Met de huidige smartwatches en internetverbindingen kan hij precies in de gaten houden wat ik doe tijdens de training. Als ik contact maak via mijn COROS-app, krijgt hij alle informatie te zien en aan de hand daarvan geeft hij tips. Ik kan hem elke dag bellen, meestal gebeurt het één keer in de week.”
Nijboer: “Het is nu heel anders dan in mijn tijd, toen werkte ik alleen met een hartslagmeter. Je moest veel zelf uitdokteren. Gelukkig had ik in Arend Karenbeld een uitstekende trainer, die zijn tijd vooruit was, onder meer door zijn uitgekiende trainingsaanpak met vier verschillende inspanningszones.”
Nageeye: “De vooruitgang is op elk vlak enorm. Je krijgt zoveel data en kunt als atleet alles nauwkeurig in de gaten houden. In deze tijd moet je als topsporter wel dom zijn als je overtraind raakt. Dan moet je op een lompe manier trainen, dat kan eigenlijk niet. Ik ben voorzichtig, ik haast mij nooit en neem af en toe extra rust. In Parijs moet ik straks fris aan de start staan.”
Concurrentie & vriendschappen in topsport
Abdi Nageeye was nog niet geboren toen Gerard Nijboer in 1980 in Moskou naar zilver rende. Nageeye zag de beelden zo’n tien jaar geleden voor het eerst. “Ik kende van de Nederlandse hardlopers aanvankelijk alleen Kamiel Maase, maar toen ontdekte ik dat er nog een succesvollere atleet was. Zelfs toppers uit Djibouti hoorde ik over de prestatie van Gerard praten.” Gerhardus Hermanus Maria Nijboer was parttime sociaalpsychiatrisch verpleegkundige en nog net geen 25 jaar toen hij in Moskou naar het zilver rende. Tot verbazing van vooral zichzelf. Want de voorbereiding was belabberd geweest. In feite wilde hij op het moment suprême niet eens starten in het Leninstadion. Hooguit zou hij even zijn neus in de kopgroep laten zien en dan opgeven.
Nijboer blikt terug op die bijzondere dag: “Na mijn record in Amsterdam kreeg ik een eervolle uitnodiging voor een tiendaags verblijf met een race over 20 kilometer in Guatemala. Dat paste weliswaar niet helemaal in mijn schema, maar ach, de boog kan niet altijd gespannen staan. Bij Buitenlandse Zaken had ik wel navraag gedaan of het daar veilig was. Geen probleem. Dat klopte niet. Ik heb doden gezien en had een militair met een mitrailleur voor mijn hoteldeur staan. Ik sprak geen woord Spaans, de Spaanse kampioen bestelde eten voor mij. Waarschijnlijk heb ik daar een hardnekkig darmvirus opgelopen. Meteen na terugkeer ben ik ook nog gebeten door een hond. Daarna ben ik ziek geworden. Gistingsdiarree. Net alsof je constant allemaal lucht in je darmen hebt. De lange duurlopen waren een martelgang.”
Vijf kilo afgevallen
Nijboer zou in die periode voor de Spelen vijf kilo afvallen, van 73 naar 68. “In het olympisch dorp werd voor mij de spiegel afgeschermd, want ik zag eruit als een lijk. Dat ondermijnde mijn zelfvertrouwen. Vijf minuten voor de start ben ik nog helemaal leeggelopen. In dunne straaltjes. Tijdens de race knapte ik op en voelde mij steeds beter worden, na 15 kilometer stak ik zelfs mijn duim omhoog. Cor Vriend wist van tevoren dat hij zelf de race niet zou uitlopen en bood aan om bij de eerste verversingsposten te zorgen voor mijn drinken. Hoefde ik er niet naar om te kijken. Dat was heel prettig. Atleten van de 4×400 meter estafetteploeg gaven op andere plekken van het parcours drankjes aan. Het ging zo goed dat ik uiteindelijk alleen de Oost-Duitse titelverdediger Waldemar Cierpinski voor moest laten gaan. Tv-verslaggever Mart Smeets, een kolos van een man, viel mij in Moskou huilend om de hals. Mart Smeets in tranen, kun je je dat voorstellen? Hij zei: ‘Ik heb hier zoveel ellende meegemaakt, we mochten niks, we konden niks en dan overkomt ons dit. Geweldig!’ Mart was helemaal van slag. Het waren klote Spelen voor veel mensen, ook vanwege de politieke boycot en met slechts twee andere medailles voor Nederland. Rolf Bos heeft er een uitstekend boek over geschreven: Russische Spelen. Als ik de tv-beelden terugzie, die zijn niet sfeervol: publiek op afstand, geen applaus, militairen langs het parcours, beperkte flitsen van camera’s op vaste statieven. Dan was de beleving in Sapporo toch wel anders hè, Abdi!”
Nageeye, onder de indruk van Nijboers verhaal, antwoordt bondig: “Mijn race staat volledig op YouTube. Ik heb ’m één keer helemaal uitgekeken. En nog twee keer trainend op de fiets de laatste veertig minuten.” Beelden van de beslissende twintig seconden, toen hij zijn eveneens in Somalië geboren vriend Bashir Abdi met handgebaren op letterlijk meeslepende wijze naar het brons loodste, gingen de hele wereld over. Respect! Nageeye: “De Olympische Spelen zijn heel bijzonder. Nog iets mooier dan wereldkampioenschappen. Je loopt om te beginnen in een landentenue. De hele ambiance is ook anders. Ik vind het fijn dat straks de marathon voor mij op zaterdag is, dan kan ik ’s avonds nog kijken naar een aantal mooie finales. Als je, zoals nu de marathonvrouwen, op de slotdag moet lopen, mis je toch iets van de unieke sfeer.”
Olympische Spelen
De Spelen zijn, in principe, één keer in de vier jaar, dan moet alles op zijn plaats vallen.
Nageeye: “En moet je bij de start niet te nerveus doen. Geen risico nemen. Voor je het weet lig je in het gedrang op het asfalt. Daar heb ik in Sapporo bij het vertrek de andere lopers op de eerste rij voor gewaarschuwd: Doe niet gestresst, we moeten niet over elkaar heen struikelen. Iedereen drukt na de start meteen zijn stopwatch in, ik ook, maar daardoor kun je wel uit balans raken. Als je het allemaal in slow motion zou bekijken … Het is niet normaal wat er gebeurt en dan te bedenken dat je nog twee uur moet lopen.”
Nijboer: “Abdi, je weet ook dat de marathon een kwestie van uitgestelde energie is, hè. Je moet toeslaan op het moment dat het belangrijk wordt en dat is niet op de eerste kilometer. Er kan onderweg hoe dan ook veel misgaan. Neem alleen de verfrissingsposten. In Moskou veegde Cierpinski na 30 kilometer alle bekertjes van tafel voordat hij de zijne greep. Zo kregen zijn concurrenten geen drinken. Zeker weet je het niet, maar ik denk dat hij dat met opzet deed. Het was gewoon een slimme zet.”
Nageeye: “Alles weg? In Sapporo miste ik een drankpost en vroeg ik een andere atleet of ik iets van hem te drinken kon krijgen. Hij deed net alsof hij mij niet hoorde. Ik zou dat anders doen, want ja, we zitten niet in Gaza hè, we zijn niet aan het oorlogvoeren, het is maar een marathon. Desnoods geef je een klein, allerlaatste slokje, als je zelf al genoeg hebt gedronken.”
Groothartig
Nijboer: “Je bent groothartig, Abdi. Bij de EK in Athene heb ik veel posten gemist. Ik kreeg steeds het flesje van Karel Lismont, de Belg die zilver en brons won bij de Spelen en Europees kampioen was, maar hij zei wel: ‘Niet te veel drinken hè, niet te veel.’ Toen we na afloop met goud en brons op het podium stonden, bedankte ik hem en vroeg: Wat bedoelde je nu eigenlijk met dat ‘niet te veel drinken’, bij 35 graden moet dat toch? ‘Nee Gerard’, antwoordde hij, ‘dat is allang achterhaald net als stretchen, dat doet toch ook niemand meer.’ Moet je nagaan dat hij zelf ooit tijdens de marathon van Amsterdam uitgedroogd in het ziekenhuis belandde.”
Nageeye: “Het is jammer als iemand je niet even zijn flesje geeft als je die zelf hebt gemist, maar als iemand je op je hakken trapt, vind ik dat vervelender. Als hij dat met opzet doet en bij herhaling, ga ik naast hem lopen en scheld hem keihard uit. Hoezo ‘sorry’? Ik heb hier drie maanden keihard voor getraind en dan doe jij dit? Dan probeert ie het echt nooit meer! Zoiets vertellen ze onderling door: ‘Dat moet je bij Abdi niet flikken’.”
Tactisch slimmigheidje
Nijboer: “Heel goed! Ik heb het ook meegemaakt. Tijdens de Olympische Spelen in Seoul, door Italianen. Die zagen mij als favoriet. Ik ben door zo’n actie zelfs gevallen en had na afloop last van mijn heup. Dat zijn vervelende dingen. Er waren nog niet zoveel camerabeelden, niemand had het gezien. Zelf heb ik in Moskou door een tactisch slimmigheidje de twee Russen die in mijn spoor liepen afgeschud na het 40 kilometerpunt. Bij de verfrissingspost maakte ik met mijn hand een gebaar naar rechts, naar de tafel met drankjes. Maar in plaats van een flesje te pakken, ging ik meteen naar links en demarreerde. Toen was ik ze kwijt. Zij waren in verwarring en ik had snel 50 meter voorsprong. Ik was niet zo vriendelijk met mijn concurrenten als jij hoor, Abdi. Dat je ‘kom op’ tegen Bashir zei, vond ik wel een geweldig mooi gebaar.”
Blik op de toekomst
Nijboer: “Ga je vanavond aan de ugali, Abdi, de traditionele Keniaanse maispap?”
Nageeye: “Ik eet weinig ugali meer. Als je kijkt naar waar de meeste koolhydraten in zitten, dan haalt ugali de top 10 niet. Ik neem teff als shake, dat is een Ethiopisch graan met veel ijzer en koolhydraten. Teff is betere voeding dan ugali.”
Nijboer: “Ik at behalve allerlei graansoorten zoals rijst dingen als vogelmuur, paardenbloemblad en brandnetels. Vanwege mijn zwakke maag-darmstelsel nam ik naar wedstrijden altijd mijn eigen voeding mee. Met een dompelaartje verwarmde ik die dan. Bij lezingen die ik geef, zeg ik wel eens dat ik het heb overdreven. Het is ook wel eens misgegaan. Bij de marathon van New York is door mijn koken de sprinkler-installatie eens afgegaan. Foute boel. Ik ben streng toegesproken door de manager en bijna het hotel uitgezet. Dan beland je voor je eten bij McDonald’s. Die marathon werd natuurlijk niks.”
Boerderij in Uffelte
Gerard Nijboer woont al sinds de jaren 80 in een boerderij in Uffelte en vindt zichzelf meer een kluizenaar, kan goed tegen alleen-zijn. De vader van Lisha (33) en Jesse (30) is gelukkig met een lat-relatie, na de breuk met zijn vrouw, inmiddels alweer zo’n tien jaar geleden. Abdi, voluit Abdirahman (betekenis: dienaar van de meest barmhartige), Nageeye heeft het met zijn vrouw Amran en hun kinderen Ahmed (8), Anwar (6), Akram (4) en Asra (2) voorlopig naar zijn zin in Kenia. Het gesprek komt op de toekomst. Weet Nageeye waar hij zich ooit wil vestigen?
Nageeye: “Ik ben en blijf een nomade. Ik had al een aanbetaling van 40 procent gedaan voor een huis in Somaliland, in het noorden van Somalië, maar kreeg daar spijt van. Toen zeiden ze: ‘We hebben een afspraak, je hebt getekend, je kunt niet meer terug.’ Oké, heb ik gezegd, dan zet ik op Instagram dat ik de huizen van het project niet leuk en niet fijn vind en dat ik spijt heb. Jullie mogen kiezen. De volgende dag is het geld teruggestort. Nu huur ik in Eldoret een huis van een goede vriend. Permanent ergens wonen, wordt snel te saai voor mij. Waarom kopen? Ik blijf misschien niet hier. Ik wil over vier jaar nog een keer naar de Olympische Spelen, maar daarna? Het is misschien raar, ik ben 35 en weet nog steeds niet waar ik permanent wil wonen. Ik heb zoveel vrienden overal, ken verschillende plekken waar ik het leuk vind. Maar met kinderen moet je ooit een vaste plek kiezen.”
Nijboer: “Abdi, ik heb je biografie gelezen en dat heeft mij wel wat gedaan. Je komt uit een land dat politiek instabiel is en hebt van alles meegemaakt. Het is knap dat je met alle situaties in de sport en in het gewone leven kunt omgaan. Op een luchtige manier. Je bent door zelf fouten te maken en daarvan te leren heel ver gekomen. Dat vind ik heel mooi om te zien. Je kunt in Parijs ontspannen aan de start staan, want je hebt al veel gepresteerd.”
Medaille in Parijs
Nageeye: “Ik wil in Parijs natuurlijk ontspannen zijn, we gaan tenslotte niet naar de hel, maar ik wil wel graag een medaille. Ik ga het parcours niet verkennen. Al wel veel over gehoord, over een lange heuvel en een lange afdaling. Prima. Ik ga me goed voorbereiden. Na 32 kilometer is het parcours vlak en dan moet ik frisse benen hebben.”
Nijboer: “Complimenten zoals je met alles omgaat, ook de manier waarop je in Rotterdam het publiek bedankte. Dat doe je heel goed!”
Nageeye: “Ik kijk niet te ver vooruit, ik concentreer me op het moment, op alles wat ik nu goed kan doen. Vroeger raakte ik erg in de stress voor een marathon. Je hebt atleten die maken zich al maanden druk over het weer. Ik zie dat een dag van tevoren wel.”
Neem je de Nederlandse driekleur mee naar Parijs, Abdi? Voor het geval dat …? Nageeye toont met een glimlach een armband met daarop ineengevlochten de Nederlandse en de Somalische vlag: “Daar hou ik het voorlopig bij.”
MARATHONSTATISTIEKEN
Abdi Nageeye
2 maart 1989, Mogadishu (Somalië)
Nederlandse nationaliteit sinds 1996
Olympische Spelen
2016 Rio de Janeiro: 11de met 2.13.01
2021 Tokio (Sapporo): 2de met 2.09.57
Nederlandse records
2017 Amsterdam: 2.08.16
2019 Rotterdam: 2.06.17
2022 Rotterdam: 2.04.56
2024 Rotterdam: 2.04.45
Nederlandse marathontitels (5)
2015, 2017, 2019, 2023 en 2024
Marathonzeges (2)
2022, 2024 Rotterdam
Gerard Nijboer
18 augustus 1955, Hasselt
Olympische Spelen
1980 Moskou: 2de met 2.11.20
1984 Los Angeles: uitgevallen
1988 Seoul: 13de met 2.14.40
Nederlands en Europees record
1980 Amsterdam: 2.09.01
Nederlandse marathontitels (3)
1979, 1984, 1988
Marathonzeges (6)
1982 EK Athene (2.15.16)
1980, 1984, 1988, 1989 Amsterdam
1989 Columbus