Atleten worden geconfronteerd met een behoorlijke portie lichamelijke stress. Blessures en ziekten kunnen een trainingsschema en (de voorbereiding op) een wedstrijd behoorlijk in de war gooien. In een recente studie kwam naar voren dat atleten die veel trainen, minder vaak te maken krijgen met dagen die gemist worden door ziekte of blessures.
In wezen is dat een logische verklaring: atleten die bijna nooit ziek zijn maken meer trainingsomvang dan atleten die wel vaak ziek zijn. Zo bleek dat het maken van meer dan 400 trainingsuren per jaar, vrijwel alleen mogelijk is wanneer er minder dan 50 ziektedagen per jaar zijn. Ook interessant is de vorm van de relatie tussen trainingsomvang en ziekte. Bij mensen die heel weinig tot niets trainen zijn er gemiddeld 140 ziektedagen per jaar. Met de eerste 300 uur extra training per jaar (iets meer dan 49 min per dag) neemt het aantal ziektedagen razendsnel af.
Echter, de toevoeging van nog meer uren per jaar (van 300 naar 800) laat een veel minder snelle afname van het aantal ziektedagen zien. Wordt er meer dan 800 uur per jaar getraind (gemiddeld 2 uur en 11 minuten) dan is er juist weer een kleine toename van ziektedagen. Dus zowel heel weinig trainen, als heel veel trainen kan zorgen voor ziektedagen. Als topsporter is het dus zaak om het aantal ziektedagen te minimaliseren, om voldoende trainingsomvang te kunnen maken.
Bron: Martensson S et al 2014. High training volumes are associated with a low number of self-reported sick days in elite endurance athletes. J Sports Sci Med 13: 929-933
