Voor de meeste lopers is het alweer een lange tijd geleden dat zij hun laatste wedstrijd liepen. Het is daarom soms lastig te bepalen hoe goed je ervoor staat op dit moment. Deze intervaltraining geeft je een goede indicatie.
Het is soms lastig, zeker na een lange periode zonder wedstrijden, om een goed tempo te bepalen om aan je wedstrijd te beginnen. Je wilt niet te snel starten en je over de kop lopen. Als je fluitend over de finish komt weet je ook dat je niet het maximale eruit gehaald hebt.
Middellange intervallen
Om een beeld te krijgen van het juist tempo zou je deze intervaltraining eens kunnen proberen. Je begint met een kwartier rustig inlopen, gevolgd door wat rek- en strekoefeningen. Vervolgens kies je een middellange intervalafstand, zeg maar tussen de 800 en 1200 meter. De totale afstand van deze intervals moet ongeveer 60 tot 80 procent van je wedstrijdafstand zijn.
Rust gelijk aan interval
Wil je bijvoorbeeld een 5km lopen dan kies je voor 5 keer 800m. Ga je voor een 10km zou je kunnen kiezen voor 6 keer 1200m. Tussendoor neem je dezelfde rust als dat je gelopen hebt. Dat is verhoudingsgewijs best veel rust, vaak kies je bij intervaltraining voor de helft rust ten opzichte van de intervaltijd. Loop je die 800m bijvoorbeeld in 4 minuten, dan neem je ook 4 minuten pauze.
Het juiste tempo
Misschien ga je de eerste te snel of juist te langzaam, maar gedurende de training krijg je ongeveer een beeld van het gemiddelde tempo. Dat is het tempo dat je ook kunt aanhouden tijdens de wedstrijd. Vergeet niet om de training ook weer af te sluiten met 10 tot 15 minuten rustig joggen en wat lichte stretchoefeningen.