Erben Wennemars, Sven Kramer en Wouter Olde Heuvel. ANP/Hollandse Hoogte/Erik van Leeuwen

Sven Kramer over de weg naar zijn eerste marathon in Amsterdam: ‘Amateuristisch, halfbakken werk’

Hij is dertigvoudig wereldkampioen en viervoudig olympisch kampioen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Zondag 20 oktober stond hij aan de start van zijn eerste marathon. Een paar dagen later blikt hij in de podcast De Pacer uitgebreid terug.

Samen met zijn schaatsmaatjes Erben Wennemars en Wouter Olde Heuvel ging Kramer zijn eerste marathonavontuur aan. Olde Heuvel was al snel vertrokken, maar Wennemars begeleidde zijn oude teamgenoot tot aan de finish. Kramer: “Voor Erben was het zijn 26e marathon. Het was heel fijn dat hij mijn pacer was. Maar dat betekende natuurlijk ook dat hij een stuk frisser over de meet kwam dan ik.”

Kramer, tegenwoordig commercieel directeur van schaatsploeg Team Essent, keek ondanks een paar moeilijke momenten met een goed gevoel terug op het evenement. “Ik heb er wel van genoten. Het gaat voor mij niet meer om de knikkers. En het is ook niet mijn werk, dat scheelt. Maar euforisch? Nee. Ik heb een leuke dag gehad, ik was gewoon blij. Erben zou zeggen: ‘we hebben lekker gesport vandaag’.”

Door het ijs zakken

Ook over zijn prestatie, hij voltooide de marathon in 3 uur en 11 minuten, was hij tevreden. “Halverwege vroeg ik me echt of ik deze pace kon volhouden. De avond voor de race belde ik met Erben. Mijn idee was om op een tijd van 3:15 of 3:20 te lopen. Maar dat zag Erben niet zitten, hij zei dat we harder gingen starten. Ik dacht: ‘nou oké, ik heb er niet voor geleerd. Dus Lets go.” Kramer twijfelde halverwege of hij de snelheid kon vasthouden: Ik dacht even dat ik door het ijs zou zakken, dat ik ‘m met een snelheid van 5:30 of 6:00 per minuut naar huis zou lopen. Gelukkig gebeurde dat niet.”

Lees ook: Dit moet je weten over de TCS Amsterdam Marathon 2024 – RunningNL

Toch had hij een klein dipje, net voorbij het halfweg punt. Kramer: “Mijn hartslag schoot ineens omhoog. Daar kun je een kilometer of 10 op blijven doorlopen, maar je kunt ook 20 seconde even rustig aan doen en de hartslag weer op orde krijgen. Daar win je per saldo meer mee. Het komt waarschijnlijk door het drinken, dat heb ik nog niet genoeg onder controle.”

Topsport riedel

Ondanks dat het voor Kramer niet meer om de knikkers gaat, kwam zijn topsportgedrag in de weken voorafgaand aan de race toch weer naar boven. Zo ging hij de week vooraf, ondanks sterke wind, toch niet kiten, bezocht hij weer regelmatig de fysio en maakte hij zich tot op de avond voor de race druk om zijn voeding. “Ik wilde niet weer in die topsport riedel komen, maar dat is toch het aard van het beestje. Ik heb altijd geroepen dat het niet ut maakt wat je de laatste week voor een wedstrijd doet. Het gaat om die maanden en jaren daarvoor. Maar dan stap je toch zelf in de valkuil.”

Vanuit dat topsportperspectief weet hij dat er nog veel winst te halen valt op de mythische afstand. “Ik weet hoe ik me hier op voor had kúnnen bereiden. En dat doe je niet, door bewuste keuzes waar ik volledig achter sta. Ik had bijvoorbeeld een goed schema, maar ik heb ongeveer de helft geskipt vanwege tijdsgebrek en andere prioriteit. Maar mijn grootste winst haal ik niet uit training, maar uit een paar kilo eraf. Dus iets in mij zegt dat het amateuristisch, halbakken werk is. En daar houd ik niet zo van.”

Rotterdam

Was het eens maar nooit meer? Nee, zegt Kramer. “Zo voelde het onderweg ook niet. Nu ik er zo mee bezig ben, denk ik: Rotterdam is over een half jaar. Het zou wel lekker zijn om dan onder de 3 uur te kunnen. Daar ga ik even over nadenken.”

Luister hier de volledige podcast met Sven Kramer

 

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?